^^/^ \^\^ .\§^ SMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-3) 1.0 l.l 1.25 Ui Uii |2.2 UI Ui 1^ »£ i2.0 K nil 1.4 III 1.6 ~ 6" i 'm^ "> A^^ <^ W 0\ Photographic Sciences iion '^.'^^ aa WIST MAIN STREET WEBSTER, N.Y. MS80 (7t6) 872-4S03 ^y CIHM/ICMH Microfiche Series. CIHIVI/ICMH Collection de microfiches. Canadian Institute for Historical Microreproductions / Institut Canadian da microroproduct'ons historiquas \ Technical and Bibliographic Notas/Notat tachniquas at bibliographiquas Tha Instituta has attamptad to obtiin tha bast original copy avaiiabia for filming. Faaturas of this copy which may ba bibliographically uniqua. which may altar any of tha imagas in tha reproduction, or which may significantly change tha usual method of filming, are checked below. □ Coloured covers/ Couverture de couleur I I Covers damaged/ D D D D D Couverture endommagée Covers restored and/or laminated/ Couverture restaurée et/ou pelliculée r~~| Cover title missing/ Le titre de couverture manque I I Coloured maps/ Cartas géographiques en couleur Coloured ink (i.e. other than blue or black)/ Encre de couleur (i.e. autre que bleue ou noire) I I Coloured plates and/or illustrations/ D Planches et/ou illustrations en couleur Bound with other material/ Relié avac d'autres documents Tight binding may cause shadows or distortion along interior margin/ La re liure serrée peut causer de I'ombre ou de la distorsion le long de la marge intérieure Blank leaves added during restoration may appear within the text. Whenever possible, these have been omitted from filming/ II se peut que certainaa pages blanches ajoutées lors d'une restauration apparaissant dans la texte, mais, lorsqua cela était possible, ces pages n'ont pas été filmées. Additional comments:/ Comrnentaires suppiémentaires; L'Institut a microfiimé le meiilaur axempiaira qu'il lui a ét4 possible da se procurer. Las détails de cet exempiaira qui sont peut-étre uniques du point de vue bibliographiqua. qui peuvent modifier une image r&produita, ou qui peuvent exiger una modification dans ia methode normale de fiimage sont indiquis ci-dessous. □ Coloured pages/ Pages de couleur D n D 0 0 This item is filmed at the reduction ratio checked below/ Ce document est filmé au taux de reduction indiqué ci-dessous. Pages damaged/ Pages endommsgées Pages restored and/or laminated/ Pagas restaurées et/ou pelliculées Pages discoloured, stained or foxed/ Pages décoloréss. tachatées ou piqüées Pages detached/ Pages détachéas Showthrough/ Transparence r~n Quality of print varies/ Qualité inégala de i'impression Includes supplementary material/ Comprend du materiel supplementaire Only edition available/ Seule edition disponible Pages wholly or partially obscured by errata slips, tissues, etc., have been ref timed to ensure the best possible image/ Les pages totalament ou partiallament obscurcies par un feuillet d'errata, une pelure, etc., ont été filmées è nouveau da fapon è obtenir la meilleure image possible. lOX 14X itx 22X 2SX 30X y 12X 16X 20X 24X 28X 32X n The copy filmed here has been reproduced thanks to the generosity of: Seminary of Quebec Library L'exemplaire filmé fut reproduit grice A la générosité de: Séminaire de Quebec Bibliothéque The images appearing here are the best quality possible considering the condition and legibility of the original copy and in keeping with the filming contract specifications. Lee images suivuntes ont At6 reproduites avec le plus grand soin. compte tenu de la condition at de la netteté de l'exemplaire filmé, et en conformitA avec les conditions du contrat de filmage. Original copies in printed paper covers are filmed beginning with the front cover and ending on the last page with a printed or illustrated impres- sion, or the back cover when appropriate. Ail other original copies are filmed beginning on the first page with a printed or illustrated impres- sion, and ending on the last page with a printed or illustrated impression. The last recorded frame on each microfiche shall contain the symbol —»■( meaning "CON- TINUED"), or the symbol V (meaning "END"), whichever applies. Maps, plates, charts, etc.. may be filmed at different reduction ratios. Those too large to be entirely included in one exposure are filmed beginning in the upper loft hand corner, left to right and top to bottom, as many frames as required. The following diagrams illustrate the method: Lea exemplaires originaux dont ia couverture en papier est imprimée sont filmAs en com mentent par le premier plat at en terminant soit par la darnlAre page qui comporte une empreinte d'impression ou d'illustration, soit par le second piat. salon le cas. Tous las autres exemplaires originaux sont filmés en commenfant par la première page qui comporte une empreinte d'impression om d'illustration et en terminant par la darnlAre page qui comporte une telle empreinte. Un des symboles suivants apparaltra sur la dernière image de cheque microfiche, selon le cas: le symbols -*> signifie "A SUIVRE '. le symbols V signifie "FIN". Les cartes, planches, tableaux, etc., peuvent Atre filmAs A des taux de rAduction diffArents. Lorsque le document est trop grand pour Atre reproduit en un seul clichA, il est filmA A paitir do Tangle supérieur gauche, de gauche A droite, et de haut en bas, en prenant le nombre d'imagas nAcessaire. Les diagrammes suivants illustrent la mAthode. 1 2 3 1 2 3 4 5 6 mammÊmmmmmtmmmm M a T ki i M a KI» <^é. ^f S-';'* ,^è»&i ^■Ur f i'' i 9'Vi lr;l %^'^f II H \ v/ ! m. n n / A >. AlFIBElElLiDlJïiS ;:EEftiEKin)= c:è*&j O^ Ii [ .1 o . ,:. A . I: i.-, Y I:: b. i N ,-■ K. mmn mmmmmm * i £iir G E Z I G T E N IN ^^^ NAAR AFMKKLDINGEN 01» DE PLAATS ZKLVE GETEEKEiND "W^ Ifttd I3üia^lbl2<^^ 9 UIT HET KNGEL8CH VERTAAL!» ■OM. M', €. 3. Zmtnts, KKABTB nmmt. TE AMSTERDAM, BIJ r.. i. A. B E IJ K R I N C K. /O' >*\ y ■-'• :i 1' i '} GinVKT lU 0. A. iriR. «isn^im 1» ^»isiLüiaL4» Uolgcen den Europeaanschen reiziger, bij het eerste aanschouwen der Landsclinppcn van Amerika in het oog valt, is dat de Nieuwe Wereld van columbus ook eene nieuwe Wereld uit de hand des Scheppers is. De plantengroei is aldaar zoo welig, in verge- lijking van dien der Gewesten van Oud Eurjpa; de velden zijn er zoo frisch, en de Meren en Rivieren, hoezeer kalm daarheen stroomende, zoo breed en aanzienlijk, dat hij zich met grond verbeelden mag een paradijs te zien , hetwelk eerst onlangs uit den Oceaan is opgekomen. Het ontstaan van de Republiek der Fer. .igde Staten , derzelver plotselijke aanwas tot een' staat van onafhankelijkheid, raagt en rijkdom, benevens haar voortdurende aangroei in voorspoed en bevolking, wekken in eene gelijke mate zijne verbaasdheid, en laten in zijne ziel den indruk van een nieuw en herboren leven achter. Amerika is, zoo wel wat deszelfs uiterlijk voorkomen, als deszelfs maatschappel ijken toestand aangaat, binnen de laatste jaren, zeer in aanzien toegenomen; en reizigers, die de onveranderde gewesten van Europa overal hebben onde -zocht, wenden thans meerendcels hunne schreden naar de gestadig veranderende eu afwisselende gezigtspun- ten dier nieuwgeboren landtafercelen heen. De schilderachtige landschappen der Fereenigde Stalen wekken gedachten op, ge- heel en al verschillende van die door belangwekkende voorwerpen in andere Landen' (e weeg gebragt. Aldaar wordt de ziel overal getroffen door het aanschouwen van eenig overblijfsel van het verledene. De omzwervende kunstenaar ontwijkt er al hetgeen tot den laleren tijd behoort, en kiest er zijne gezigispunten van die plekken, die hem voor zijne schetsen een Kasteel of eene Domkerk, in de Geschiedenis of Oudheidkunde ver- maard, opleveren. De reiziger wordt er van dien zelfden geest bezield en maakt zich, zoo veel hij kan, los van alle denkbeelden, om zijn' geest met den inhoud der Ge- schiedenis of der volksverhalen te voeden. In Amerika verkrijgen de denkbeelden van den tourigt zoo wel als van den kunstenaar, eene geheel andere rigting. Wanneer hij, die dat Werelddeel doorreist, niet verlangt dat de eeuwigdurende opvolging van bekoorlijke natuurtooneelen zijn oog zullen vermoeijen, moet hij van de toekomst voedsel aan zijne verbeeldingskracht weten te verschaffen ; en dat is hetgeen de Amerikaan doet. Terwijl hij het spoor volgt der breede rivieren van zijn vaderland, gaat hij in zijn' geest gedurig voorwaarts. In plaats van eene vallei te overzien, welke eeuwen lang dezelfde AMERIKA. I AMERIKA. ti f' vcrtoonii ^ heeft opgeleverd , — -waahn eigenaars en huurders wonen, wier liaardslodcu sedert honderden van jaren door dezelfde namen omringd waren, en welker velden bij menschen geheugen geene verandering van grenssteenen hebben gezien, en nooit dan op dezelfde manier bebouwd werden, laat hij zijn' blik over een dal weiden, pronkenrle met een geheel nieuw geboren veldgewas; en zijne eerste gedachte is aan de dorpen, die weldra langs de heuvelkanten zullen pryken; aan de bijlslagen, die weldra door het woud zullen weergalmen; aan de molens, bruggen, vaarten en ijzerbanen, die weldra den stroom zullen verrijken, thans tusi^chen helmgras en heidebloemen voort- kronkelendc. De steden welke hij doortrekt op zijne reis, zijn niet meer te herkennen uit de schetsen, welke er teekcnaais, die sedert lang dood zijn, van vervaardigd heb- ben, met lage huizen en hoornen, die dezelve sedert onheugelijke tijden hebben over- schaduwd: het zijn steden, welker inwoners en huizen in getai verdubbeld zijn, sedert hij dezelve voor den laatsten keer zag, en voordat hij ze eens wederom bezoekt, mis- schien nog eeimaal zulk eene vergrooting zullen ondergaan hebben. In plaats van derzelver oudheid na te sporen, zit hij met papier en potlood bij hel vuur te berekenefi, hoe groot derzelver bevolking over tien jaren wei zijn zal ; hoe ver zich dezelve wel zal uitbreiden; welke de waarce zal worden van de naburige landerijen , en of het beleggen van zijn geld op eenig kanaal of eenigen spoorweg, ihaas nog denkbeeldiger dan symme's reistogt aaar het middelpunt des aardrijks, hij gevolg niet eene voordeelige speculatie zoude zijii. Hij merkt al de hem omringende voorwerpen aan als zoo vele voortcekenen van eene toekomende welvaart. In Eurojui zijn deze niet anders dan gedenkteekenen van het verledene. De kunstenaar vindt in dit Werelddeel een veld (waarvan dit Werk den eersten oüs op zich zelven van een yerheven aard ph .1„ i ^ '^/J^etlen. Het landschap stroken volkomen met derzeW 1 , , ' °^' ^"^^'^^ ^'''" ^«" ^e Rivier -elke zij in het h" uttorl ' " "''' '' "^^""^"'^ ""^« ^«" "^*-' Het Niagarafort aan de overzijde, werd in 17«ii ^„« ^ t- als de sleutel tot al die binnenw^H T u 7 **' Franschen aangelegd, en in het bezit er van I„ het bt 1T'' ''"'""^ ""^^ J^"" '"•'^ — "J zijne troepen en een hlkoros nd "" V' "''^ '^ ^^"'^"«' ''^^ ' ™«t stcot tegen het For op -Ïon °'°/ "".^" '"' ^""^" '°=''^°''' ^"«^^^ «'«ff of had om'hun in den ' eT tel eVTn l^'t r' '""'. ^^°"«^^"^ "^"^^ ^'^- zette hetzelve met kracTt dl n , ' '"° ^"'" ^"^ron hij het beleg en velde Sir l °P '''° twint.gsten, toen hij in de loopgraven sneu- pea af, die den v^and even bin ^ u'-^Tt. '"^^" "" ""^•^"''^^ ''«^^^ «— gevecht, hetwelk met eene vrJk TT belegeraars aangrepen. Er ontstond een neming van hnbeveZhlfT,' " '"^ "" '^ '""^^'•^" «-^ "«^ ^^ g^-ge- S bevelhebber met de meeste zijner officieren eindigde. Dit viel voor op lunne es en leeste tanks jvan- unne 1 de tiog en, lit- Ike lap ier er, en zij iet of ;n ;n 1- Dt ?= .^" 5! I ; < i" '■i AMERIKA. li den 24'"° Julij , in het gezigt van het F-:,usche garnizoen van het Fort Niagara. Sir WILLIAM jonKsow deed terstond door den Majoor HAavEV de overgave van het Fort eischen, waaraan de kommandant voldeed, en het garnizoen, hetwelk omtrent zes honderd mannen telde, werd krijgsgevangen gemaakt. De navolgende brief, de overwinning van Sir wiluam johhsow behelzende, is in dieu tijd in het Geschiedkundig Dagboek, door den Kapitein knox gehouden, ingelascht, on naderhand in het licht gegeven: — »lk heb de eer, u door den Luitenant monchiep bekend te maken, dat het Niaga- rafort zich op den vijfentwintif"»ten dezer aan Zijner Majesteits wapenen heeft overge- geven. Een detachement van twaalf honderd manschappen, met een aantal Indianen, onder het bevel der Heeren d'aübry en sigkebt, en uit Detroit, rennago en Pretgu' hle zamengelrokken, deed op den ochtend van den vierentwinligslen eene poging om het garnizoen te versterken: doch toen ik het berigt daarvan had gekregen, nam ik de noodige maatregelen om hen te voorkomen. Des avonds te voren beval ik de ligte infanterie, op den weg links van ons af, die van de Niagaravallen naar het Fort loopt , post te vatten : en des morgens versterkte ik dezelve met een paar kompagniën grenadiers' en een gedeelte van het zesenveertigsle regement. Het gevecht begon te half tien ure! maar zij werden zoo dapper door het front van onze troepen en door de Indianen, die hen in de zijde aanvielen, ontvangen, dat alles na verloop van een uur in volslagene wanorde was, en alle oflFicieren gevangen genomen werden, ten getale van zeventien, waaronder zich de Heeren d'aubrt, de signery, marw en REPENTr.M bevonden. Het aantal der dooden kan ik niet juist opgeven, alzoo derzelver lijken in de bosschen verstrooid liggen; maar des vijands verlies is aanmerkelijk geweest. Dewijl de aanval onder de oogen van het garnizoen had plaats gegrepen, oordeelde ik het geraden, den koraman- derenden officier mijne laatste opeisching te zenden, waaraan hij het oor geleend heeft. Ik sluit de capitulatie hierbij in. De Heer mohcrief zal u den staat van onze ammu- nitie en van onze levensmiddelen overleggen. Ik hoop dat er dadelijk werk van ge- maakt zal worden, om ons den noodigen toevoer van die beide artikelen naar Oswego toe te zenden. Alzoo de troepen, die gisteren verslagen zijn, getrokken waren uit de posten die op des Generaals stabwig's route liggen, vlei ik mij met de hoop, dat het gebeurde van groot gewigt zal zijn voor de-i gunsligen afloop der expeditie. Ik zal den Adsistent- Kwartiermeester en den Fouragic meester belasten, den voorraad in het Fort gevonden, zoodra mogelijk op te nemen. Naardien de Indianen thans al mijne aandacht vereischen,' ten emde de artikelen der capitulatie naar behooren worden nagekomen, bid ik Uwe Excellentie mij te verschoonen van in nadere bijzonderheden te treden. Vergun mij u de verzekering te geven, dat al de officieren en manschappen zich gedurende het beleg, hetwelk hard en vermoeijcud is geweest, met de uiterste weltevredenheid en moed van hun' phgt hebben gekweten. Ik heb alleen het verlies van den Generaal prideaiix en dat van den Kolonel iOHissoi. te betreuren. Ik heb niet anders gedaan dan de wei- beraamde maatregelen doorgezet van wijlen den Generaal, aan wien al de eer van den gelukkigen uitslag toekomt." 2* i9 AMERIKA. «E PAWSADE»: OP DE HPDSOISSHIVIER. (boveiv nieow-vork.) •liSe rolsmuur, die licli 200 ver uiblrct. »1. ■ . ' ''''"' °P"n"km.waar- «.„„-y,™,, .e„. „enken <1.„ .el h , * 1V°' T "' '° *' °°" '*'= '''^' "° een- ba™ „„„, „„ kolorle™,» kHl!. '»':*»"<1=«1 -««en ,oe, en vertoont ming hebben doen jeren. De ,loflh ■ . '"!"' ^B"» ondersoheidende iena- en .net ,tee„blokken L dn ™t d T.:':™?, .T'" '™ °"" ™"«'°"»'" «SS- die a„en,erian,en te M^„, uZZlltjZZZ:'. t!'""'"'' "■™?°- emdelooze verwarring, en n,Vt vnnrrl,» ^ . • • ^"^'^^^^ «et is een toonee van afgelegd, .eet de pL^ieT^pt '/zt '"'' '"•^'" "" "^^ «•«'-^en" geheel zijn iets anders, waarin hij beTan/ate t' 1 ' T"^' ""'"^ '''°'*^''«°' ^«"^ P^^^kaadje, of bleven zijn. '' ^ ' '"' ^'^°^ ^'J^''^" "Ü'en per uur berekend, achter ge- ^''^^IS::::'::^:^^^^ -^-.eer gevonden dan valies in een' hoek n dergele e^ e/z JrL Tu "^' ^^'"'"'J^ ^^^^««^^ »)' ™«" was. en dan schepte ik crlirvernlaak „ j" h '"" 7,^' ''^ «" ^« «^ '^d, aan booïd weling op de Z.on.nJ waar e „en^eT iTr'-'^ ^ezwarenissen van den nieu- boot is er nog geen passagier aan 170^^'!?^^^ "T "" '^' ^'^^""^ ^'^" ^^ ^--gne reiskosten berekenende, betaalt reene vracht ^i'".' ^"^"''««"' ^"'^s onder Hü komt aan de smalle aanl .plaats tTZl l' ."' '"J '' "™ ^^"««^^ wordt, kinderen, behalve al de scho'otCies d f ^^^^"''«"^erd mannen, vrouwen en nieuwsbladen en andere pakkaadie Geen rnm'-^ '"'"'''° ' «"«Pe°Sesneden durven nemen, om in den'oversXtendrt'd dat'T '" T^'' ""'^^ ^^' ^^ ^•^'' wel wordt het gedaan, tot dageli k he ve !n . "'" ^'"''^ '' "^"^"' «" «'«"" die er de -hrikkelykste onheilef vfn tiüen t '""? "" "' '^ nieuwsbladschrgvers. de raderen beginnen als schuimbekk: T ^JZl^T- '^^ P'^^, 7^"^^^- voort te gaan. in beweging te komen. DeTente 'luidt e!; 7h "" 'r^'^" "" en gehjkt naar eene halve stad, welke een rl? ! ' ' ^''" '*""''* ^«'^ '«"d a, welke een rc.stoglje te water gaat ondernemen. De Ik r- in m § va ê ES =4 ■■? e g •4 m I sa I AMERIKA. 13 •r kinderen en de jonpe meisjes, die vol verbaasdheid staan te kijken, tuimelen onder en door elkander bij hel oprollen van den kabel. Een zwarte oppasser begint mei eene handschel te bellen alsof hij dol was, al de passagiers, die nog niet hebben be- taald, oproepende ))om naar des Kapiteins kajuit te gaan en af te rekenen." Al de genen die misnoegd zijn, omdat zij niet weten waar hun valies gebleven is; anderen die weigeren op te staan , om eenigen knaap te laten zien of zij ook op zijn vier cents trompetje zijn gaan zitten, spelen in deze vertooning van het werkelijke leven, hunne rol beter dan keeley of tiBToic ooit op het tooneel gedaan hebben. Een gekleurd blad papier en eene regt zwaarlijvige Zwartin, welke in de deur van het vrouwen- paveljoen staat, berigt den reiziger, die sedert het afsteken van de boot zijne vrouw nog niet gezien heeft, on bij gevolg nog niet zeker weet of zij wel mede aan boord is, dat het «geen man geoorloofd is, binnen de dameskajuit te kortien," en in weer- wil van zijne beangstigende onzekerheid, ziet hij zich genoodzaakt, haar onder drie- lionderd andere vrouwen , op de beschrijving af, door deze zvarte Hebe te doen opzoeken, terwijl hij intusschen zijne medereizigers vermaakt met het signalement van hare kleeding, hare gelaatstrekken en haar gansche uiterlijk voorkomen. De Negerin verdwijnt, wordt in den tijd van twintig seconden twintigmaal geroepen, en een uur daarna ziet de geduldige echtgenoot de trouwelooze voorbijkomen met een glas limonade in hare hand, terwijl zij hem en zijne »dame met den zwarten hoed en bruine oogen" geheel en al vergeten heeft, die misschien in hetzelfde oogenblik nog wel aan den steiger te NieuwVork hare handen staat te wringen. Intusschen begint het de jonge dames te vervelen, langer naar »de PaHsaden" te kgken, en zij halen hare zakboekjes te voorschijn; de bedaarde heeren lezen hunne nieuwspapieren, en de Kapitein, die zgne veertienhonderd of tweeduizend doUai-S ontvangen en in zijne bureau gesloten haeft, gaat even zoo hard zitten dampen als de stoombuis of de ma- chinist. Het breede water van de ra;>;>an-baai opent zich voor de blikken der reizigers. Dezulke van deze, ^ie nooit voorheen de Rivier bevaren hebben, zien verlangend uit naar het huis van washikotoh irviro^ Betzelve beslaat eene kleine plek gronds, van geboomte omringd, boven hetwelk een oud Hollandsch windvaantje uitsteekt. Mogen zgne laatste levensdagen, wanneer dérzelver tijdperk eer.» genaderd zal zijn, aldaar de achting en rust genieten, welke hem naar verdienste toekomen! Gedurende den laatsten oorlog in Kanada, ondernam Generaal pütüam, de vermaarde partijganger, voor het eerst eene landing op het Geiten- Eiland. Men had eene wed- 14 AMERIKA. dingschap aangegaan , dat niemand van ons gansche leger de Bcrgstroomen van den kant van Amerika zoude durven overgaan: maar hij was het, die, gedreven door de stoutmoedigheid, welke hem boven al de dapperen van dat tijdperk onderscheidde, het waagstuk ondernam. Een viertal der beradenste en kloekste mannen van zijn korps uitkiezende, ging hij met hen in eene boot, vlak boveu het Eiland, en door middel van een' kabel , die door even zoo veel forschgespierde gasten aan den oever werd vastgehouden, gelukte het hem, door met geweldige inspanning van krachten te roeijen, zijn doel te bereiken. Het terugboegseren viel zeer gemakkelijk, en het waagstuk is sedert dien tijd onnoodig geworden door het vervaardigen van de brug, vanwaar de nevensgaande plaat geteekend is. Vele jaren geleden gebeurde het, dat een Opperhoofd der Tonemantas, na een' hef- tigen twist met zijne vrouw , in zijne kano lag te slapen. Het kleine vaartuig lag buiten den stroom van de Niagara vastgemaakt bij den uitloop van het kleine riviertje , het- welk naar dien Wildenstam genoemd is , en de Wilde lag half beschonken met zijne rumflesch tegen zijn hart , tusschen het helmgras te slapen. Het razende vrouwspersoon na ettelijke pogingen bespeurende, dat zij, zonder hem te doen ontwaken, de flesch niet meester konde worden, maakte de kano los, en het riviertje uitzwemmcnde, stiet zij de kano voor haar uit naar den stroom van de Niagara toe. Vervolgens keerde zij hetzelve naar den kant van den stortval en zwom naar den oever terug. De kano gleed langzaam voort totdat zij den bovensten rand der bergstroomen bereikte. Door de beweging bijkans kenterende, werd dezelve van den eenen kant naar den anderen gedreven, en de Indiaan werd met schrik wakker. Hij werd terstond overtuigd dat alle pogingen tot redding vruchteloos waren , en met eene hem aangeborer ^ behendigheid de kano regt houdende, haalde hij de flesch van zijne borst te voor^ Mya en bragt die aen zijne lippen. Hij dronk er uit, totdat hij den rand des W. ter vals bereikt had, en terwyi de kano over denzelven heengleed, zag men hem regtop zittende, met zijn hoofd achterover, en de flesch tusschen zijne beide handen vastgeklemd houdende. — Niet lang geleden, werd er openbaar bekend gemaakt, dat op een' bepaalden dag, een groot vaartuig met twee of drie menageriën van wilde beesten , benevens eenige tamme huisdieren bevracht, de bergstroomen zoude afzakken. Dat berigt lokte van alle kanten eene ontelbare menigte aanschouwers uit, en ter bepaalder ure werd het vaar- tuig naar den stroom geboegseerd en vervolgens met de dieren, los op het verdek rond- loopende, aan zijne vaart overgelaten. Het gleed statig voort, totdat het aan de bergstroomen kwam, alwaar het na een verschrikkelijk stampen en stoten, gedurende eenige minuten in de scheur van eene rots bleef steken. De beeren en de apen werden in het want gezien, maar de andere dieren, die niet konden klimmen, werden van den oever af niet vernomen. Tot overgroote spijt van vele duizenden , geraakte het schip gedurende den nacht over de stortvallen heen , en van al de dieren bleef er niet één in leven, behalve eene gans, welke des anderen daags, zonder ander letsel dan eene gebroken vlerk, wedergevonden werd en sedert als eene merkwaardigheid voor het publiek te zien is geweest. Die bergstroomen zijn ver van het minst belangrijke schouwspel van de Niagara te ..- .j^:;-i^iiiii^i^\a s » ?§ s ?■ 3 4 «5 > 'S ^ ifl AMERIKA. 46 zijn. Zij vertoonen in hun' schuimenden loop eene kracht en een geweld, hoedanige men bij geen ander verschijnsel van denzelfden aard opmerkt. Op de brug staande, welke hot Geiten Eiland met het vaste land voreenigt, en naar het Meer Erie heen ziende, maken de schuimende randen der stroomen den gezigteinder uit, en doen zich voor, alsof het een strijd der woedende golven tegen den hemel ware. Niemand, die dit tooneel van woeste schoonheid niet gezien heeft, kan zich een denkbeeld vor- men van het geweld waarmede het water omhoog stuift. De rotsen, welker steile puaten boven deszelfs oppervlakte uitsteken, schijnen van eeu bovennatuurlijken angst gekweld te worden en de woeste golven als met de kracht van reuzenarmen af te weren. Digter nabij den rand van den waterval worden drie maalstroomen hoe langer hoe erger bewogen, en het is den aanschouwer bijkans ondoenlijk, het denkbeeld van zich af te zetten, dat zij de bewustheid hebben van den afgrond, waarheen zij zich spoeden , en daarom van afgrijzen pogen terug te wijken. Die geneigdheid om aan de Niagara eene menschelijke ziel en menschelijke gewaarwordingen toe te schrijven, is iets hetgeen al hare bezoekers eigen is, op al de punten van hare prachtvolle ver- schijnselen. De draaikolken der stroomen, de bo^jLen waarin zij de kleine rotsachtige eilandjes omsluit, die midden boven de woeling uitsteken, hunne plotselijke kalmte aan den uitersten rand van den stortval, en de witheid van het schuim, waarmede zij op nieuw, hoezeer magteloos, uit hoofde der schrikbarende diepte, te voorschijn ko- men, dat alles komt de opgewondene verbeelding der aanschouwers, als de natuur- lijke uitwerking van een dreigenden ondergang, een wanhopig besluit, een' schrikkelij- ken doodsangst van de ziel en het ligchaam des stervelings, voor. HET HEER SARATOGA. Een bijzonder kenmerk der Amerikaansche landschappen bestaat in de menigte van derzclver kleine Meren van zoet water, die van ééne mijl af tot twintig mijlen toe in omtrek beslaan, en meerendeels hun' aanvoer van water ontvangen van levendige bron- nen en wellen, met kleine riviertjes voor hunne uitwatering, die al het overtollige doen wegvloeijen , en met oeverkanten overal welig beplant en voor het grootste ge- deelte heuvelachtig en allerbekoorlijkst voor het oog. Zij liggen in het midden van de bosschcn gelijk zilveren spiegels, kalm en liefelijk het stoute vanden aard der land- schappen door hunne bevalligheid temperende. Van de meeste derzelve worden de groote Meren en Rivieren gevoed. Van den kant van Nieuw Fork alleen worden er vijftien geteld, die hun water in het Meer Ontario ontlasten — eene daadzaak, waaruit men hun groot aantal kan opmaken, en welke tevens dient om de moeijelijk te gissen bronnen van die aanzienlijke watervlakten op te geven. Het Meer Saratoga is vermaard door de veldtogten van den Generaal burooyne, en 16 AMERIKA. om de vischpartijen, welke er gehouden worden. Van de eerste is de geschiedenis ge- schreven en algemeen gelezen : de laatste zijn bekend door mondelinge overlevering : maar zoo lang er een lekkerbek zijn zal en de forellen aan den haak zullen bijten , zal ook dat aandenlfpn jn wezen blijven. Eene plaats »rfe Bronnen" geheeten, is slechts drie mijlen van het Meer af, en daarheen rijden de weelderigste bezoekers van Saratoga, om er maaltijden te geven, en dezulken van hunne gasten, wie het meer om het bevallige van het Meer , dan om de visch te doen is , komen er iets vroeger , om zich gedurende den voormiddag in platboomde vaartuigjes, op het Meer, te midden der forel- lenvangers in den zonneschijn te koesteren. Het zal zes of acht jaren geleden zijn , dat zich eens een vrolijk gezelschap op dit Meer bevond, en zich vermaakte met visschen en lucht te geven aan zijne geestige kwinkslagen, om zich dus doende in de gunst eener Schoone van eenige vermaardheid in te dringen. De boot lag ten naastenbij boveu vijf i zes voeten water , aan de Oost- zijde van het Meer, en de dames zaten, hare hengelroeden vasthoudende, omtrent veertig yard's van den oever af, naar hare dobbers te turen, die boven de oppervlakte van het heldere water lagen te drijven; maar zij lachten zoo luid met elkander, dat zij de visschen hun' honger wel van vrees moesien doen vergeten. Na eenige uren lang te hebben liggen dobberen, zonder iets te vangen, of zelfs een visch te zien bijten, be- speurde de bovenvermelde belle, dat haar haak in den grond bleef steken. Zij stond op om hem gemakkelijker op te hafen, en het gansche gezelschap in dat oogenblik naar denzelfden kant loopende, verloor zij haar evenwigt, viel over boord en deed door haren val de boot kenteren. In het eerste oogenblik was het eenigzins een tooneel van schrik en verlegenheid. De heeren trokken de dames mede onder water, en de dames de heeren: maar de oude visscher, dien zij aan het roer hadden gehad, een rijzige gast, die er den grond wel kende en wist dat de diepte juist met zijne lengte overeenkwam, flodderde bedaardclijk in het water rond, om er hen allen een voor een uit te halen , en ieder van hen bevelende, zich aan de omgeslagene boot vast te houden, stiet hij hen dusdoende veilig naar den oever, terwijl zij even als haringen aan een' hoepel, rondom de boot hingen. Geen van hen allen deed er eene verkoudheid van op. Andere lieden waren in het visschen gelukkiger geweest: de maaltijd liep vrolijk af, en de dame, welke de hoofdrol in het blijeindend treurspel gespeeld had, is sedert dien tijd onder den bijnaam van de Schoone Duiktter bekend gebleven. — De Indianen hechten aan dit Meer een bijgeloovig denkbeeld, hetwelk waarschijnlijk aan deszclfs afgezonderde en stille ligging zijn' oorsprong verschuldigd is. De Mohawks geloof- den namelijk, dat de stille, welke aldaar hecrscht, aan denGrooten Geest was gewijd, en dat wanneer eene menschelijke stem een geluid boven deszelfs water gaf, de kano van zulk een' heiligschender dadelijk zoude zinken. Men verhaalt dat eene Engelsche Lady, in de vroegste dagen der planters, met eenige Indianen dit Meer zullende over- steken, zeer nadrukkelijk door dezelve van dat gevaar verwittigd werd. Het was een doodstille dag, en de kano gleed als ei"ne schaduw over den waterspiegel. Omtrent eene mijl van den oever af en midden op het Meer, stiet de dame, welke de Wilden vjn de ongegrondheid huns bijgcloofs zocht to overtuigen , een' luiden gil uit. De diepste c '.'.}> i; -j) V' ^' '- li '> ::■■ ® :" C ,v.'iV iniiRN AMERlKAt 17 verslagenheid teekende zich oogenblikkelijk op het gelaat der Indianen, Na eene poos evenwel verdubbelden zij hunne pogingen en roeiden de ligte boot met de sneliieid van een' pijl over het water. Zij kwamen behouden aan den overkant, haalden de kano aan land, en de Lady dreef met hun bijgeloof op nieuw den spot. »De Groote Geest is ge- nadig," zeide hierop de verontwaardigde Mohawk: »Hij weet dat het zwijgen eene blanke vrouw onmogelijk is." Hel Meer Saratoga beslaat acht mijlen in de lengte en is iets meer dan twee mijlen breed. Het ligt ten naasten bij acht mijlen ten' westen van de ffudsonsrivier , die deszelfs water opneemt uit een klein riviertje, de riêch-Kreek geheeten. Voordat die kleine stroom in htt Meer valt, wordt hij door de Indianen met den anderhalfvoet langen naam van de Kayaderottera-Rivier aangeduid. Te gelijk met dien welluiden- den naam verliest dat riviertje zijne schoonheid , en van de plaats af alwaar het zich met het Meer vereenigt, vloeit het drabbig en langzaam naar de Hudtoni-Rivier heen. OE HOIiOJVIVADI} TAX HET BADHIIISI. (bij de saratoga-bronnen.) Dat Logement is sedert vele jaren hel meest in -ianzien geweest van al die bij de Sa- ralogabronnen zich bevinden. Het is een zeer uitgestrekt houten gebouw, zonder eenige aanspraak op bouwkundige fraaiheid, dan die, welke alhier in onze schets voorkomt, en met geen ander oogmerk gebouwd, dan om aan eene talrijke menigte van bezoekers ten naasten bij hetzelfde gemak te bezorgen, hetwelk haringen in eenen ton gepakt onder- vinden. De ruime en onbekrompen verdeelingen der Kolonnade beloven in dit opzigt, even als bij de meeste logementen van dit land, meer dan men van binnen aantreft. De reiziger komt uit de aanzienlijke Kolonnade in eene kamer van tien voeten diepte, bij eene breedte van vier voeten aan heleinde van eenen langen gang gelegen, en welke eenmaal daags door de kamermeid bezocht wordt. Zijn bed, zij.' stoel en zijn wascbtafeltje , ge- lijken volkomen naar die, welke men in de cellen der kloosters vindt, en gebeurt het hem eens bij den nacht ongesteld te worden, dan loopt hij gevaar van als een Heiden, zon- der klokkengelui of waskaars te sterven. De inriglingen van hel huis zijn alle naar evenredigheid hiervan. Des morgens te half zeven wordt er een bengel geluid en als- dan moet iedereen ten bedde uit, die op een ontbijt rekent. Te acht ure luidt er een tweede , en dit gelui behooren al dezulken niet te verzuimen, die liever warme dan koude eijerstruif tot hun dejeuné verkiezen. Het middagmaal en de thee vereischen dezelfde naauwgezetheid: en het theedrinken vooral, hetwelk in andere landen eene zaak van geen het minste gewigt is, wordt alhier, waar men te twee uren eet, een maaltijd, dien men ongaarne mist. AMERIKA. A I» AMERIKA. De thee wordt te zes uren of half zeven gebruikt, en daarbij koud vleesch opgezet, Indiaansch en ander gebak, allerlei soorten van bezien, pastijën, koek, geleien, koffij en thee. Na eene vasten van vier uren lang zijn dat geene voorwerpen om te veron- achtzamen, en de beaux en belles spoeden zich van hunne plaizierridjes naar huis, tot geen gering voordeel der stalhouders, die hunne paarden »bij den namiddag" verhuren. Na het theedrinken kleeden zich de heeren, die zich vóór het middagmaal gekleed en vóór het plaizierreisje weder ontkleed hebbeu , op nieuw voor den avond , en de ruime Kolounade wordt druk bezocht door de vijfhonderd logeergasten , die aldaar ean uur lang komen heen en weder wandelen, of, indien het de avond van het bal is, totdat de troep muzikanten, die meestal Zwarten zijn, van de tafels der eetzaal een orkest gemaakt hebben, en het «Heil u, Columbia!" aanheffen. Een hoepel met groen loof omwonden en vol gestoken met kaarsen , hangt midden in de zaal (de p i - devant eetkamer): een koor van aide Negers van het Etablissement doet zich hooren, en als de zegevierende muzijk ten tweedenmale het refrein herhaalt, doet de Patro- nesse hare intrede aan den arm van den edelman, die de meeste aandeelen in de openbare fondsen heeft, en ."ordt opgevolgd van al de paren, wier voornemen het is te dansen of te spelen. De zwarte muzijkanten doen zich dapper op hunne speeltuigen hooren , niet in gebreke blijvende met hunne hoofden en hielen de maat aan te geven, alsof zij daar al mede toe afgehuurd waren. De beaux, wier verliefde gesprekken afgebroken werden door de laatste chaggé (indien zij deel aan dezelve verlangden te nemen) voeren hunne schoone danseressen, on. een luchtje te scheppen en eene ver- koudheid op te doen , naar de Kolonnade mede ; en tegen elf uren gaat de Champagne rond voor de dames , terwijl de heeren zich van hetgeen zij verkiezen aan het buffet voorzien; waarna de kaarsen helderder beginnen te branden, en al de aanwezigen in eene vrolijker stemming geraken. Het badhuis is zeer nabij de voornaamste bron aangelegd, welke aan de westkust van een moeras gevonden wordt. Dezelve werd bet eerst ontdekt aan de sporen der herten, die dezelve zoo dikwijls bezochten, dat er uit al de omliggende bosschen paden heenliepen. Het minerale water bezit eene sterke genezende kracht en heeft gansch geen' onaangenamen smaak. Het welde voorheen op uit den grond van een klein beekje, maar ligt thans onder den grond bedekt van eene open Kolonnade, en geeft ten naasten bij eene gallon in elke minuut. Het gas er van zich afscheidende, rijst in heldere bellen naar boven, en geeft aan de oppervlakte het voorkomen van een' koken- den ketel. Aldaar bevinden zich vóór het ontbijt die weinigen bijeen, die anders om der gezondheids wille te Saratoga komen, en drentelen ook vóór het middagmaal diegenen heen eu weder, die de beweging van het wandelen noodig hebben, of die eenig prik- kelend middel voor den ophanden zijnde maaltijd behoeven. Een arme schelm, wiens gansche bezitting in een' aan bet einde kromgebogen stok , benevens een paar tinnen bekers bestaat, vindt alhier nog eenig voordeel, door het opscheppen van het bruisende water, tegen den prijs van een cent voor eiken kroes, ten behoeve van de gadingma- kenden. — Zoodra de gentlemen hun zuurzout met vierderlei soorten van koolzuur '*iW*!9B"*"'*(*#WW^ I '■ S3 'Ail AMERIKA. Il vermen{jd, hebben naar binnen geslagen, leidt hen een slingerpad naar den top van een' bevallig beplanten heuvel, alwaar zij zich in een' werktuigelijk bewogen stoel, langs een' cirkelvormigen ijzeren spoorweg kunnen vermaken, of de schaduw opzoeken, om zicli aan hunne overdenkingen over te geven. AliBAIVY. Albany is de tweede Stad in den Staat van NieuK-Vork, zoowel wat hare bevolking aangaat, als om haren rijkdom en koophandel. Zij ligt aan den westelijken oever van de Hudton, omtrent honderdvijfenveertig mijlen van Nieuw-Vork af, naar deu weg langs die rivier gerekend, en digt nabij het punt alwaar deze voor sloepen bevaarbaar wordt. Zij is juist gebouwd op hel hoogste gedeelte cener uitgestrekte vlakte, tusschen de Mohawk en de Uudton^ en heeft grootelijks het voorkomen van eene stad , welke tegen de schuinsche helling van een' berg is aangelegd. De geschiedenis van Albany's vroegsten aanleg is niet bepaaldelijk bekend. Het schijnt dat de Hollanders in 1614, op een eiland juist beneden de stad, eene factorij met een Fort hebben opgerigt, gelijk mede negen jaren later, op dezelfde plek, alwaar het- zelve thans nog gevonden wordt, een ander Fort, hetwelk zij Fort Oranje noemden. Men zoude bijna zeggen dat het kerkelijk gedoopt is geworden : allhans het heeft in verschillende tijdperken de namen gedragen van Aurania , Beverwijk en fVillemttad. »Het was te gelijkentijde," zegt de Geschiedschrijver, »ook bekend onder den naam van de Fuik." De Indiaansche naam dien het droeg, luidde Schau-naugh-ta-da , of »de Aloude vlakte der pijnboomen." Albany is de woonplaats van vele der oudste en meest gegoede familiën van dien Staat: maar hel is behalve dat ook het middelpunt van den transito -handel — het voornaamste kanaal van gemeenschap voor de kooplieden en de reizigers , naar de nüordclijke en westelijke streken. De Erie en 6'/»o/w/>/ai«-kanalen vereenigen zich alhier met de /^Mrf*o/t*-rt«jier, en het water, hetwelk de laatste aan de zee onthoudt, wordt door de beide andere naar de groote meren afgevoerd — even alsof de oude Enccladus alhier zijn' werkdag hield en met uitgestrekte reuzenarmen tusschen het zee- en het rivierwater stond. Hetgeen bijkans iedereen van Albany weet te vertellen is, dat hij er een reisvalies verloren heeft. De sloombooten van het noordelijk gedeelte der rivier brengen u in een gezelschap van drie- tot zevenhonderd passagiers toe, bij het vallen van deu avond aan eene smalle aunlegplaats, alwaar men nagenoeg van drie- tot zevenhonderd lieden vindt staan, waarvan er niet één is, wiens levensbestemming niet schijnt te zijn, u op dat bijzonder tijdstip aan te raden , dit of dat middel van vervoer te verkrijgen , 3 * so AMERIKA. of in dit of dat, logement uwen intrek ie nemen. Zoodra gij voet aan wal zet, om- ringen u vijf of zes razende knapen , waarvan er twee of drie u achteruitloopende voorgaan, en alle zoo hard schreeuwen als zij maar kunnen, hetgeen ook voor hun belang noodzakelijk is, indien zij het gesis van de stoombuis willen verdooven en el- kanders woorden overstemmen. Indien gij met hen in gesprek geraakt en het eerste zestal aan het verstand hebt gebragt, dat uw weg, uwe pakkaadje en uwe keuze van een logement, zaken zijn, in welke zij u van geene de minste dienst kunnen wezen, treedt er een tweede restal voor in de plaats, hetwelk eveneens tot reden moet gebragt worden, en zoo gaat het gedurig voort, zoodat men kwalijk den tijd heeft om tot zijn' adem te komen. Indien gij hardnekkig stilzwijgt, wordt uw stilzwijgen als eene toe- stemming beschouwd, uwe pakkaadje aangegrepen, en zoo verdwijnt deze uit uw oog, voordat gij nog van uwe verbaasdheid bijgekomen zijt, en u blijft niets anders te doen over , dan met de lastigste van uwe vijf overgeblevene vervolgers naar een logement te gaan, 's anderendaags eene advertentie over uw vermist verlies in eenip nieuwsblad te doen zetten, en stilletjes te Albany af te wachten, of het ook nog uit Kanada of van het Meer Erie terugkomt, en zoo niet, u over deszelfs verlies te troosten. Eene der vermakelijkste vertooningen van de wereld, indien zij slechts niet zoo be- droevend was, id een groot aantal landverhuizers niet de stoomboot te Albany te zien aankomen. Het is alhier , dat zij voor het eerst voet aan land zetten. Met al het goed vertrouwen van menschen, die gewoon zijn een land te bewonen, alwaar de personen en goederen veilig zijn , leveren zij hunne kinderen en hunne pakkaadje over aan den eerstkomende, die hun beduidt dat alles veilig is, en indien er in den geestvan den armen man al eens eene gedachte mogt opkomen, hoc zonderling en aan het wonderda- dige grenzende het wel is, dat iemand die hem volstrekt onbekend is, zoo juist van zijn' voorgenomen togt onderrigt kan zijn , dan wordt die gedachte een oogenblik daarna uit- gewischt door zijne verbaasdheid over het tooneel van gewoel en verwarring, dat zich aan hem voordoet. Na verloop van vijf minuten dunt de menigte een weinig en hij kijkt rondom zich naar zijne kindereu en zijn goed. Dadr vliegt in aller ijl eene diligence naar den eenen kant heen , in welke zijne oudste dochter vruchteloos hare armen uit het portier uitstrekt en roept dat er eene vergissing plaats heeft. Zijne twee jongste zijn aan boord geraakt van eene stoomboot, welke zoo even is heengegaan naar eene plaats acht uren hooger de rivier op. Zijne goederen zijn geheel en al verdwenen, en van zijne gansche familie en zijne bezitting is hem niets overgebleven dan zijne stokoude groot- moeder, en het ledekant van zijn' grootvader, en beide slechts, jmdat de eene doof en het andere niet draagbaar is. Tot zijn' troost berigteu hem de fatsoenlijke lieden , die hem daar aantreffen, dat zijne kinderen tocii na verloop van een paar dagen kunnen wederkomen, en dat hij op zijne reis verder het Avcsten in, misschien wel hier of daar zijne goederen zal terugvinden — biedende hem ten zelfde tijde aan , tot het een of het andere oogmerk, voor geene geringe geldelijke vergoeding, een' ijlbode weg te zenden. Albaht is de zetel van het bestuur en heeft als zoodanig een Provinciehuis , omtrent 1 i.ip>iia.wiiiiiffw»p^p-'w;«ffw!«pipp«wwi»i :P -1 * ^ a 5; a t. ►4 s 7ï ^ P ^ ^ ■>! e. N w •■* a S CT ^ ■4 -n •v ^ N ^ Sr! 5^ ■fi :a © 38 ?=5 i AMERIKA. 9i lielwelk de geschiedschriJTer van Nieuto-York aanmerkt: »In den aanleg van dat ge- bouw zijn alle regelen van bouwstgl, hetzij Egyptische, Hindoosche, Chinesche, Griek- sche, Ronieinsche, Sarrazeensche, Gothische, of de zamengestelde volmaakt geschonden." Sedert eenigen tijd evenwel heeft een betere smaak van bouwkunde veld begonnen te winnen, en wij hebben, niet lang geleden, in de Noorder Parelslraat eene /acarfe (naar het scheen van eene nieuwe Kerk) gezieu, welke van eene zeer zuivere en fraaije bouworde was. Vele der bijzondere woonhuizen van Jlbany moeten vrg wat geld gekost hebben , en de inwoners verdienen lof om hunne gastvrijheid. HET KllAAIJEAJ-XEiST: VAUT DElir STIERBERGf AF GfEZIEIV. (op de WESTKAAP.) Het is met de Hudgons-Rioier even als met alle andere rivieren het geval dat men, om dezelve op het voordeeligste te zien, haar in het midden en niet op den voorgrond van eene schets brengen moet. Het is verwonderenswaardighoc veel effect de voorgrond in een landschap doet, en er zijn er weinig, alwaar dezelve van natuur schooner is, dan die van de Hudfions- Rivier. Op de hierbij behoorende schets ligt de schilderachtige bosschaadje van Undercli/f, het lusthuis van den Kolonel mokris, tusschea de Rivier en den teekenaar, en regt tegen over hem de top van hot Kraaijennest , den berg, van welken bij de beschrijving van de fFettkaap melding is gemaakt i. Het Kraaijennetl is een der fraaiste bergen van Amerika, wat zijne bosschaadje, zijne gedaante en zijne ligging aangaat, en wanneer het water effen is en de maan zich boven den top des bergs vertoont, heeft hij het aanzien van een' Monarch, aan wiens kroon eene enkele parel prijkt. Hij is ook de schouwplaats van liet eerste voortbrengsel van dichterlijke verbeelding, hetwelk in Amerika in het licht gekomen is — het Dicht- sluk namelijk van «den schuldigen Kabouter." Bij den aanhef van hetzelve wordt de plek zoo naauwkeurig en treffend beschreven, dat zij er volmaakt in te herkennen IS , en zij , die het dichlstuk ooit onder de oogen hebben gekregen (hetgeen echter met weinig Europeanen het geval zijn zal), zuilen er een voortbrengsel in aantref- l'en, hetwelk naar mijne gedachten zeer veel overeenkomst heeft met den «Droom van een' Zomernacht." Het onderwerp is de tercgtstelling van een' Kabouter, over wicn de olgcmcenc vergadering der Toovergoclinnen viorsohnnr spant, nademaal hij I Zie bl. 0. S9 AMERIKA. rich schuldig heeft gemaakt aau het uitdooven van rijne tooverlainp, en zich iu eeu minnehandel met een aardsch meisje heeft ingelaten. Hij wordt tot straffen veroordeeld, waarvan de naauwkeurige beschrijvingen het grootste gedeelte van het dichtstuk uit- maken. Eindelgk doet hij boete voor zijn vergrijp en krijgt vergiffenis. Men vindt er zulke naauwkeurige en naar de waarheid ontworpene tafereelen in , benevens eene 200 juiste kennis van de Natuur in Amerika, vooral wat de vogels, visschen, bloemen en andere voorwerpen van deszelfe gewesten betreft, dat men dit kleine gedicht even zoo wel als een boek van grondige wetenschap als van dichterlgke verbeeldingskracht kan beschouwen. Juist onder het Kraaijenneêt en overschaduwd door de lommer van eene bergkloof ontspringt een waterval midden in de bosschaadje en stort zich in de rivier uit. De wandelingen in den omtrek zijn koel en eenzaam , en het is een geliefkoosd oord voor de minnende gelieven van Nieuw-Vork, die er zich met de stoomboot heen begeven (een togtje van drie uren) en er de wittebroodsweken met veel genoegen doorbrengen, alzoo het voortreffeliike logement, hetwelk men er vindt, het wezenlijke aanvult, zon- der hefwelke al het denkbeeldige slechts eene beguicheling is. De marmere graftombe van een' kadet, die door het springen van een stuk kanon zijn leven verloor, maakt een schilderachtig voorwerp uk en zet aan de plaats eenig geschiedkundig belang bij. OEZIOT VA]¥ DE TAFEI^KIilP: JVIAQARATAI.. (van benede» af oezien.) Het belangwekkende van het gezigt op die overhangende rots wordt eenigermale verhoogd door de waarschijnlijkheid, dat dezelve binnen het verloop van het eerst- volgende half jaar in den afgrond zal nederstorten. Sedert den val van het verst vooruitstekende gedeelte derzelve, twee of drie winters geleden, heeft men eene diepe en wijde scheur ontdekt in den omtrek van het overgebleven blad boven aan de rots, en men vreest zelfs , dat het de uitwerking van het eerst aanstaande vriezend weder niet zal kunnen wederitaan. Thans evenwel, ondanks dat dreigend gevaar, ziet men ter aller ure het breede Tafelblad door talrijke gezelschappen van heeren en dames bezocht, die aldaar loopen, teekenen en in bewonderende aanschouwing verzonken zitten, in het vaste vertrouwen dat er gcene klip is, welke niet op haar grondstuk rust. En dat zal waarschijnlijk zoo blijven duren, tot dat eindelijk eenmaal dat klipstuk, na zoo vele waarschuwingen, met een donderend gekraak nederstorl i. f\! I Zouile de Toorspelling >»ii .len Hoer «ailis ouk bewaarheid lijn geworden, en het nedervallen >„n dil klipsliik i \fM^m''-) VZ]S.W KSK.OW ir AV BIL IS 1K.OC1K. Hl» T&J-'BI.-Kl.IF s •('-V.V.-iVfZ <.'.Vri-M l'RK 'i AMERIKA. i3 > Het pad achter den Paardenhoef loopt juist onder het vooruiutekende blad van de Tafelklip, en tusschcn het schuim en de kleinere stroomen, die over den «teilen rand nederdruppelen , of een uitloop vinden door de talrijke scheuren in den kant van den afgrond , is het even zoo nat aU in de laan , welke door de tooverheks van den Jila* met oen aceuwigdurenden regen" gezegend wordt. Wij maakten een gedeelte uit van een talrijk gezelschap, hetwelk tegen h'^t einde van den laalstverloopen zomer dit Najaden- paleis hezocht. Boven aan den trap staat een klein huisje, door een' zeer beleefden Engelschman bewoond, die met behulp van eene dochter en twee zoons, aldaar eene leeskamer houdt, met een boek om de namen der bezoekers in op te teekeiion; zeld- zame wandelstokken, in de bosschen van den Niagaraval afgesneden, benevens delfstoffen .11 opgezette schorpioenen verkoopt; daarenboven zijne diensten verhuurt als wegwijzer naar de verschillende watervallen, en brandewijn met water ten dienste heeft dergenen, die den reistogt hebben overleefd. De dames van het gezelschap werden in een klein afzonderlijk vertrekje gelaten, om lis een voorbcreidtiule maatregel tot het nederklimm,_n, van toilet te veranderen', en de twee vlugge knapen van onzen wegwijzer, metamorphos- «-rden ook weldra hare Ca- oalien in een zoo slordig paar struikroovers, als men in het hartje der /Ihruzzen vinden kan. Een grove broek, lange buisjes van groen geverwd laken, hoeden van gewast vilt ea flanellen hemden — alles er even zoo uitziende als de klcederen der drenkelingen , ter herkenning van dezelve aan de Morrfue te Parijs ten toon opge- hangen, — maakten ons kostuum uit. Hel onderscheid van dat der dames bestond m een' groven rok in plaats van onze broeken , en een' band, waarmede hare breed, .;- rande hoeden onder hare kin waren vastgemaakt, — zoodat onze vriendinnen, alle vleijerij aan kant gezet, wel te Billingstjate 2 schenen thuis te behoorcn. Het verschrik- kelijkste oogenblik der expeditie voor haar was, genoodzaakt te zijn in zulk eene kleeding, voor een twintigtal aanschouwers, die zich op ons pad verzameld hadden, de recue te passeren. Onze wegwijzer ging vooraan en wij volgden hem, digt onder de over ons hoofd hangende rots. Van het oogenblik af, waarin wij de beschutting van den trup ver- lieten, blies ons een gure scherpe wind in het aangezigt, en eenige schreden gevorderd zijnde, trof ons een fijne stofregen , die door al de openingen van onze kleederen heendrong en het voetpad onder ons zeer glibberig en moeijelijk maakte. Wij waren nog niet bij de watergordijn, achter welke wij heen moesten wandelen, maareen of twee van het gezelschap gaven het reeds op en keerden terug, verklarende dat l.ct hun ondoenlijk was adem te halen; en de overigen, het voorbeeld van onzen wegwijzer volgende, moesten zich bijkans tot op den grond voorover buigen om de schuimvlokken lit hunne neusgaten te houden; en zoo vervolgden zij hun' weg, vrij wat te doen «nleid.ng g.g.ven hebben tot bel berigt , eer.t door oen A«,erlk„,„,ch K,eu«,blad «..dcgedeeld. u.«r vervolgen, .1, eene jokkern.j uilgckreten, .Isof een gedeelte der roUen ».n den Niag.rav.l ware inge.lort? ^ De woonplaats der Lundenacbe ïitcbfroiiwen. ê 94 AMERIKA. hebbende om zijne hielen in het oog te kunnen houden. Wij kwamen bij het moeije - lijk«te puut vuij ouzeu logt, en te midden der verwarring, door de digle regenvlagen veroorzaakt, geheel en al doof en meer dan ten halve zwemmende, bleef onze gid» een oogenblik stilstaan om ons in de gelegenheid te stellen , van liem bij een slip van zijn hembd vast te houden en ons verder eenige teregtwyzingen te geven. Alles wat wij onder het donderend geraas van den watervui naast ons hooren konden, was ccn bevel van, wanneer het op het ergst zoude zijn, vooruit te gaan, alzoo de weg achter den stortval om korter was dan indien wij teruggingen : en met zulk een vermakelijk vooruitzigt stapten wij zoo hard ademhalende als wij slechts konden, den vijand te gemoet. Men mag veilig vooronderstellen , dat iedereen , die door de waterkolom heen- gedrongen is, welke den ingang stopt der spelonk achter dien waterval, een volkomen denkbeeld van de benaauwdheid van het verdrinken zal hebben gekregen. Hetgeen aan de dikte van het element ontbreekt, wordt meer dan aangevuld door de kracht van den wind, die tegen den mond, de oogen en de neusgaten aanslaat, alsof hij een' helschen watergeest poogde te ontvlieden. Het denkbeeld alleen, dat het ergste is doorgestaan , schenkt den hjjgenden lijder den moed om nog eene wanhopige schrede verder te doen. Binnen de spelonk valt het ademen vrij moeijelijk , maar met een weinig vermogen over zich zelven zal men zich evenwel tegen de waterdeelen van den dampkring weten te beveiligen , en vervolgens zal het aanschouwen van het Paveljoen , met alles , wat zich boven en rondom hetzelve vertoont, een' indruk op den geest maken, die nooit zal worden uitgewischt. De bogt van den nederbruisenden waterval vormt eene ruimte , gelijkende naar liet binnenste van eene tent, maar welke zoo vol dampen en schuim is, dat men er onmogelijk ver door kan heen zien. Van buiten gezien, speelt het licht bij tusschenpoozen op de krijstallen muren van den katarakt, en wanneer er de zon regt van voren op schijnt, is bet eene voorbeeldeloos fraaije verlooning. De plaat» waarop men staat is zeer onvast ; het is als een smalle plank , uit losse en glibberige stoenen bestaande: en onder u raast en kookt de afgrond als neen, het is onmo- gelijk eene vergelijking te vinden ! Over het geheel genomen is het waagstuk eerder genoegelijk voor de herinnering dan vermakelijk onder de uitvoering. il 1. MUI II Liu^inij II P 1 S S V ^ m V^ ï g i^ m m a ^ » ^ 4 "^j i i t-% A .t; ;!; S3 'S -■ M •->: "^ ^ ID s=s e 53 «2 sa W © 1^ a fa ra Ö E>J a ''S' w 'i-) e 't c ^ ■^ '■ 'j 2 i%' g V ^ g •< ■>; 1'; B ',^ \-i f »» »Mr:aL/r i AMERIKA. 35 HET HEER irmiVIPISEOeEE. (de oogappel oer indunen.) IN NIEUW HAMPSHIRE. li De gevechten in Indië, door den vern^^arden Kapitein lovewell, nabij de oevers van dit Meer geleverd, waren het niet alleen, die de vroegste inboorlingen van dit ge- deelte des lands in de gelegenheid stelden, om de bewijzen van hunnen moed ten toon te spreiden. Beeren, wolven en wilde katten waren de vijanden, die zij zoo dikwijls op hun pad aantroffen, als de norsche Indianen, en meestal veel gevaarlijker dan deze. De beschrijvingen, welke in de deftige geschiedkundige oorkonden van den Staat voor- komen, van ontmoetingen vooral met beeren, zijn somtijds vrij koddig, en inderdaad, hoe gevaarlijk hij ook voor den mensch moge wezen, heeft evenwel de beer iets over zich, hetwelk aan zijne worstelingen tegen den mensch iets grappigs bijzet. In de vroegste dagen van Nieuw Hampshire stelden die dieren dikwijls al de hoop des landbouwers te leur, door het vernielen van de groene maïs of andere soorten van granen. De zoete vruchten, de honig en andere eenvoudige maar smakelijke voort- brengselen van den boomgaard, waren even eens door Bruin gezocht, en zoo lang hij zich daarvan konde voorzien, nam hij nimmer tot eenig dierlijk voedsel zijne toevlugl. De ergste van die soort was de kleine Amerikaansche beer, met den langen spitsen neus, die zich zeer onderscheidt door zijne groote vlugheid in het op- en afklimmen der boomen. Mea vond hen dikwijls in holle boomstammen of in rotskloven, en bun vlcesch werd door de jagers voor zeer lekker gehouden. Onder de avonturen met die soort van hunne vijanden, door de eerste volkplanters van dien Staat vermeld, behoort de ontmoeting van zekeren Matter askis, met zulk een' beer. )>Eens op een' dag, Iaat in de maand Maart," zegt de verhaler, »toen er veel sneeuw lag, deed hij zijne sneeu wschoenen aan en hegaf zich met abner watriks, vergezeld van hunne honden , om te jagen naar de Mmkbergen heen. Zij waren met eene bijl en een jagtgeweer gewapend. Nabij het gebergte komende, bespeurden zij dat de honden zeer opmerkzaam naar iets keken, hetwelk zich in de spleet van eene rots schuil hield. ArtKis liet zijn medgezel alleen en beklom de rots tot op eene hoogte van twintig of dertig voelen, alwaar de honden waren. Hij had toen niets anders bij zich dan zijn' stok, waarvan de punt met ijzer beslagen was. Na een kort onderzoek, maakte hij het besluit op, dat er geen ander wild zijn zoude dan een vret of eenig ander klein dier, zoodat hij van vcrmoeijenis op zijn' rug in den sneeuw ging liggen, met zijn iioofd tegen de plek aan, welke hij onderzocht had. Weinige oogenblikken nadat hij zich nedergevleid had, hoorde hij een gesnuffel onder zijne ooren: hij sprong op en zich omkeerende, zag hij eene oude bccrin, haren kop tussclien de verdorde bladeren en de AMERlkl. 4 86 AMERIKA. sneeuw doorsteken, die den ingang van haar hol stopten. Hij stak zijn' stok tegen de schoften van de beerin uit en hield haar op die wijze van zich af, te gelijk WATKi^s toeroepende, bij hem te komen en de beerin met zijne bijl te dooden, hetgeen na eenige oogenblikken gebeurde. Toen alles gedaan was, beklaagde zich AM,rs over de traagheid van watkins, maar deze verontschuldigde zich, met te zeggen , dat hij zijn geweer met had kunnen afvuren, omdat het telkens - telkens - telkens ketste. ,.En hoe legdet gij op hem aan?" vroeg an«is, wetende dat hij zelf juist tusschen hem en de beerm gelegen had: >,Wel, ik mikte op haar tusschen uwe beenen door," ant- woordde WATKirrs. Vele jaren geleden, werd door een' stouten knaap, nabij het Meer fFinnipheogee een jonge beer gevangen, naar het gehucht gebragt en na vrij nrat moeite in hot afrigten tot een' speelkameraad van al de dorpsjongens gemaakt, die hij dikwijls naar het school- gebouw vergezelde. Na eenige maanden lang in de beschaafde maatschappij te hebben doorgebragt, ontkwam hij naar de bosschen en was na vrij wat jaren geheel en al vergeten. Het bestuur over de school was intusschen van den schoolhouder op zijne vrouw overgegaan, en in hetzelfde vertrek, alwaar de groote jongens en meisjes schnjven en cijferen loerden, werden de kleine in het breijen en het spellen onder- wezen. Op zekeren winterdag, nadat het hard gesneeuwd had, was door een der knaapjes de schooldeur opei;gelaten, en zie, tot den vreeselijksten schrik der gebrilde schoolhouderes met hare tac»:tig leerlingen, komt een groote beer op de aller^e- meenzaamste wijze de kamer binnenstappen en gaat bij het vuur zitten. Al de kin- deren vliegen holderdebolder over de banken en kruipen digt bijeen rondom de schoolhouderes, die de wijk genomen had naar het uiterste hoekje van de kamer, en aldaar stond te schreeuwen en gillen van vrees, dat zij het eerst zoude worden 'op- gegeten. De beer zat zich inmiddels al snuffelende bij het vuur te warmen, beloonde zich zeer tevreden en scheen zijn maal uit te stellen totdat hij zich door en door zoude gewarmd hebben. Het gegil der kinderen hield niet op, maar het schoolgebouw lap- ver van de overige huizen verwijderd, en de beer scheen zich nergens aan te storen Na verloop van eenigen tijd rigtte Bruin zich op zijne achtei poolen overeind, en naar de deur heensloffende , begon hij stuJi voor stuk de hoedjes, muisjes en zakken, die aan den Kapstok achter dezelve hingen, af te nemen. Zijn geheugen bedroog hem niet- want dezelve waren, even als in vroegere dagen, vol van de suoepcrijcn der kin- deren. Nadat Bruin zich aan hunne kaas, hunne broodjes, hunne koekjes en hun suikergebak had te goed gedaan, snuffelde hij eventjes aan den lessenaar der school- houderes, maar bespeurende dat deze gesloten was, haalde hij, als ten teeken van onderworpenheid aan zijn lot, zijne schoften op, stiet de deur open en verdween Thans werd he» alarmsein gegeven; het goedaardige dier werd vervolgd en redood tot bitter Ieedw:-zen van al de dorpelingen, die weldra aan eenige merkteekenen van zijn hgchaara ontdekten, dat hij hun oude vriend en speelkameraad was geweest in|^|IJIU)IIIJI|HW . I(l.|. i-i I JIILIffl JS<' <-'■".» ! ■• I . iillT>|M|>l' ■' u.^**<* ii'|fcti|Py»n 'a J^X$!*iï,)'# '?^. AMERIKA. 27 KOSCIUSKO'S ORAFTEEKEIV. Aan den uitersten kant van het ruime vlakke oeverstrand der fFettkaap, vanwaar men het allerfraaiste uitzigt heeft over de fraaiste rivier van ons vaderland, ontwaart men eene bevallige marmeren kolom. Dezelve vereeuwigt de krijjsdeugden van ros- citJSK.0, die gedurende zijn tweede verblijf in yïmerika, aan de fFestkaap woonde en zijn' kleinen hof bebouwde nabij de plek van dit gedenkteeken , ter zijner eere op- gerigt. Het was in die streken, dat kosciusro onder den Generaal Washington dienende, zijn' eersten oorlogsroem verkreeg. Hij was opgevoed in de militaire kweekschool te PFarschau, vanwaar hij, om zijne opvoeding te voltooijen, naar Parijs gezonden werd. Bij zijne terugkomst in Polen werd hij dadelijk geplaatst, maar op de eerste weigering van bevorderd te worden, besloot hij zich naar Amerika te begeven, en aldaar de vrijverklaring der Amerikaansche Engelschcn te helpen bevechten. Van een' brief van Dr. FRAMKUN aan den Generaal Washington voorzien, bragt hij dezen een bezoek, en werd onmiddellijk tot zijn' Aide-de-Camp aangesteld: en het duurde slechts kort, of hi,i ontving eene bediening als Kolonel bij de artillerie. Nadat hij zich gedurende den oorlog voor de vrijverklaring door zijn' moed en zijne bekwaamheid bij uitstek onder- scheiden bad, keerde hij weder naar Polen, werd als Generaal-Majoor aangesteld en verkreeg weldra den rang van Divisie-generaal onder den jongsten poni.vtowski. Wel- dra bespeurende dat zijne pogingen om de vrijheid te bevechten, dour de zwakheid of zelfs door het verraad van anderen verlamd werden, verzocht hij zijn ontslag en begaf zich naar Leipzig. Hij woonde aldaar nog in 1793, toen zich onder het Poolsche leger en zelfs onder het volk eene gezindheid tot muiterij begon Ie openbaren. Aller oogen waren op kosciusko gevestigd, die op eens tot hun aanvoerder verkozen werd, waarvau hem het berigt te gelijk met de ontwerpen en de verlangens van zijne land- genooten uit fFarschau werd toegezonden. Ten gevolge dier uitnoodiging begaf hij zich een weinig digter nabij de Poolsche grenzen, maar alleen uit vrees van de vei- ligheid dergenen, waarmede hij te doen had, ia gevaar te brengen, was hij op het punt van de onderneming te laten varen en zich naar Italië te begeven. Bij geluk wist men van hem te verkrijgen dat hij terugkeerde, en te Krakau aankomende, juist m het oogenblik, toen het Poolsche garnizoen de Russische troepen had verdreven, werd hij tot Generalissimus, met al de magt vaneen' Romeinschen Dictator verkozen. Terstond daarna vaardigde hij eene bekendmaking uit, waarbij elke opstand tegen eene buitenlandsche Magt gewettigd werd, en trok vervolgens den Kolonel madalikski ter hulp, die door de Russen op de hielen werd gezeten. Nadat hij zich met dien krijgs- overste had vereenigd, bevochten zij hunne eerste overwinning met een gering aantal troepen. Zijn leger groeide weldra tot negenduizend mannen aan; de opstand breidde zich tot fFancfiau uit, en binnen weinige dagen waren de Russen uit dien 4 * M AMERIKA. omliek vcrdrcveu. Bij cene volgende ontmoeting behaalde hij eenig voordcel op den vijand, maar de Koning van Fruiteen de Russen ter hulp snellende, geraakte KOSCIUSKO in groot persoonlijk gevaar en leed de nederlaag. Van dat oogenblik af waagde hij eene ongelijke kans tegen eene groote overmagt, en werd ten laatste te Maczienice of Maniejomica , vijftig mijlen van fFanchau af, dqor de Russische over- magt geheel verslagen. Hij slorltc gewond van zijn paard af, zeide Finit Poloniae! (Het is met Polen gedaan) en werd krijgsgevangen. RoscirsKo werd naar Rusland gezonden en binnen cene vesting nabij Peterthurg opgesloten, alwaar hij bleef tot aan de troonsbestflging van paul I. Hetzij dan uit werkelijke of geveinsde bewondering voor het karakter van den grooten mau, schonk hem die Vorst zijne vrijheid met zijn' degen weder: »Ik behoef niet langer een' degen," gaf hem ko' -sko ten antwoord: «want ik heb geen vaderland meer." In 1797 bjaf hij zich andermaal naar de Fereenigde Staten, alwaar hij met warme genegenheid verwelkomd werd door een volk, welks vrijheid hij had helpen grond- vesten. Het Bestuur schonk hem eene jaarwedde en benoemde hem tot Lid van de Maatschappij der Vrijzinnigen. In het volgende jaar keerde hij naar Europa weder , kocht zich een landgoed nabij Fontatnebleau , en woonde aldaar tot in 1814. Hij bepaf zich vervolgens weder naar Zwitserland, en vestigde zich met der woon te Sotothum, alwaar hij ten gevolge van een' val met zijn paard, nabij Fevay gestorven is. Onder de laatste verrigtingen van ziju leven, behoorde de vrijlating der slaven van zijn eigen landgoed in Polen, benevens een aanzoek tot de vrijverklaringen de beschaafde opvoe- ding der slaven in Firoini'è. Kosciusko is nooit gehuwd geweest. Zijn lijk werd naar Krakau vervoerd en met groote staatsie in het Praalgraf der Koningen , in de Hoofdkerk ter aarde besteld. De oudste Officieren waren zijne slipdragers: twee schoonc meisjes met festoenen van eiken- en cypresbladen volgden er op , en de trein werd gesloten door den Generalen Staf, den Senaat, de Geestelijkheid en de burgerlijke Beambten. Graaf wodsiki hield op een' heuvel eene aanspraak, en een Geestelijke deed hetzelfde in cene der kerken. De Senaat nam een besluit, dat er op de hoogte ven Bronïtlatcad een heuvel zoude worden opgerigt. Drie jaren lang arbeidden lieden van allerlei stand en ouderdom aan dat werk, en ten laatste werd de Mogila Kosziuszki, of «Kosciusko's Heuvel , " ter hoogte van drieduizend voeten opgerigt. Een slingerpad leidt naar deszelfs top, van- waar men een fraai uitrigt over den fFeiehsel heeft en over de oude stad der Koningen van Polen. Het Grafteeken aan de fFestkaap is minder aanzienlijk , maar draagt even zeer de getuigenis van eene dankbare herinnering, aan vereering van zijne deugden. IMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-S) /. 1.0 1.1 2.5 U^ 1^ 12.2 ^ U& 12.0 M L25 1.4 1.6 ^ 6" ► ^ 7i 5t' ^^^r'»» -.^■^'^/s Photographic Sciences Corporation 23 WEST MAIN STREET WEBSTER, N.Y. 14580 (716) 672-4503 L p" .■ "»• jii .iééiurn ,: K K ^ f- %i B ^ H \ '4 ^ tB g i; ..-S y ^ .V ^ ^5 ^ 3RB AMERIKA. 90 DE PAARDENHOEF. IVIAGf ARA-V AI.. (van het r,EITE>Ell,AND AF r,E7.IF.>.) He Niagara bevat een' uitloop vaa verschillende walerstroomcii , die u;:ai- men berciient 150,000 vierkante mijlen beslaat! Doctor dwigut beschouwt de vallen als een gedeehè van de St. Laurentiu» -Rivier, derzelver bronnen nasporende lot in de nabijheid vaii de Mittittipi; en al de tusschen gelegene benamingen van St. Maria, Detroit St Clair Irakezen en Cataraqui ter zijde stellende, volgt hij haren loop door het Bovenmeer de Meren Huron, Erie en Ontario, even gelijk de Rhone zijn' loop door het Meer van Geneve en de Rijn der zijnen door dat van Comtantz voortzet. Uit zulk een ooppunt beschouwd, IS de St. Lanrentiu-Rivier ontwgfelbaar de voornaamste van de wereld Op een' afstand van vierhonderd mijlen van haren uitloop af, alwaar zij vijfennef^entir mjlen breed ,s, ondervindt zij de werking van het geüj der zee; en tot 'op diezelfde hoogte toe, zoude eene oorlogsvloot kunnen opzeilen en de noodige ruimte vinden om slag te leveren. Koopvaardijschepen van allerlei grootte kunnen tot Montreal toe ko- men hetwelk zeshonderd mijlen van de zee verwijderd ligt; en op eene uitgestrektheid van dr.edu.zend mijlen v-o-dt er de scheepvaart slechts op drie plaatsen belemmerd te weten by de watervallen van de Niagara, de maalstroomen der Irokezen, en dat U- deelte, hetwelk de Rivier van Sainte Marie genoemd wordt. Deze is wel voor booten maar voor geene grootere schepen bevaarbaar. Op een' afstand van tien mijlen ver' waardror weldra een kanaal zal gegraven zijn, worden de koopgoederen over land rondom de vallen van den Niagara vervoerd, en de maalstroomen der Irokezen veroor- zaken zulk eene ger.nge hindernis, dat de goederen bijkans voor dcnzelfden prijs van Montreal naar Queemtown worden overgcbragt, als eene onbelemmerde scheepvaart zoude vereischen. *^ Het is noodzakelijk zich de uitgestrektheid te herinneren der wateren, waarva.i de Niagara h^ar voedsel ontvangt, om slechu voor den lijd van een uur, op de voor- u.tslekende klip staande, te begrijpen hoe dit wonderwerk zoo lang duren kan. Dat deze b.n..enland8che zeeën, van het eene uur tot het andere de negentig raiUioenen tonnen water opleveren, die men berekent dat de Waterval uitstort, levert een penoe.- zaam denkbeeld op van de uitgestrektheid dier meren, waarvan de geest ter ncauwel nood den omvang schijnt te kunnen beseffen. De nevensgaande plaat van het Geiten-Eiland bevat natuurlijkerwijze slechts een wordf mTh r f^f^^r"-""' ' '"''^"^ '' ^^* Amerikaansche gedeelte geheel van gemist wordt. Met dat al .s de Val van den Paardenhoef, als eene natuurverlooning op zich kl;r ^^'"7^ i*^ ^'' ^''''''' '''' "'«" ^'^^" ^'^- Te weten dat de hoek van den katarakt van den Br.lschen oever af tot aan den To,en of het Belvedere toe, omtrent eene halve m.jl u.tgestreklheid beslaat: dat dezelve een verval van zóó veel voeten I 30 AMERIKA. Ill hoogte, met zóó veel tounen wnlcr in elke minuut heeft; of zelfs den stortval, gelijk hier, op eene bewonderenswaardige wijze door de gravcerslift afgebeeld te zien, brengt den lezer nog het ware denkl)eeld niet bij van den indruk, dien deze b|j den aan- schouwer wekt. Eene der opmerkelijkste bijzonderheden van den Niagaraval wordt in dcszcifs afbeelding geheel gemist, namelijk zijne beweging. Om deze wel waar te nemen , behoorde de bezoeker ven dit natuurtoonecl een' geheelen dag te besteden. De breede stroom glijdt van het Meer Erie voort met zulk eene stille kalmte, dat hij dien, die zijne bestemming kent, voorkomt even als een menschelijk wezen, hetwelk zonder er aan te denken, maar desniettemin op eene onweerstaanbare wijze zijn' dood te gemoet gaat. Hij omvat de welige eilanden, als om die te liefkozen, tusschen zijne uitgebreide armen: neemt in zijnen schoot de schatting van den stillen loop der Tone- wanta en Unnekugua , een paar kleine riviertjes, die uit de wildernis komen vlieten, op, en zoo stroomt hij voort totdat hij het Meer Erie ver achter zich heeft gelaten, en de kromme bogten zijner groene oeverkanten bespeelt roet een' waterspiegel, die slechts door oen zomerkoeltje gerimpeld wordt. Langzamerhand begint zijne bedding te hellen. Zijn water begint langs de kanten in gierende draaikolken voort te spoeden, maar in het midden blijft zijn loop nog kalm. Eensklaps schiet de f^eweldige stroom met eene versnelde vaart tusschen rotsen en klippen voort, en wanneer men hem van beneden af beschouwt , schijnt hij zich door den schok van die eerste belemmering tot hoog naar den hemel te verheffen. Schuimende stort hg neder, en van dit oogenblik af begint zijn stuipachtige worstelstrijd. Drie mijlen ver blijft hij slaande en stuivende wederstand bieden, en bij elke schrede met toenemende snelheid legen scherpere Jilippen aanklotsende , stuiven zijne golven terug om op nieuw voorwaarts te woelen, en op het laatst den glinsterenden maar rjzingwekkenden rand des afgronds te bereiken. Het water vereenigt zich daar met de smaragdkleurige bogt, maar in dat oogenblik, even alsof de zekerheid eener onverroijdelyke bestemming zijne onrust staakt, houdt zijn woelen op — wordt zijn water in deszelfs loop gestuit — wordt het woelen en bruisen door eene schijnbare kalmte vervangen — totdat hij zich eindelijk langzaam en plcgtig in den onpeilbaren afgrond nederslort. Elk aanschouwer, tot zelfe een kind toe, merkt de onnatuurlijke traagheid op, waarmede de wateren van den Niagara in de diepte nederstorten. Het schijnt alsof de natuurlijke wet der zwaartekracht alhier onvermogend is, en het ontzettend schoone van den schrikkelijken afgrond het water als door een diep ontzag op den uitersten rand doet verwyieo. i(li%'ti->Triii§^^>^i ? © e i ai 1=1 r. N 9 m w > 33 -' © *" & ^ » 53 I f Mi ' '■ 3? «HUP ■ 'JikÖ-^rjfc: - . '3t< .:-<;>: AMERIKA. 81 DE IVAAVin: BOORTAART BIJ HET STATEIV-EIIiAIVD. (hudson's-rivier.) Er is {jecn land hetwelk ons niet schoon zal voorkomen na eenc lanl^^ k AMERIKA. 33 HET KAPITOOI. TE WASHIJVGTOJV. i Men kan van verschillende voordeelige gezigtspunten af dit fraaije gebouw bewonderen, alzoo hethooger geplaatst staat, dan de algcmeene vlakheid vanden grond medebrengt! JJehalve die, welke in de verschillende Platen van dit werk voorkomen, zijn er nóg undere overschoone, van de verwijderde hoogte afgenomen, waarvan de loop van den Potomac den achtergrond uitmaakt. Het effect van het gebouw is mede treffend, zoo- dra er sneeuw gevallen is, en hetzelve heeft door zijne schitterende witheid alsdan het voorkomen van een ijspaleis. De fraaiheid van dat gebouw wordt echter aanmer- kelijk verhoogd door de tegenwoordigheid van eene groote volksmenigte , en doet zich nooit beter voor dan op een' dag van inwijding. De volgende beschrijving van des Voor- zitters VAN BviiEi» aanvaarden zijner openbare bediening op het papier gesteld , zal een denkbeeld van de uitwerking dier plegtigheid op het uitwendige des gebouws kunnen bijbrengen : «Geen wolkje benevelde op dien morgen den glans der zon. De lucht was koud maar helder, en de breede rijwegen, die naar fVashington leiden, schenen op eenmaal niels te ruim voor de bevolking, welke er zich heen begaf. Overal op de wandelwegen zao- men de volksgroepjes, die reeds sedert eenige dagen de stad vervuld hadden, alleen om zich gedurende den nacht cenig verblijf te beschikken, en de stedelingen van Was- hington geraakten als het ware verloren onder den ontzeltenden toevloed van vreemde en onbekende aangezigten. De zon schoot hare stralen even zoowel over de tegenstan- ders als over de aanhangers van het nieuwe bestuur, en men zoude onder zijnVanr^ naar bet Kapitool gezegd hebben dat baar glans allen gelijkelijk vervrolijkte. Het wa.' als het ware het voortceken van het licht, hetwelk zich onder dat nieuwe bestuur zoude begumen te verspreiden. Ik heb dien ganschcn dag lang, dien ik midden onder volksgroepen van allerlei stand heb doorgebragt, geene enkele aanmerking gehoord, welke den nieuw verkozen Voorzitter had kunnen krenken. «Een half uur voor de aankomst van den optogt, was ik op het Kapitool en had den tijd om een tooneel te aanschouwen, waarop ik in het geheel niet was voorbereid De f^^aa.je stoep van de Oostfront des gebouws loopt over drie bogen. Onder een' van dezelve door rijden de rijtuigen tot voor de benedenpoort. Op gelijke afstanden ziet men de breede stoeplrappcn met vooruitstekende bordessen, en van de bovenste derzeive rijzen de voorste kolommen op van de porlique, welke tot aan de pilasters tegen het gebouw toe uit drie rijen bestaat. Ik had reeds meermalen dien kant van het gebouw, deszelfs bevallige kolonnade en prachtige sloep met bewondering aangestaard als een der fraaiste voorwerpen, die mij ooit voor de oogen waren gekomen. Doch even roliik men te Rome de vergaderde menigte den zegen ziet slaan af te wachten, zoo ver- hoogde ook de menigte op de trappen en voor de sloep van het Kapitool verzameld op eene onbegrijpelijke wijze de grootheid van het gebouw. De menigte slond in el- AXERIKA. " 34 AMERIKA. kander gedrongen, even als het volk voor de Tempels van Balei, in een van martir's verhevene schilderstukken — alles was met dezelve bedekt en zette aan het gewrocht van bouwkunst eene onbesefbare grootheid bij. De kinderen klauterden legen de voet- stukken der kolommen op, en stonden op de posten van het omringend hekwerk; alles leverde eene vertooning op, juist gelijk paül Veronese voor zijn penseel zoude verlangd hebben. »lk bevond mij onder de menigte, en had de voornaamste handelende personen van dit eerbiedwekkend schouwspel uit het oog verloren , totdat zij uit de Raadkamer weder- kwamen. Op de brecde stoep, die de portique ondersteunt, was eene tijdelijke ophoo- ging aangebouwd en met hekwerk omringd, en al de verdere toebereidselen tot eene der gewigtigste en belangrijkste plegtigheden van de wereld — de inhuldiging van een' op- persten bestuurder over vijftien millioenen vrije burgers, onder den blooten hemel en ten aanzien des ganschen volks — was een tafereel uit de H. Schrift. Wanneer men de treffende eenvoudigheid van deze manier van aan het verlangen te voldoen eener mag- lige Natie vergelijkt met al het omslagtige, hetwelk zoodanig een voorval bij andere vol- keu kenschetst, moet men wel van zalve gevoelen, dat het overwigt van het zedelijke en schoone aan dezen kant was; dat zulk eene gewigtige plegtigheid geen' luister kan ontleenen van de uiterlijke praalverlooning , en dat het eenvoudig gebruik van het Gewijde Boek alleen dezelve bezegelende, krachtiger en met meer indruk tot het hart spreekt, dan het geschal van duizend trompetten. ))De menigte der vreemde Gezanten en Raadsheeren, die zich aan het diepste achter- einde der Kolonnade bevonden, week uit een, en de voormalige President, benevens de Heer vaw bureh naderden met ongedekte hoofden. Het volk deed een gejuich van goedkeuring hooren, en de oude grijsaard, die de ziekenkamer verlaten had, waaruit zijn arts geloofde dat hij nimmer zoude kunnen wederkomen, maakte eene buiging, en onder den bloolen hemel ongedekt blijvende , nam hij plaats onder het portique. Daarop trad de Heer van burer voorwaarts en hield met eene duidelijk hoorbare stem en met groote waardigheid zijne aanspraak tot het volk. «Vervolgens nam de Voorzitter van het Geregtshof hem den eed af, en terwijl de nieuwe President met zijne lippen den Bijbel aanraakte, ontstond er een algemeen ge- juich van goedkeuring, iets wat bij andere volken zeer algemeen is, maar onder eene verzameling van Amerikanen zelden voorvalt. De zonen en meest vertrouwde vrienden van den Heer vak buren omringden hem toen. Zijn voorganger, de Ex-President en meer anderen wenschten hem geluk door hem de hand toe te reiken, en de plegtigheid was afgeloopen." :ht et- les aii ïr- 0- ler P- eii de s- ke an iet irl ir- ns lit in ïP cl I t 'm e. § a 1 a o «o ■7 W = « 0 ■4 i. ■-4 -%ili»Bi>iiif iiiürtii mmHtmanm:.^ \l t I AMERIKA. 35 DE PniVHOOPElf \AX FORT TICOIVDEROGA. Drie weken voor den eersten veldslag der Omwenteling te Lexington, werd door het Commute van Builcnlandsche Betrekkingen te Boston , een Agent naar Kanada ge- zonden, om aldaar de denkwijze des volks te onderzoeken en berigt van zijne bemoei, jingen over te zenden. Zijn eerste raad was het Fort Tieonderoga ten spoedigste te bemagtigcn. " De knapen van het Groene Gebergte hadden zich onlangs onderscheiden door hun' manmoed.gen tegenstand tegen de nieuwe leeningen, en het was op hen, dat men het oog het .allen, nis het geschiktst zijnde, om die verovering te bewerkstelligen. Hun klom legertje, onder de aanvoering van den vermaarden etham allbn, reeds goed af- gerigt, verzamelde zich te CaHleton, en deszelfs hoofdkorps, uit honderden veerlip mannen bestaande, rukte onmiddellijk naar den oever van het Meer, tegenover Tieon- deroga op. Het was hun van belang een' wegwijzer te vinden, die met het terrein rondom het Fort en met deszelfs toegangen bekend was. Alle^ deed naar dat alles onderzoek bij den Heer bemai., een.' landbouwer, die nabij hel meer woonde, en deze gaf hem ten antwoord, dal hij het meer zelden overstak en weinig van de bijzonder- heden van deszelfs ligging wist, maar dat «athan zijn zoon, een jonge knaap, gewoon was veel van zijn tijd met de lieden van de bezetüng door te brengen. De knaap werd geroepen, en uit zijne gesprekken bleek, dat hij ten volle bekend was met eiken hoek rondom het Fort en met al de bijpaden, langs welke men hetzelve konde naderen Hij was in alley's oog juist de persoon die hij noodig had, en na een we.n.g onderhandelens, nam hij hem, met zijnes vaders toestemming, in zijne dienst aan, om aan zijne troepen den weg te wijzen. De eerstvolgende stap was, dat hij zich van booten voorzag, welke slechts in gerinf^en getale te krijgen waren. Toen de dag begon aan te breken, waren er niet meer dan drie en tacht.g mannen overgezet, en terwijl de booten wederom werden gezonden , on. de achterhoede af te hule.., besloot alle. onmiddellijk legen het Fort op te trekken. Hij verdeelde zijne manschappen in drie benden, hield hun eene korte aanspraak en z.ch zelven aan bet hoofd der tweede afdeeling stellende, voerde hij hen in alle ^UWo., maar ,n den stormpas tegen de hoogte van het Fort op. Voordat de zon opkwam was h,j de poort reeds bin.u-ngetrokken en hield op de paradeplaats, tusschen de twee Darakken een' wapenschouw over zijne troepen. Terwijl hij de poort binnentrok, loste »en schildwacht z.jn geweer op hem en dook vervolgens onder een' bedekten wer achteruit. Een andere schild waclit wondde een' officier met zijne bajonet, maar alle' l^ragt hem een slag met zijne sabel op het hoofd toe, zoodat bij zijn geweer op den grond wierp en om lijfsgenade bad. Toen zij nu op de paradeplaats Monden, hie- ^en ZIJ een drievoudig A„rra/,.' aan en wekten daardoor den slapende. Alle. vroe. weg naar de woning van den Kommandant, liep schielijk den trap op en beval' .uaiaia^i ..Ka. muliiliti-i,^ . 38 AMERIKA. ^! builen de deur staande, met zijne Stentors stem den verbaasden krijgsoversle zicli ter- stond voor bem te vertoonen. Ten uiterste verbaasd over zulk een onverwacht bevel , sprong de Kommandant ten bedde uit en deed de deur open , waarop hem tot eene morgengroet het even zoo onaangename als onverwacht bevel gewierd, van terstond het Fort over te geven. Onder het wrijven van zijne oogen en terwijl hij weder tot zijne zinnen trachtte te komen , vroeg hem de Franschman , op welk gezag hij zich verstoutte zoodanig iels te cischen. »0p het gezag van den Grooten Jehovah en dnt van het Congres!" luidde alleb's antwoord. Niet zeer gewoon in dezen afgelegen hoek veel van bet Congres te booren spreken , noch deszelfs gezag te erkennen, wanneer dat al eens gebeurde, begon de Komman- dant in een gesprek te treden, maar aller maakte daar spoedig een einde aan, door bem zijne sabel boven bet hoofd te zwaaijen, en bij herhaling de overgave van bel Fort te eischen. Op die wijze in zijne vertoogen gestoord en niet in staat zijnde zich te verdedigen, onderwierp Kapitein de la place zich aan zijn lot, beval zijn garnizoen ongewapend op de paradeplaats te verschijnen, en de bezetting gaf zich aan de over- winnaars over. Dit viel voor 's morgens te vier uren, op den lO*'" Mei. Het overschot der troepen kwam aan, nadat het Fort was ingenomen, en de krijgsgevangenen, bestaande uit een' Kapitein , een' Luitenant en achtenveertig soldaten , werden onder goed geleide naar hartford opgezonden. Zoodra de zaak geklaard was, zond allen een detachement af, om Crow-Point, eon klein Fortje , iets booger aan het Meer , te bezetten. Een sterke tegenwind dreef de booten terug en bet detachement kwam dien zelfden avond weder. Een paar dagen daarna werd de poging hervat, en de bezetting, uit een Sergeant met elf manschappen bestaande, werd krijgsgevangen opgebragt. Het grootste voordeel v^m die overrompeling was, behalve bet bezetten der posten, de verovering te Ticonderoga, van honderd 0:1 twintig kanonstukken, eenige lontstok- ken, mortieren en geweren, en te Crown Point van een en zestig stukken, benevens eenige levensbehoeften. Die knapen van de Groene Bergen lagen toenmaals onder een vonnis van vogelvrij- verklaring, van wcge het Provinciale Bestuur, doch na de goede dienst, welke zij te Tico.ideroga bewezen hadden, werden zij tot een afzonderlijk Regement georganiseerd, met de vergunning er bij van zich zelven hunne oflRcieren te verkiezen. Het voordeel, hetwelk daaruit voor de zaak van de vrijheid ontsproot , is bekend geworden. r ' I t '-'""I iJiMPI^^SIP" ■>HW«*.-^wii iiiviii|iiiiii!j|j|i{ I li I Ml If z B «4 > m 9 HI V AMERIKA. 37 OE STATEJUSTRAAT TE BOSTOllf. Bogton ligt aan het boveneinde der Baai van Masmchntet, op een Schiereiland van na{jenoe{j vier mijlen in omtrek, hetwelk omtrent drie mijlen in zijne lengte en eene mijl vijfentwintig schreden in de breedte beslaat, en aan den zuidkant van het vaste land verbonden is door eene smalle landtong, welke men de Nek noemt, en die naar Rov- hury heenleidt. De stad is in eene onregelmatige cirkelvormige gedaante aangelegd rondom de haven, welke met nagenoeg veertig kleinere eilandjes bezet is, waarvan er vele een' zeer goeden weidegrond opleveren; waarom zij ook in den zomertijd door talrijke bezoekers verlevendigd v orden. De haven wordt gevormd door Kaap Nahant ten Noorden, en Kaap Mderlon ten Zuiden, en is zoo ruim, dat er op een' ' -^'-ft. Even gelijk Koni^in o:!: b., de St Pieter s Fontein, overtuigd dat een zoo schoon schouwspel niet bestemd is om ang te duren legt hij zijn scheermes uit zijne hand. en de zeep vergetende, die ten halve gedroogd aan zijne kin zit, gaat hij op zijn' elleboog zitten leunen, om de fraa veHooning aan te staren. Hij verliest zich in zijne bewondering, maar - de bengel uidt voor het ontbijt! Een tafereel van koude kaakjes, warme eijerstruiven en laauwe hP nThTf l ^^i^^^^euse natuurtooneel, en de reiziger voltooit zijn toilet. Na het ontbijt begeeft hij zich naar de Kolonnade, om ongestoord de hem omringende voorwerpen te beschouwen, en midden terwijl hij bezig is met den loop van den stortval naar het Meer Erie te berekenen - terwijl hem de zweetdroppelen op het voorhoofd staan - terwijl hij de vereeniging van deszelfs wateren met die van het Meer 0«/«,..« poogt te begrijpen _ scheuren de klippen naast hem - worden de heuvels loei X °°^ 7^^^^^'^^P^' '^°-«'-» «"^-orteld - eilanden door den loop van den oed weggevoerd - en een knaapje, hetwelk zich hier of daar aan den leidenden arm van zyne gouvernante heeft ontscheurd, klemt zich met den uitroep: »o. Papa.' Papa'" om zijns vaders beenen vast. «« verveliiig, die onafscheidbare gezellinne van alle mogelijke logementen, doet zich . K u """'"^'" 5«^««'«°- »e allergewoonste geest vindt steeds bezigheid in liet beschouwen van zoo veel fraais van deszelfs balkon af. Het eenzame van onbe- woonde logeerkamers, de wanklank van ontstemde piano's, het op- en afloopen van map "ÏT^r'^'S^iÜi'-tf- ii0^i«^ ' I' I ^S5 1^ fh 1 ^'' A ' 1 ' rf' 0 ^ « 1 1 ft M ^ 1 ''{ 'fl i 'S -J K © 3 s c; ^ ^ 1 a S' 4 o •ïj =« w* © •:; 0 «) P9 > ? •J --1 t3 i 2 'S i ,' J 4 ^ > 3 ■> !4 =!( Si S , 'T ■ ■: ^ ^ ^ 5 .^ ■" -i Jk AMF.niKA. * Ji, 4i brccclc on l.ooffc wontcl.rappr,., onofzin.bare {jongen en zolen, opffepropt van onbe- k.-n,le vrermddinpen, z j,, vcrdiielolijkhcdon waaraan een ni/irrnr Vü L„ T nooi. . b.„o.,e.o.., AU hen. .... „et ,„•.. oen .edi, U::; Z^l^^ JZZ bot ,en...s van ,,en trek tot .lap..-, dat lu.st,.lo«ze verlangen naar gezoUebap te we/b"'; >vaorvan z.cb een vreemdeling somtijds in een vreemd land voelt bevon.en Z ,1.' eenw.gdurende wonder der na.nur bnitendedeur hem meerwaard It les re m een onbekende Over de leuning been te kijken naar de veerboot beneden het m ol bare bevreesde toglgenooten , nu eens met den loop van den vloed med J'T T dan weder rondom eenige klip beendraaijendc. of doo^ene to^llt^^^^^ oioof haar een reuzenvu.st van onder het water ophief: „ren aehlereen de, Ko.n'i; J.nn ,e slaren; deszelfs regenbogen te bewonderen; zieh als een kin vt eu^ bel slu.ven .Ier scbu.mwolken en even vruchteloos als eindeloos de kracht ,r^'"^"\ '" en spoed en de ofwisselende ver.oo gen des .a.ers .e berlne:, is p^^ , rb^ .ghe.d en vermaak genoeg om den geest van alle andere denkbeelden te beri d n om woanz.nn.ghe.d te genezen of ook - die te weeg te brengen. ' OEZICfT \AX FORT PIJTIVA]!! AF. (op de hudsom's-bivieb.) Dit Fort, hetwelk den mili.airen post van de fFesikaap verdedigt, en in den Om wentehngsoorlog van zoo veel bclanjr werd Peich, i;„. n • , Ic el „,e„ ...„,, „,,„, ,,„„, „„.„,, ,|^,_ l^^ ._^ l,a,„lc„ „ ;:,™ ', t crband „a„,„lo mcl ,1e „„(-rd.clilenis van dc„ onHukkven A,..t .„ o 48 AMKRIKA. te gebruiken. Tegen over de IFettkaaj. gekcuen zijnde, nabij eene kleine schans, !ief ConatiiuticfoH geheeten, sloeg washiwotoh een' zijweg in. Lafayette , die toen in zijn gevolg was, riep hem toe: «Generaal! gij neeml den verkeerden kanl: gij weel dat Mittreas ahnold ons aan het dejeuné zit te wachten." — wJa, ja: ik weet het wel: <»ij. jonge lieden! maakt van Mistress abrold allen even veel werk; en zijl gaarne bij haar. Ga met haar ontbijten, en zeg haar, dat zij niet naar mij behoeft te wachten: Ik moet nog een eindwegs verder heen rijden, om de posten aan dezen kant van de Rivier in oogenschouw te nemen." Twee Aides de camp reden vooruit, vonden het ontbijt gereed en gingen terstond met den Generaal akkold en diens gezin aanzitten. Onder het dejeuné kwam er een brief voor ahhold, met het berigt der inhechtenisne- ming van AKDRÉ, en het mislukken bij gevolg van den gcheelen aanslag. Weinig of geene ongerustheid doende blijken, hoewelzijn leven aan een' zijden draad hing, zeidc hij slechts tol één' zijner Aides de camp, dat zijne tegenwoordigheid aan de fFestkaap vcreischt werd: liet voor den Generaal Washington het berigt na, dal hij naar de overzijde van de Rivier geroepen was, maar dadelijk zoude wederkeeren — l)eval een paard voor hem op te zadelen en ontbood Mistress aknoid naar hare kamer. Aldaar gaf hij haar onverwachts Ie kennen, dat zij misschien wel voor altijd scheiden moesten, en dat er zijn leven van afhing, dat hij (en spoedigste des vijands liniën be- reikte. Mistress arnold viel op dat berigt dadelijk in zwijm. In dien lopstand verliet hij haar, ijlde den trap af, besleeg een paard van een' zijner Aides de camp, hetwelk opgeloomd voor zijne deur stond , en reed in vollen ren naar den oever van de rivier. Eene boot met zes mannen lag hem te wachlcn, en onder voorwendsel dat hij met eene parlementairevlag overging, zakte hij den stroom af en kwam behouden aan boord van the Fultiire, eene ooringsloep , welke eenige mijlen lager ten anker lag. Washiugtor zijne inspectie van de verschansingen voleindigd hebbende, kwam in arkold's huis aan, ontving zijne boodschap en besloot terstond over te steken en arnold aan de fVestkaap te vinden. Terwijl zij allen zachlkens op hetzelfde water lagen Ie schommelen en de fraaiheid der streek rondom hen bewonderden , zeide wasiuwgtoti : «Wel, Heeren, ik ben er blijde om dat de Generaal arholb vóór ons heengegaan is; want nu zal hij ons bij onze aankomst met het geschut doen begroeten, hetpeen hier te midden van al de bergen eene treffciide werking zal doen." De boot naderde den oever, doch men vernam geene eerescliolen. »Wat is dal?" zeide -Washington: ))Gcene saluutschoten? " In dit oogenblik zag men een' olFicier van hel gebergte af naar hen toekomen. Hij scheen ecnigzins in verlegenheid te zijn over hunne aankomst, en verontschuldigde zich , dat hij op de komst van zulke aanzienlijke bezoekers niet voorbereid was. «Hoe is het dan. Sir?" vroeg Washington. «Is de Generaal arnold hier uiet." «Neen Sir!" antwoordde de, officier; «hij is in geene twee dagen hier geweest. en wij hebben in al dien tijd ook niets van hem vcrnomci),"— «Wel dat is zonderling," hernam Washington: «men had ons gezegd dal hij over de rivier gegaan is en dal wij hem hier zouden vinden. Nu, ons bezoek mag daarom niet vruchteloos blijven. Alzoo wij nu hier zijn, moeten we den toestand der zaken een weinig opnemen." Hij klom toen het gebergte op, inspecteerde Fort Putnam en de overige punten, en keerde ver- c ?s v^ A '< e T^ s UT ^ E. © ï e ; - a i ; i / * * AMERIKA. 43 volgens naar hel huis van abnold weder, alwaar het verraad weldra ontdekt werd. Hiermede waren nogtans twee of drie uren verstreken en akmold was buiten hun bereik. Washington behield zijne gewone bedaardheid, hoezeer ahnold een zijner meestbegun- stigde officieren was en door zijn persoonlijken invloed bij het Congres aan de fVeat- kaap geplaatst was geworden. Hij riep lafayette en knox bij zich, liet hun de be- wijzen zien en zeide slechts tegen den eerslgenoeraden : nWien kunnen wij than» vertrouwen .'" OEZIGT VAUT HYDE PARK AF OTER DE HVDjSO]l[J§ RITIER. De Hudton is te Hyde Park cene breede, kalme en fraaije rivier, van omtrent het- zelfde voorkomen als de Bosporu» boven Roumeli-bismr, of de Dardanellen te Abydos. De kusten zijn er bebouwd tot aan den uitersten kant des waters toe, en loopen eerder schuins dan steil op. De omliggende heuvels zijn bezet met de landhuizen der wel^e- zetcn bewoners van de hoofdstad aan den mond der rivier: zomerhuisjes, belvederes en trappen die naar het water leiden, zetten aan de oeverkanten eene groole leven- digheid by, en zonder iets van dat schilderachtige, hetwelk de rivier dertig a veerlir mijlen lager zoo opmerkenswaardig doet voorkomen, bezit zij misschien op dit punt meer van hetgeen u zoude uitlokken om aan hare oevers te willen wonen Overal langs dit gedeelte der rivier vindt men de «aanlegplaalsen", welke of op zich zelve aanzienlijke steden vormen, of althans de blijken opleveren van eene sterkbevolklo streek dieper landwaarts is. De ontelbare stoon.booten , die de ffudsonsrivier bevaren, zeilen op al die punten passagiers uit, of nemen dezelve aan boord, en voor iemand, die er voor bet eerst een logtje mede doet, heeft de manier en de spoed, waarmede zulks gedaan wordt, nog al ■ets vreemd». Der. ganschen zomer door kan men het getal der passagiers van de groole stoomboolen, van vijf lot zeven honderd personen schatten, en er is doorgaans eene groote menigte daarvan, welke op al die aanlegplaalsen wordt aan boord genomen of ontscheept. Een paar mijlen voordat men er aankomt, gaal een Neger de boot rond, met een' grooten bengel in zijne hand, en geeft onder een grappig gesprek vol van eigenaardige spreekwijzen van zijne eigene landtaal, kennis van de naderende aankomst, en verzoekt degenen, die aan land willen gaan, hunne pakkaadjc bij elkander te verza- melen. Dit gedaan zijnde, zet het de stoomboot, welke ten minsten bij vijftien i\ twin- tig mijlen m een uur door het effen water aflegt, schuin op den wal aan, en de boot wordt gestreken, mot den Kapitein aan het roer in dezelve: de passagiers worden aan boord genomen, en diu'ir schiet zij voort aan bet einde van eene lange lijn. welke lang- zamerhand gevierd wordt, maar echter stijf genoeg vastgehouden, om de boot als een G ^ 44 AMKRIKA. p.jl u.t een booff haar doel te doen bereiken. In het ooffenblik wanneer zij het hoofd aanraakt .ordt de hjn van de stoomboot losgelaten . en deze .et haren to.'t vorten boot Ih f T' ' ^'""^'" '^ P""^'"-^ """ ^^''''' «f ff-° -" l^-rd en de boo sch,et wederom voort, terwijl het schuim rondom hare hoejj spat. Hoez er die haas .ets zeer gewoons .s, heb ik echter „ooit gemist blijken van verbaasdheid over d zdve op de weze„s.rekken der passagiers te zien, en een diepe zucht is doorgaal het bhjk, hoezeer z,j z.ch bij het betreden van het verdek of den vasten wal verlicht gevoelen. Zoodra de boot weder is opgeheschen, vertoont zich de Neger op nieuw met ^«n be„g.el, en de n.euw aangekomenen stijf onder de oogen ziende, schreeuwt I;» f ' TP '.''?" ^'"^ '^ ^'''- '"'' '^■- ^"S -^t heeft betaald wordt ver ocht naar des Kap.tems kajuit te gaan eu alda, „a-alen." Het eerste re- deeite van d.e aanspraak luidt op een' allereenioon,, trant, maar het laatste, en vooral de laatste lettergrepen haalt hij bijkans met een' gil uit, die zoo lang duurt als net zijn adem slechts toelaat. Door die haastige manier van doen zijn voorheen menigvuldige onheilen voorgevallen- thans wordt er meer zorg en voorzigtigheid in acht genomen, en de ongelukken, diJ er voorvallen mogten, zijn eerder van een' koddigon dan van een' ernsligen aard Ik ging eens een.ge jaren geleden n^^vMbany, in eene boot opgepropt vol van passagiers onder welke een Duitscher was met zijne vrouw, lieden van een' geringeu stand. Zij waren «aar heneden geweest om hun' maaltijd te gebruiken, en de man kwam naar boven om zijne vrouw op te zoeken, die hem voorgegaan was, juist terwijl er eene boot vol volk te Loughkeep^ie werd uitgezet. Hetzij omdat hij zich verbeeldde aan het einde van zijne re.s te zijn, of dat bij den man, die met de pakkaadje bezig was, niet wel begreep h.j w.erp zijn bundeltje mede over en keek onder de menigte der vrouwen d.e b.j den achtersteven stonden, naar de zijne, toen een der boolslieden, onf^eduldijr wordende, hem in de boot trok, en ddar vloog deze naar den wal. Hij sprong met de overigen aan land, zyu bundeltje werd hem achterna gesmeten, en terwijl de stoomboot verder g.ng, zagen wij hem onder de menigte zoeken naar zijne vrouw, die hem in- tusschen ook had vermist, en even zoo verlegen als hij zelf, van de eene naar de andere z.jde hep om hem te zoeken. Men moest wel medelijden hebben met de arme ziel, en toen eindelijk een der passagiers, die hen beiden zamen had gezien, haar haren man aanwees, die aan het uiterste einde van den aanlegsteiger stond te kijken, waar- van de stoomboot z.ch al verder en verder verwijde.de. kon zij haren angst niet la.iger meester bl.jven. Zij werd op de eerstvolgende aanlegplaats aan wal gezet, om met de retourboot terug te keeren, doch als eene tweede boot weder de ec.-ste te Pou.rhke,'p,U moest volgen, is het wel waarschijnlijk, dat hij om haar te volgen, aan boord van dezelve zal gegaan zijn, en dat zij elkander dus zijn vooibijgevaren. Weini^r Engeisch sprekende en weinig geld in den zak hebbende, reizen zij elkander misschien no- tol op dezen huidigen dag achter na. " i 1-' ) . a '1 '^' AMI.RIKA. 46 HET DORP ISIJVG-SIIVO. Sing-Sing is vermaard om zijn marmer, waarvan ecne uitjjoslrekte groeve in dt-s- zelfs nabijheid {jcvoiiden wordt: om zijne staatsijcvangciiis, waarvan de inriglingen boven allen lof verheven zijn; en om zijne Akadcmio , welke eeu' groeten naam heeft. Er kan over het algemeen van gezegd worden dat het eene plaats is, waarvan do Slant veel voordeel heeft. Het Graafschap fFest Cheater, waarvan het de voornaamste stad aan den Hiuhon is, is de schouwplaals van misschien den besten geschiedkundigen Roman van ons land, en heeft meer dan eenig ander gedeelte der rereenujde Staten van de rampen des oorlogs geleden. Het woeste karakter en de strooperijcn der veedieven en wildstroop'^rs, wier heldenfeiten op de grenzen van dit onzijdig gewest uitblonken, zijn gemeenzaam bekend aan iedereen, die de schriften van den Heer coopek gelezen heeft. Een geacht geestelijke heeft ons het volgende kenschetsende tafreel van bet Graafschap PFett- Chester in deze dagen opgehangen: «In den herfst 1777 woonde ik gedurende een' tijdlang in dat Graafschap. De gren- zen der Engelsclien waren toen in de nabijheid van Kingshridge en die der Amerika- nen aan de Rivier Btjram. Deszclfs ongelukkige bewoners waren bij gevolg aan de strooptogten van die beide landaarden blootgesteld. Indien zij al eens voor een' tijd- lang niet worden uilgeplunderd, hield echter de vrees daarvoor nooit op hen te bezie- len. Zij waren bang vooi iedereen dien zij zagen, en beminden niemand. Voor een' wijsgeer was het iets opmerkelijks, maar te gelijk iels bedroevends, hunne gesprekken aan te hooren. Op alles wat hun gevraagd werd gaven zij een antwoord zoo a!s zij ver- moedden dat den vrager welgevallig zoude zijn, of althans zoodanig een, hetwelk hem niet konde tergen. Vrees was blijkbaar de eenigste hartstogt, waarvan zij gedreven werden. De werking van een' eigen wil scheen hen verlaten Ie hebben. Z,ij waren niet beleefd maar inschikkelijk, niet beliulpzaam maar dienslvaardig. Met eene soort van slaperige onverschilligheid en volkomen bereidwillig deden zij afstand van hetgeen men van hen ci.chte en hetwelk zij voor ondoenlijk achtten te behouden. Behan- delde men hen met goedhartigheid, zoo beantwoorden zij het koeltjes, en merkten liet aan niet als eene welwillendheid die men hun bewees, maar als eene vergoeding voor het leed hun door anderen aangedaan. "Wanneer men i.et woord tot hen rigtte, gaven zij noch een goed noch een kwaad bescheid , maar lieten er gecnerlei vraag of aanmer- king van hen zelven op volgen; ten duidelijkste bewijzende dat zij noch in ;nv ge- sprek noch in uzelven eenig belang stelden. Noch hun gelaat noch hunne gebaren droegen eenig kenteeken van vuur of gevoel. Hunne wezenstrekken spreidden eene kalmte ten loon, welke uit niets anders dan onverschilligheid voortsproot: en wel verre van het bewijs van eene kalme overdenking mede te brengen, bewezen dezelve duide- 40 AMI.IIIKA. CÜIJII tr"'"" '''""^ '"' "" "" '^"' ''"'^i'^ '"'•'"''' -- «""'' van l.„ «Hunne woonhuizen waren proo.end.el. ,chouwpl„al«P„ van jammer en ellende- .unne n.eubelon ,e.leeUeiijk in stukk.-n .ehrokcn. De wanden, de vloer d' e t d r oe „.et bezaten, en onulat hun het.elFde gevaar sleeds hoven hel hoc d hinr Ve hadden zj, n.et meer. Hunne omheiningen waren verbrand op nl de plekken w„rz brandhout van konden maken en op de andere te.en den^ond vernield, iunn velden waren bedekt met een' overvloed van onkruid en wilde planten >.le midden van al dien jammer trof n.ij niet, zoo zeer al, het jjezigt der .roote ril- v^Jien. Overal waar .k voorheen eene ,es,adi, ,ewoel van paa.L/en rijtuiren, - en en bewesmg had gezien, vernam ik thans weken, ja maanden acht' r L niet de ongelukk,,en naar het huis van een" even zoo rampzaligen nabuur waatde c^" wanneer een gewapende troep, onder het opzoeken des viiands,^le inwoners voor Je,^ ueuwnj, der plunder.ngen deed beducht zijn. T. rijsporen zelven waren verdw „ "f i.off oe d, en waar men d.e nog koude onderscheiden, geleken zij naar de li.te in" ebben. Het gras was hoog genoeg om afgemaaid te worden en verwezenliikte ia " Une gedachten het tafereel van het Lied van nKuon.. >>In de dagen ,"„ de lede "". '""';•" f' '■'''" ''''' ''''''" ''^ ^'^^'^ «P' - vog.ng te brengo,,. Mijne vrienden stonden in groepjes op het dek. Angst en vrees bez,elden ben. Z.j spra en geen woord n.aar keken treurig en ongerust, 'ik las ."e dan onbe.1 u.t hunne bhkken en voelde bijkans berouw over mijne poging. Het sein Mrerd gegeven en de boot bewoog zich een eind wegs voort, maar bleef toen onbe- wegebjk vast z.ttcn Thans werd de vorige stilte vervangen door een gemor van mis- noegen. Ik hoorde du.delijk hier en daar zeggen: .,Ik heb het immers wel reze^d _ het .s een dolzmnig ontwerp _ ik wenschte wel dat wij er goed af waren " Ik stapte eene betm.mering op en zeide niet te welen waar het aan lag. maar dat ik ind.en z.j my een half uur tijds vergunden, of weder voor.varen, of den logt staken zoude. Ik g.ng naar beneden en ontdekte dat de hinderpaal in eene kleinigheid gele" gen waspik verln^lp de zwarigheid. De boot gleed voorwaarts: wij verlieten Ne,c Vol gmgen de Hoofden voorbij; kwamen te ^Ma«,.' - Toen eventel nog was het mit trouwen grooter dan de kracht der bewijzen. Men twijfelde o/ het Jor een' treeden Welk een treffend tafereel der pogingen van een' grooten geest, en welk eene „utti.e les tot aanmoediging van het vernuft ligt er in dit eenvoudig verhaal opge.sloten! OE AF1.00P Hf AAR DE VAILtEI VA]¥ WYOmimQ. (PEKIfSYLVANië.) By hel nederzien op d.t bekoorlijk landtafereel, hetwelk door eene barbaarsehe wreedbcd gedenkwaardig en door des dichters tooverroede vermaard is geworde h t natuurlyk dat men zich eenigzins toegeeft aan een gevoel van wrok tegen de Woeddorsugen volksstam, welks euveldaden de bladzijden van deszelfs geschiedenis ver- vullen Het .s noglans te gelijk te betreuren dat die stam ook zijnen dichter en zijn' kronykschryver n.et heelt gehad. Met lerzijdestelling van de schreeuwende veronge- hjkmgen door de Blanken den Indianen aangedaan, in het bederven, uitplunderen en leedil'" "? ," ''""'"'"' '"" '"" '''^'''' '"'' '^S--' «-''«"J«" persoonlijke be- chuld !1 rn'??';"""'"'" '"^ '"'"^ ^"^'"■^'^^"•'^ «-"S-"'^' '-" -» °"^- -'dere De lioöd rl TT •^•^"^ «"-'l-^'-'I^-e wraakzucht, zal vrijsj.reken. De INoordwestelyke hoek van ru;i„ie met de streek ..n J>r.nu,,,.anie^L ten zui- n grenst aan de valle. op deze plaat afgebeeld, is de sohouwplals v n eeni- 'e . r bloedigste voorvallen der Indiaansche oorlogen geweest. Boven al de man. nieu va'i -.is^a^^k :! i y s sa 3 ë ^.„.riat^l^.--. AMERIKA. 48 zijn' stam onderscheidde zich een Indiaan, dien zij den kohekhalx noemden. Hij was even zoowel de schrik van zijne landgenooten (die hij niet schroomde, wanneer zij eenige lafhartigheid in een gevecht deden blijken, met zijne tomahawk neder te stoten) ais een geduchte tegenstander van onze troepen, uit hoofde van zijne groote krijpsbe- kwaamheid en zijn' persoonlijken moed. Hij was ten zelfden tijde meer dan eenip ander opperhoofd van het bondgenootschap, bevriend met de Blanken, en zoo moedip hij ook eenmaal vechtende tegen hen streed, zoude hij toch nooit gaarne de wapens tegen' hen opgevat hebben. Na het bloedig gevecht bij Poinl Pleasant, waarin de kohehhaim zgne bedrevenheid eu zijn' moed op cene schitterende wijze ten toon spreidde, kwam hij, tot verwondermg zijner vijanden, in het kampement van Lord dübmobb, om over den vrede te onderhandelen. Kolonel wiiso«, een der Staf- Officieren , beschrijft in dezer- voege zijne welsprekendheid: _ „Toen hij opstond, was hij op geenerlei wijze verlegen of belemmerd, maar sprak met eene duidelijke hoorbare stem , zonder te stotteren of in herhalingen te vervallen, met veel kracht van taal. Terwijl hij Lord dubmobe aansprak waren zijne blikken vol vuur en ernst; zij boezemden ontzag in. Ik heb vele vermaarde redenaars gehoord, maar nimmer een' wiens kracht van spreken die van den koren- halm bij deze gelegenheid overtrof." Ia het voorjaar van 1777, vernam men dat er eene uitgestrekte verbindtenis tusschen de stammen was aangegaan, en dat zij slechts op de goedkeuring en den raagtigen bijstand wachtten van de Shawauezen, om den oorlog tegen de Blanken te ondernemen, in dat gewigtig tijdstip kwam de korewhalm, vergezeld van den rooden havik, een vriendschap- pelijk bezoek brengen op het Fort te Point Pleamnt, gaf aldaar de oogmerken der Wilden te kennen, en betuigde zijn leedwezen dat de stroom den Blanken zoodanig begon tegen te loopen, dat hij zijns ondanks door dcnzelven zou worden medegesleept. Op het vernemen van dit berigt, hetwelk door den edelen Wilde naar de wijze van eenen grootmoedigen vijand gegeven werd, deed de bevelhebber van het Fort den ko- REI.HALM en zijn' metgezel als gijzelaars voor het gedrag van zijn' stam aanhouden, en maakte zich gereed om zijn voordeel te doen met het nieuws, hetwelk hij vernomen had De KORE«HALM hicId gcdurcndc zijne gevangenschap meermalen gesprekken met de officieren, en vond er zijn vermaak in hun de aardrijkskundige bijzonderheden van het Westen, toen nog weinig bekend, te verklaren. Op zekeren middag, terwijl hij bezig was eene kaart van de Missouri met haar grondgebied, hare waterstroome- en bergen op den vloer te teekenen, hoorde hij een luid hoerah! uit het bosch opgaan en herkende de stem van zijn' zoon elunipsico , een' jongen krijgsman, wiens moed en' beleid even zoo algemeen bekend als de zijne waren. Elunipsico trad het Fort binnen en omhelsde zijn' vader teederlijk, alzoo deze over zijn langdurig wegblijven ongerusJ was geworden en hem thans kwam opzoeken. Daags na zijne aankomst ging een soldaat uit het Fort op de jagt en werd door een.ge Indianen doodgeschoten. Zijne woedende kameraden besloten dadelijk den K0RE.HAi,M en zijn' zoon aan hunne wraak op te offeren. Zij legden ellin.ps.co te last dat de boosdoeners tot zijn geleide behoorden, maar deze betuigde dat hij alleen re- komen was en met geen ander inzigt dan om zijn' vader op te zoeken. Toen de sol- AMERIKA. 7 60 AMERIKA. datea binnenkwamen, scheen ellimipsico onthutst. De korenhalm spr.orde hem aan om zich met moed aan zijn lot te onderwerpen en zeide: «Mijn zoon, de Groote Geest heeft u herwaurls gezonden opdat wij zamen sterven zouden!" Vervolgens keeidehij zich om , ten einde zich tegen z jne moordenaars te weer te stellen , doch door zeven kogels te gelijk gewond, stierf hij zonder een' klaagtoon te uiten. Nadat de korerualm ter aarde gezegen was bleef ei.umpsico slil en bedaar^, en stond zelfs niet van zijne zitplaats op. Met de uiterslc kalmte ontving hij in die hou- ding den dood. «De andere Indiaan, "zegt het verhaal, «werd in stukken gekapt met al die wreedheid, welke de wilden in hunne wraaknemingen kenmerkt." Daags voor zijn' dood had de korbrhalm nog een' krijgsraad der officieren bijge- woond, en in dcuzelven met al zijn gewone vi-ur over de belangen van den oorlog -e- sprokeu. In den loop zijner aanmerkingen ontviel hem iets, hetwelk als een voorgev'oel van zijn' dood te beschouwen was. «Toen ik jong was," zeide hij, «en ten oorlog uit- too ü> dacht ik dikwijïs dat elke krijgstogt mijn laatste zoude zijn en dat ik , , „„ „ „ - _.., „„. ..» niet zoude terugkeeren. Ik bleef echter steeds in leven. Thans ben ik midden onder ulieden, en als gij het wilt, kunt gij mij dooden. Ik kan slechts eenmaal sterven, en het IS voor mij hetzelfde of dat nu of een weinig later zal zijn!" Zijn wieedaardige moord werd d-iur gewroken. De Shawanezen, die de oorlogzuch- tigste stam van het westen waren, werden sedert dat oogenblik doodelijke en onver zoenlijke vijanden van de Blanken. BOSTON. (van iie heuvels van dorcuester af.) Hel fraaijo Schiereiland van de Dorchester hoogte , , hetwelk zijn' arm ais om de- zelve te beschutten, rondom het zuidelijkste gedeelte der Baai van Botton uitstrekt, werd het eerst bevolkt door eenige pelgrims, die ten tijde van het bestuur van den Gouverneur wiihthrop over Masmchuset naar Nieuw-E, igeland kwamen. Dat troepj.- bestond uit een paar Puiiteinsciie geestelijken, die van vrij wat gegoede familiën uit de Graafschappen Devon en Somerset vergezeld wartMi, en' zich in het voorjaar van 1G30 aan boord van de ^Mary John" begaven. De {;eschiedschrijver mcidl dat zij op den jvertojt eenige woorden kregen met den Kapitein vun het vaartuig, squibb ge- noemd, »die als een onmededogende borst hen met hunne goederen aan kaap JVantas- ket uitzette, hoewel de overeenkomst luidde dat hij hen de Charlei-rivier opwaarts moest brengen. «Hij gaf hun echter ecne boot, welke hij met goederen belaadde en van bekwame zeelieden voorzag (niet meer dan tien, die welgewapend waren en onder het bevel stonden van Kapitein soutiigot, een' moedig krijgsman) en zoo voeren zij .T ^- -^ f:*^'.-Tmr-7'T7-~^^7- ' iH '(«'«^ < f'! .>, ï-,' 'A te ■< & 53 0 V', ■t; s AMERIKA. 6i tien mijlen ver de rivier op. Nadat zij aan een' steilen oeverkant hunne goederen ont- scheept hadden , werden zij verontrust door een berigt , dat niet ver van hen af eenc bende van driehonderd wilden gek.impeerd lag. Gelukkig voor hen had zich een oude planter bij hen komen voegen, die genoeg van de taal en de gezindheid der Indianen wist om de opperhoofden te kunnen overreden hen niet voor den volgen- den morgen aan te tasten. Met het aanbreken van den dag kwamen zich eenigo der Wilden vertoonen, maar bleven op eenen afstand. Eindelijk hield een van hen eene biezen mat in zijne hand vooruit, waarvoor hem de reigers een' man met eene beschuit in ruiling toezonden , en zoo werd er oene vriendschappelijke gemeenschap tot stand gebragt. Geen' zin evenwel hebbende in hunne nabijheid, zakten zij de rivier weder af, en eenige van bon goede weilanden ontdekt hebbende te Maltapau (thans Dorchester) bleven zij zich aldaar vestigen. Het naburige Scbierland van S/iaicmut (thans Boston) was bestemd om de voor- naamste nederzitting te worden, en beden is Dorchester eene landelijke voorstad van Niemo-Engelands hoofdstad. Het Fort, hetwelk op den top van deszelfs hoogte staat, (vanwaar dit plaatje genomen werd) is de schouwplaats van eene gewigtige gebeurte- nis der omwenteling geweest. Botton v/as een tijdlang bezet geweest door de Britsche armee onder Generaal gage, die in October 177G naar Engeland zeilde en het opperbevel in banden liet van Ge- neraal nowE. Na het gevecht vnn Bunkers //ïll, bleven de beide legers ettelijke maan- den werkeloos, terwijl de Generaal ^vASI^^G■ro^ met vcerlienduizend mannen de beide oevers van de Charles Rivier bezet hield, en de Engelschcn, in hun hoofdkwartier binnen de stad belegerd, zicli met fooneelvoorslellingen vermaakten op Faneuiel Hall, welke zij van tijd tot tijd afwisselden met paardrijdcrs-verlooningen van een eska- dron ruiterij, hetwelk van de oude zuider kerk eene renbaan gemaakt had. Toen het kouder begon te worden, werd bet Noorder-Koffiihuis, een ontzettend houten ge- bouw, lot brandstof afgebroken en verbrand. De soldalen maakten zich insgelijks vrolijk met het omverhalen van een' hoogen vrijheidsboom lot hetzelfde oogmerk. Die werkeloosheid begon eindelijk wasui>gtos Ic verdrieten, en zoodra het ijs in de baai en op de rivier sterk genoeg was geworden om er troepen over heen te doen gaan, riep hij een' krijgsraad bij een, en stelde voor een' aanval op Boston Ie doen. Men keurde eenparig zijn ontwerp af en hij liet het zijns ondanks varea. Spoedig hierna beslüül hij zich in bet be/it te stellen der hoogte van Dorchester; welke zoowel de haven als de stad bestrijkt: dan bij begreep dat zulk een slap aanleiding moest geven lot een hoofdtreffcn , gedurende hetwelk hij voorhad met eenige uitgelezen manschappen naar Cambridge over te steken en met geweld die stad binnen te dringen. Gedurende de twee of drie laatste nachten liet hij de stad hevig beschieten om de aandacht van het garni- zoen af te leiden; en in dien van den 4'i^° Maart nam een zwaar detachement bezit van de hoogte \ai\ Dorchester, alwaar zij terstond verschansingen begonnen op te werpen. De nacht was vrij zacht, maar de grond zoo hard bevroren dat er bijna geen doorkomen aan was: en niet dan met zwaren arbeid was er met het aanbreken van den dag eene borstwering gereed , uchtcr welke zij zich tegen bet vuur van den vijand konden dekken. SÏSS 53 AMERIKA. De ochtendstond brak aan — en over het landschap lag een dunne misl verspreid , die de verschansingen grooter deed voorkomen dan zij waren. De verbaasdheid van den Ge- neraal HOWK, op hel zien van die spookachtige schans door de heuvels heen, en dat op eene hoogte, welke, toen de zon onderging, geheel onbezet was, kende geene palen. De stelling was van zoo veel belang, dat het ondoenlijk was de slad te behouden ten zij er de vijand van verdreven werd. De Britsche bevelhebber ondernam met grooten moed d.e taak , en tweeduizend mannen werden nog dienzelfden dag ingescheept om de ha- ven over te steken , ten einde den aanval te doen. Die legermagt bereikte het KaHeel, een klein eilandje beneden de stad ; doch toen kwam een hevige stormwind hunne be-' wegingen belemmeren. Des ander.^n daags werd er een krijgsraad belegd en men oor- deelde het noodig de slad ten spoedigste te ontruimen. De Amerikanen gingen on- gehinderd voort met hel aanleggen hunner verschansingen, en na verloop van eenige dagen ging Generaal howe met al zijne troepen scheep, vergezeld van al de Amerika- nen, die de koninklijke zaak getrouw bleven. De inscheping begon 's morgens ten vier ure op den 17^'" Maart, en ten tien ure rukte de Generaal Washington aan het hoofd zijner troepen de stad binnen. De Engelsche vloot zeilde naar Halifax. Met de matrozen medegerekend maakte zij tienduizend mannen uit. Zij hadden voor eene waarde van 30,000 P. sterl. aan magazijngoederen achtergelaten, benevens ettelijke mor- tieren en kanonnen. Men heeft van die hoogte af een verrukkelijk uilzigt op Bo»Um. De baai met hare verschanste eilanden strekt zich schitterend door den glans van haar water ter repte - zgde uit; de stad, tegen de helling der heuvels aangelegd, prijkt met het kasleelvormip.. Stalenhuis en het land ter linkerzijde is met vrolijke en levendige dorpen als bezaaid. De heete koorts der .speculatie heeft thans juist in Amerika hare hoogte bereikt en Dorchesur's omtrek wordt even als die van andere plaatsen, in loten verdeeld en met denkbeeldige landhuizen en logementen opgevuld. Indien de berekening niet te hoor Jïesleld IS, zullen de wegen rondom Boston weldra van lusthuizen op al de heuveltoppen wemelen. ' ^ HET HUIS VAUf FAWEITIEI. MET DE OIULieeEAIDE «EBOUITEM TE BOSTOIV. Er zijn weinig overblijfsels van de menigvuldige zwaar gedekte met puiilig loeloo- |)ende gevels opgeschikte huizen, die in de dagen der Engelsche Gouverneurs 'het digi in elkander bebouwde middelpunt van Boston uitmaakten. De fraaiste modellen daarvan hebben langen tijd in de nabuurschap van het huis van fakeuiel gestaan : maar ik ge- loof haast dal nier eene enkele uitzondering, a! die driehoekige blokken onder de mede- dogenlooze hand vu n den speculatiegoesl verdwenen zijn. Bo»ton is niet zoo zeer toegenomen 'I 'I AMERIKA. 63 als de hoofdsteden der andere Staten , door ^velke de stroom der landverhuizing racer regtstreeks heenloopt: maar het is zekerlijk de fraaiste stad der Fereenigde Staten, en die welker voorspoed ook waarschijnlijk van den bestendigstenduur zal zijn. Derzelver huizen van granietsteen en fraaije openbare gebouwen contrasteren sterk met de beschrijving door «At. jossELTic den Gentenaar gegeven, die in 1688 deze stad bezocht, en naderhand de wereld verrijkte met zijne aanmerkingen onder den titel van «Zeldzaamheden van Nteuw-Engeland." «Mij een paar dagen verfrischt hebbende op een eiland in de baai" zegt bij: »stak ,k de haven in eene kleine boot naar BoHon over, hetwelk toen eerder een gehucht was dan eene stad, alzoo het weinig meer dan twintig of dertig huize.i telde. Ik gmg mijn' pligt afleggen bij den Gouverneur muthrop, en den Heer cotton een Predikant te BoHon, wien ik uit naam van den Heer quari^es den dichter de ver- taling van verscheidene Psalmen en verzen ter inzage in handen stelde " Omtrent vijftig jaren geleden bezocht een geestige boekhandelaar, johic duktox, dii- stad en in een geestig geschreven boek, waaraan hij den titel van «mijn levensloop en mijne omzwervingen" gaf, levert hij een luimig verslag over derzelver bewoners te zij- nen tijde. De overtogt, dien men thans gewoonlijk tusschen de zestien en vijfentwintig of dertig dagen doet, kostte den ongelukkigen boekverkooper vier volle maanden. ... gedurende het laatste gedeelte van de reis kreeg hij niet meer dan eene flesch water voor vier dagen, >>Toen wij in het gezigt van Bo»ton kwamen" schrijft hij , «waren wij alle hoogst ver- blijd: want wij bevonden ons op het punt om van gebrek om te komen. Wij pinden ... de sloep naarden wal en wierpen het anker onder het kasteel, hetwelk ten naasten bü eene mijl van Boston af ligt. Het land kwam ons eerst voor als eene barre woestijn" .naar van de inwoners ondervonden wij tamelijk wat gastvrijheid. Voor den eersten nachJ sliepen wj, ,n het kasteel, en op den volgenden morgen begaven wij ons over het ijs heen naar de baa, van Bo^n, hetgeen ons slechts eene middelmatige rust opleverde na- dat wy gedurende zoo vele maanden in eene kajuit waren opgesloten geweest. De lucht van JSteuw-Engeland was scherper dan die van London, hetgeen te gelijk met het be- korende van versche spijs mij deed eten als een wildeman. De eerste, die mij te Boston verwelkomde, was de Heer BURRoroHs. Hij overlaadde mij met meer beleefdheden dan •Ik kan opsommen, bood mij geld te leen aan, en deelde zijne slaapkamer met mij tol zoo loüiT ik van een logement zoude voorzien zijn."' He: ^erk van duktoïc zoude in onze dagen voor een' goeden prijs verkocht worden Z.jne personaliteiten zijn niet van geest ontbloot. De volgende lijst zijner bekenden kan de plaats bekleeden van eene portrettengalerij. »De Heer PHILLIPS, mijn voormalige Correspondent. — Hij onthaalde mij op een heer- Igk Dmh' en is, naar het mij toeschijnt, met een aardig jong wijfje gezegend. Ik moet van SAM zeggen, met wien ik eens eene som van ettelijke honderd ponden te verreke- nen heb gehad, dat hij zeer eerlijk is, en dat het hem ten gevolge daarvan ve^l wel gaat. Ik wil er nog bijvoegen dat hij jong, geestig en de schoonste man va:: ^unsch Botton is. «Hierop volgde de Heer Ki«v. VEBRAZZABO, cou Florcntijncr in dienst van fha>(s I. Die stoute zeevaarder had met vier schepen onder zijn bevel een tijdlang togen de Spanjaarden gekruist. Doch aijn klem smaldeel door een' storm uiteengedreven zijnde, besloot verrazzawo met een van zijne scliepen, den Dolfijn, eene reis Ie ondernemen om onbekende landen te ontdekken. tl. -}; AMKIIIKA. tt Hij kwBm op dfi kust van Amerika , erp.ni» nabij Noord-Karolina, en volgde die eerst zuidwaarts tot aan het «Land der Palmboomen" wuarscliijnlijk Rorida. Vcrvoijfeiis keerde hij terug en stevende Noordwaarls tol dat hij cenc haven binnenkwam, welke hij in een' brief aan zijnen Koninklijken meester aldus beschrijft: ))Dat land ligt op 41° 40' naar de parallel van Rome, maar door toevallige oorzaken is hetzelve een weinig kouder dan andere landen op die breedte. De mond van de haven ziet naar het zuiden en is eenc halve mijl breed: wanneer men haar van het noord-oosten invaart, strekt zij zich twaalf mijlen uit en wordt al wijder en wijder, makende aldus eene baai van omtrent twintig mijlen in omvang, waar tusschen vijf kleine eilanden liggen, vol vruchtboomen en digle bosschen. Tusschen die eilanden door kan eene groote vloot, zonder vrees voor storm of eenig gevaar, veilig voor hare ankers rijden." Vebrazzano schijnt zich veertien dagen in de haven te hebbeu opgehouden, en zijne manschappen gingen dikwijls aan land om levensmiddelen te halen en het land te be- zien, il) een ander gedeelte van zijn' brief zegt hij : «Somtijds vertoefden onze lie- den twee of drie dagen om verschillende redetien op een klein eilandje. Wij gingen dikwijls vijf of zes mijlen ver landwaarts in, en vonden hetzelve zoo geschikt als het maar zijn kon, tot den aanbouw van koren en wijn. Naderhand kwamen wij in de bosschen, die wij zoo digt vonden, dat het grootste leger van de wereld zich er in had kunnen verbergen. De woudboonicn bestonden raeerendeels uit eiken, cijpressen en andere in Europa unbekcnde soorten." Deze waren vermoedelijk de eerste Europcaansche voetstappen, die eenig gedeelte be- traden van den grond, thans de Staat van Nieuw-York genoemd. Verkazzawo en zijne munschappen schijnen veel omgang met de inboorlingen gehad te hebben, en ook wèl door deze behandeld te zijn, hoewel hij het, volgens zijn eigen verhaal, daar niet al- tijd naar maakte. Sprekende van een togtjo zijner manschappen ergens langs de kust, zegt hij: ))Zij zagen slechts eene oude vrouw met een jong meisje van achttien of twintig jaren oud, die ons troepje ziende, zich uit vrees in het gras verstaken. De oude vrouw droeg twee kindereu op haren rug en het jonge meisje twee andere. Zoo- dra zij ons in het oog kregen, gaven onze lieden om haar gerust te stellen en zich aan- genaam bij haar te maken, haar iets te eten, hetgeen de oude vrouw dankbaar aannam, maar het meisje verontwaardigd tegen den grond smeet. Toen namen zij de oude nrouw een kind af, om dat mede naar Frankrijk te nemen; en ook /iet jonge meisje willende roüoen, hetwelk zeer nchoon waa en van eene ranke leest, konden zij haar, uithoofde van haar gegil niet mede naar zee krijgen, vooral omdat wij nog door digte bosschen heen moesten dringen en ver van het schip af waren. Wij stelden dus voor, haar achter te laten en namen alleen het kind mede." In een volgend gedeelte van zijn verslag hangt vebrazzaho eene regt gunstige schilde- rij, niet slechts van de welwillendheid, maar ook van de bescheidenheid der inboor- luigen op. »Zij kwamen in grooten getale met hunne kanoos rondom het schip. Hunne aangezigten waren met verschillende kleuren geverwd. Zij bragten hunne vrouwen mede, op welke zij zeer jaloersch schenen, dewijl zij zelven aanboord van hel schip kwamen, maar hunne vrouwen in de kanoos lieten, en ondanks al ons aanzoek en het 56 AMERIKA. aanbieden van alles wat wij hun geven konden , was het onmogelijk Ie verkrijgen dal zij haar aan boord lieten komen. Dikwijls kwam een van hunne twee Koningen met zijne vrouw en eene menigte van Heeren om het genoegen te hebben van ons te zien wan- neer zij een paarhonderd schreden van ons af aan den wal bleven staan, en ons me'f eene kanoo berigt zonden van hunne komsl: en zoodra zij ons antwoord hadden, kwamen /.ij terstond en stonden ten uiterste verbaasd over het rumoer en geschreeuw der raatrozen. De Koningin en hare dames wachtten in eene kleine kanoo hij een ei- landje een vierde van eene mijl vandaar, terwijl de Koning zich lang op .-ns schip ophield, zijne gewaarwordingen door zijne gebaren te kennen gevende, en met groote verbaasdheid het want beschouwende. Somtijds, wanneer onze lieden een paar dagen vertoefd hadden op een klein eiland nabij het schip, kwam hij met zes of zeven van zijne Heeren weder om te zien wat wij deden. Dan spande hij zijn' boog en met z.,|ne Heeren over het dek heen en weder loopende, maakte hij ten vermake van onze heden, allerlei exercitiën." De druk bevaren baai van Nieuw-York levert heden eene gansche andere vertooninp op, en -n van diezelfde .Heeren'^ is er thans even zn'k eene zeldzaamheid, als giovai,«. DE vEn zzA«o het drie eeuwen geleden voor de regtmatige bezitJers van dit fraaije land en deszelfe fraaije wateren was. »E AA]lfI,E«PI.AATS TE PEEKISKIIil.. Lvtn als de meeste dor aanlegplaatsea aan de Hudscn, is PeekMl als het ware oeue uitgestoken hand van het binnenland. Het ligt tachtig mijlen ver van Nieu^v rorkai, en de vuorlbrengselen van het land worden alhier in de handelsloepen rela- den, d,e daarvoor andere goederen uit de stad terugbrengen. Op zulk een punt heeft n.en gewoonlijk eene soort van stad, en alzoo de oever va., eene rivier meestal een lokaas ,s voor de ledigheid, schijnen ook al de lanterfanters van de nabuur.chap op die aanlegplaats bijeen te komen. De nabuurschap is belangrijk uit hoofde van het verband waarin zij met de peschie- denis der omwenteling staat. Het hoofdkwartier van den Generaal wasui.oto. was ,. rerplanks Point: en het gehucht PeekMl, eene halve mijl van de rivier af pelepen was het depot van den krijgsvoorraad, die in 1777 door den Generaal hovve verbrand werd' .>B.j m.jne terugKomst zuidwaarts in 1782" zegt de vertaler van CHASTEUtx, die zijn- naam met heeft bekend gemaakt, ..bragt ik een paar dagen door in het Amorikaansch. kampement op Ferplank. Point, alwaar ik de eer genoot van zamen met den Generaal WASHINGTON te spijzcu. Ik was een tijdlang met de koorts aangehaald geweest, en kond. daar nog met van .f komen , ondanksdat ik mijne toevlugt genomen had tot het berijden AMERIKA. 57 van een zwaardravend paard, en zelfs in de Oclobermaand zoo ver noordwaarts heen «rekomen was. De Generaal het bespenrende , zeidc mij dat hij er van verzekerd was bij werd als een spion opgehangen. «Maar 8* IMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-3) %o 'Z-,^ < 1.0 I.I il.25 150 ""^" 1^ ■ 4.0 ■UUl. 1.4 2.5 2.2 2.0 1= 1.6 Photographic Sciences Corporation V-' 23 WEST MAiN STREET WEBSTER, N.Y. 145S0 (716) 872-4^03 ^ L p ' ,"^ I 60 AMERIKA. gij zult toch mijn geval wel nie* met het zijne gelijk stellen?" — »Toch wel;" hernam ik: «en uw beider lot zal ook hetzelfde zijn." , Hij poogde nog eenige aanmerkingen te maken, maar was blijkbaar nooit te voren zoo ongerust geweest." HET HARPERS VEKR. (van de ZUDE VAW den POTOMAC.) Misschien zal het den lezer niet onaangenaam zijn, indien wij het eenloonige , het- welk de geaardheid van dit werk medebrengt, een weinig afwisselen door een verslag van de verschillende veldvermaken aan de oevers van den Potomac. Die fraaije rivier wemelt van visch, waarvan de voornaamste soorten zijn de elft. de harmg en de steur. De laatste worden gevangen op eene manier, welke zooveel wij weten, aan dit gedeelte van het land bijzonder eigen is. De steur is een aanzienlijke bewoner des waters , en weegt van vijfenzeventig tot honderd en vijftig ponden toe. Zijne hooge sprongen uit het water en zijne vlugheid in bet opzwemmen tegen een' storlval, zijn bekwaamheden waardoor hij, gelijk de algemeene spreekwijze luidt, voor- deelig bekend staat. Hij is evenwel gewoon zich tegen al de vaste voorwerpen, die hij in de rivier vindt, te krabben, hetgeen de visschers hebben ontdekt, en waar- van zij met een gunstig gevolg tot zijne schade gebruik maken. Eene sterke lijn met een gewigt er aan wordt uit eene boot gevierd, en een groote haak van een bijzonder fatsoen, maar zonder lokaas, aan derzelver einde vastgemaakt. Het wrijven van den steur tegen de lijn geeft den visscher zijne komst te kennen, en door middel van eenige behendigheid weet deze hem den haak onder de buik te slaan. De visoh schiet in allerijl vooruit, de visscher viert zijne lijn, en de boot vliegt met eene snelheid, die aan tooverij grenst, voort. Ongeveer eene mijl ver van dien arbeid is genoeg om het den steur te doen opgeven, die dan uitgeput van krachten wordt opgeheschen. Eenige jaren geleden had een Neger, die door zijne behendigheid in die manier van visschen bekend was, de onvoorzigtigheid van de lijn om zija been vast te maken. De plotsclijke vaart van den aangeslagen visch trok hem over boord, en hij werd met den stroom medegcvoerd, nu eens boven en dan wederom onder het water, tot de uiterste verbaasdheid van eenige lieden, die toevallig langs den oever gingen. Hij was bij geluk een bekwaam zwemmer en een sterke gast , en door eene buitengewone koelbloedigheid en bedaardheid van geest, gelukte het hem den steur aan wal te halen. Het is iets opmerkelijks dat die visch alleen in zekere rivieren goed is. Die van de Delaware b. v. wordt voor oneet- baar gehouden , en die van de rivieren aan weerskanten van dezelve , de Hudson en de Potomac, wordt als eene keurige lekkerbeet beschouwd. Men verliaalt dat eens zulk oen groote visch len tijde van den omwentelingsoorlog met een' geweldig hoogen Ft' a. ^ S « I ■'S -? 1 •e, -o AMERIKA. Die fraaije vogel," zegt de schrijver » wordt bij vluglcn van meer dan twee- of drie honderd zoo wit als sneeuw te gelijk gezien, naar de oeverkanten heen zwemmende, en van tijd tot lijd een* welluidenden zang doende booren , en dat wel zoo luid, dat men dien op een' stillen avond twee of drie mijlen ver hoori'n kan. Er zijn er twee- derlei soorten van, die naar het onderscheiden geluid dal zij maken, genoemd worden. De eene beet de trompetter en de andere de roeper. De trompetter is de grootste en beslaat, wanneer bij volwassen is, van zijne sneb of tol aan den uitersten tip van zijne leenen vijf è zes voeten , bij een' vlugl van zeven tot acht voelen. Zij zijn loos en voor- zigtig en hebben meer dienst van hun gezigt dun van bun' reuk. Met een' hals van omtrent drie voeten lengte zijn zij in staal bun' kop zoo boog op te steken, dat zij al de voorwerpen op een' groolen afstand kunnen onderscheiden : en diezelfde lengte van hals maakt hen bekwaam om in den slijk bun voedsel te zoeken, hetgeen zij doen door bijkans hun gansche ligchaam er in te dompelen , in eene diepte van drie of vier voe- ten water alleen hunne poolen en hun' staart naar boven stekende. Zij houden zich meerendeels op de ondiepten van oeverkanten op en builen bereik van het scliot: doch de jager zekere bijzondere eigenschap, die bun met andere watervogels gemeen is, en waarvan wij thans eenigzins bepaalder willen spreken, te baat nemende, weet hen daar- door onder het bereik van zijn vuur te lukken. De zwanen blijven aldaar den gcbeelen winter, alleen bij ongunstig weder van plaats veranderende, te Avelen van bet bevtozen tot het open gedeelte van de rivier. Terstond na hunne aankomst in den herfst zijn zij in zeer goeden slaat en blijven ook vet tot in het voorjaar, wanneer zij eenige weken voor hun afreizen (bet begin van Maart) lungz.imerhiind vermageren, en in den laatsten tijd van hun verblijf alhier zijn zij zoo dor, dat zij gescholen zijnde niets bruikbaars opleveren dan hunne vederen. Wij zullen niet stellig bepalen of dit moet toegeschre- ven worden aan de omstandigheid dat zij de middelen om zich te voeden op hunne ver- blijfplaatsen hebben uitgeput , of dat zij door Hem , die het Heelal zoowel in het kleine als in het groote bestuurt, geleerd worden zich door zulk eene vasten tot de langdurige luchtreis, welke zij gaan ondernemen, voor Ie bereiden. Hierin zoude niets wonderda- digers gelegen zijn dan in de ziglbare daadzaak , dal zij zich op gezette uren en door geregelde oefeningen geschikt maken om de lucht tot op een' afstand van misschien duizend mijlen ver te doorklieven. Men ziel alle dagen talrijke vlugten van die vogels uit de rivier tot buiten het bereik van het oog opstijgen om zich aldaar in groote zwaaijen tol op een' aanmerkelijken afstand te begeven, om vervolgens tot dezelfde plaats, vanwaar zij opgevlogen zijn, of althans daar nabij weder te keeren. Dit blijft zoo voortgaan gedurende de laatste twee of drie weken van han verblijf aldaar. )>De zwaan wordt gJokt door een' bond, die er op afgerigt is, om binnen bet bereik mïSSIiSSfSStm ^ M. 0 « a. 5 N °r r ■1 v « > .,•' > =^ o o AMKRIKA. 13 van zijaa meesters stem aan .len kont van het water te spelen. De jager tracht rich achter een blok of iels dergelijks om2ig.ig te verbergen, voordat hij zijne bewegingen begnit, zorg dragende dat hij de rigting van den wind i.. het oog houdt," en dat de vlupt ^wanen d,e hij meent te lokken, digt bij genoeg ligt om de voorwerpen van den water- kant te kunnen zien; terwijl hij daarbij zorg draagt zoo min mogelijk geluid te maken. Wat het zijn moge dat op deze vogels werkt, hebben wij nooit stellig hoorcn verzekeren- maar het is met te ontkennen, dat zij dikwijls honderden ellen ver van hunne liirplaats tot onder het bereik van het schot gelokt worden. Men gist mogcli,k naar wa'orheid dat ZIJ den hond beschouwen ais een dier, hetwelk zij moeten vervolgen, omdat hunne jongen, op de plaatsen waar zij die hebben uitgebroeid, er door verontrust worden. ))De wilde gans is nog listiger en waakzamer om zich voor eenig leed Ie hoeden, dan de zwaan. Zij heeft mede een scherp gezigt, maar laat het toch meer op hel zintuip van haren reuk aankomen. Dit is zoo algemeen bekend onder de jagers, dat zy het hoe veihg ook verstoken, nooit zullen wagen dat dier boven den wind te naderen, dewijl z.j zeker ontdekt zouden worden voordat zij de gans onder hun schot hebben, en in dat geval door het opvliegen van den ganschen troep te Icurgesteld zouden zijn. In de lente vallen die ganzen dikwijls op het land neder, en voeden zich aldaar van het gras en dat somtijds in zulk eenc meninto, dat zij de korenvelden langs de oevcrbooidon' van de nvier zwaar beschadigen. Wanneer zij alsda-. bezig ujn met grazen, kan men ze moeijclyk naderen; want zij kiezen zich eene plek uit, welke ver van alle bedekking verwijderd is, en loopen een voor een in eenc lange rij meteene gans, ,lie de wacla houdt, aan elk einde. Deze heide gaan regt overeinde, terwijl de andere ijverig gra- /.cndc hare koppen naar beneden lus.schen het groen houden. De wachters houden dan hare neuzen en oogen in zulk eenc rigting, dat zij de eerste aannadering van eenen vijand zelfs op den versten afstand kunnen bespeuren; en in het oogenblik dat zulks het geval is. wordt daarvan door een bijzonder gt.uid aan den ganschen troep kennis gegeven, d,e terstond stil bhjft staan en de koppen om hoog steekt, terwijl zij, al naar- mate de aard van het gevaar is, of oogenblikkelijk de vlugt nemen, of bedaard weder gaan grazen." CAIjM^I^WIIjJL, AAX het «fiORGE'SI JÜEER. n de toekomstige dichtkunst van Jmerika zal het George's Meer de plaats van Z<,.A- katr^ne i„ J«/io/W bekleeden. Het beste denkbeeld, dat men er van geven kan aan •emand, d.e Loch-katrine heeft gezien, is te zeggen dat hetzelve het TroLf,. is, maar op eene grootere schaal. Men vindt in beiden dezelfde helderheid van het w;ter _ dezefde steile oeverboorden , dezelfde kleine welig begroeide eilandjes, en dezelfde menigte van hoeken en baaijen. Bij Loch-kalrine trof het mij dat het 4ater de lage r,{ AMERIKA. II sliekPD van een golvcid terrein scheen overütrooi/id (e hebben en niets voor het oo{j had overgelaten dan de begroeide heuveltoppon. Dit kwam zonder twijfel voort door dat er alles tot aan den waterkant toe niet heesters en plantta bedekt is; en diezelfde oorzaak heeft dezelfde uitwerking nan het George's Meer. Wanneer de watervlakte effen is, zien er de kleine eilandjes met derzelver spiegeling uit als ware.i het een hoop van bladeren uit de lucht nederhangende. De ongemeene helderheid des waters van het George's Meer heeft hetzelve den naam doen bijzetten van het Sacraments Meer, en ^Ike reiziger wordt van deszelfs dnorschij- iieudheid getroffen. Het is zonderling dat de wateren, tusschcn welke het mi ligt — die van het Meer Champlain bij voorbeeld, van de IIiidsons-Rwier en van de gansche landstreek tussclien f'e Groene Bergen en de Mississippi , meer of min bezwangerd zijn met kalkbtof, terwijl het George's Meer alleen helder en zuiver is. Het ontvangt zijn water vermoedelijk van wellen onder hetzelve. Men zegi dat de oppervlakte van dit Meer honderd voeten hooger ligt dan het Meer Champlain. Ee.ne andere en waarschijnlijk juister berekening stelt dat verschil op drie- hor.derd. Men bereikt langs drie trappen de watervallen , die de uitstorting in het laatst- ;jenocmde Meer vormen : en d^ laatste daarvan is , wanneer de sne^^uw in het voorjaar smelt , een katarakt van ongemeene schoonheid. Het George's Meer is drie of vier maan- den lang bevroren, en men heeft dienaangaande opgemerkt, dat er het ijs niet zinkt, zoo als in het Meer C/iamplain , maar langzamerhand smelt. Voordat dit Meer een voorwerp van belangstelling voor de touristen werd, was het ;'(!cr eenzaam en werd nieercndeels door herten en arenden bezocht. Die allen zijn thans verdwenen. Het gerammel van de stoomboot, welke er de stille kano vervang 3n heeft — het geknal der pctcussiegeweren, hetwelk in de plaats van de buks gekomen is , hebben al het romaneske van dcszelfs oevers doen verdwijnen. De eenigsle dicht- kunst, welke die der landloonecleu kan vervangen, is die der Legenden ci. der Geschie- denis; en er moeten nog vóór dien tijd eeuwen verloopen, geslachten voorbijgaan, eene ,,?heele verandering over het land komen. Wij zijn thans in het tusschen tijdperk , hetwelk minder geschikt is voor de dichtkunst. Caldicell is ecne blocijcnde stad , beneden aan bet Meer gebouwd , maar die op zich /.clvc niets aanmcrkcnswaardigs oplevert dan een Logement met eene opcnc tafel voor de bem.'nnaars der sciioone Natuur. — Van zulk een al Ie sappig onderwerp stappen wij i)f , om een uittreksel te leveren uit de schriften van een' achtingswaardigen geestelijke , die door zijn' levcndigen stijl een bewijs oplevert van de uitwerking dier bekoorlijke landstreek zelfs op een' allercrnstigst gemoed. mDc fraaiheid van dit Meer wordt grootelijks verhoogd door de gestadige afwisseling, weP'c de reiziger, die hetzelve bevaart, telkens waarneemt, en door de verschillende tinten van licht en schaduw , welke zich van allen kant ann iicm voordoen. De plot» selijko verschijning van inhammen en baaijen , eilanden en kaaijen , heuvels en bergen — de gedurige verandering van derzelver voorkomen — zetten aan elk voorwerp een leven en ecne beweging bij, welke weinig verschillen van die der vertooningen door eene Ca- rnet a ohsnira opgeleverd, maar in duidelijkheid ver boven dezelve verheven zijn. Elk -rirrJ-urj^T • ■■'■'" .-w-^Aufe ji^^'.,^'^:.. .-A^-^-.,^^-^ T > u o 11 & ■r^^-^-^' :*IÊÊmi'im.:: < -Mms-^- ■ jj:^-.: Il AMERIKA. (ih oorwo.-p, hetz.j van het and of van het water, doet zich naarnia.e van den tijd de, dags In den avond van vr,dag den 1- October, toen wij van TieonrlJja wederkeerden, nof ons een schouwspel, hetwelk in heerlijkheid alles overtrof wat ik ooit .ezien had \oor ons lag eene openinjy tusschen de berden ten Westen en die ten Oosten, door dé stralen der ondergaande zon verguld. Het Meer, hier gc-heel effen, en iets verder zacht- kens gerimpeld, strekte z.ch tusschen eene groote menigte grootere en kleinere ope- ".Mirc» door, m de verte u.t. In de t«sschenrui,nte, door de bergen gevormd, Ia. eene n.e.ngte eilandjes van verschillenden omtrek en gedaante met welig plantsoen begroeid Achter deze en ten deele door het hoogc gcboomlc begroeid, strekte zich ten Westen eu ten Zu.dwesten eene lange bergkelen uit, met hoog opgeschoten pijnboomen be- .lekt. Iets hooger nog dan de bergen en boven elkander dreven zware wolken van de «llorgrilhgste gedaanten en prijkende met roode en oranje kleuren in al derzelver on (lerscheidene tinten. )>0n. de schoonheid van dit Meer te voltooijen wordt er niets meer vereischt dan de |.og.nge„ van den landbouw. Reeds heeft de akkermanshand de gronden rondoni .lozelve ontgonnen; - na verloop van eenigen tijd zullen zij met de vruchten van /.«nen arbe.d prijken. Men heeft de gave der prophetic niet noodig om te voorzien, dat binnen het tijdsbestek eener halve eeuw de lusthuizen des rijkdoms alhier al het fraaiie 'Ier kunst met het treffende der Natuur zullen paren." »E mODEIVHATfiJV. MEER WIIWPISEOGEE. Er zyu vele aanzienlijke landtongen, die in het Meer fFinipiseogce vooruitsteken en op eene derzelve .s de stad der Middenhaven gebouwd. Het Meer ligt nagenoeg in'het nudden van iV.«u. ffampsküe, is van eene onregelmatige gedaant'e en'aan'dszd^ westenule „. dr.e wijde baaijen verdeeld. Aan deszelfs oevers vindt men negen stedeT -.arvan de M.ddelhaven, die de grootste is, aan den Noord- Westkant ligt. He wat"; -les Meers .s op sommige plaatsen onpeilbaar, maar vol visch. Het zal waarschiTnl k no, we eemge jaren duren, voordat de scheepvaart op hetzelve van eenig belang woÏ B lialve de schoonheden der Natuur, die aan de oevers van dit Meer menigvuldiH in boz.t het we.n,g belangrijks behalve hetgeen in de gedenkboeken der ^Indban hè ..Hogen voorkomt De Geschiedenisbeschrijving van «„„...ow, hetgeen tot nog to .«zeldzaam boek geweest is, heeft Nieuu, Hampshire aan die dufsternis onttogen, .r lul7hr ^^''fT ''" """"^" "" '•« gedenkwaardige bijzonderhL; . , ffchuld bil, ven. B,j het doorlezen van de gevaarvolle avonturen der eerste kolonisten " -fft men z.ch met verwondering af, welke vergoeding huu daarvoor toch dat land 9 AMERIKA. wel konde schenken. »0p zekeren tgd" segt het Dagboek Montving het volkje van DunttabU het berigt, dat er een troep van tweehonderd en zeventig^ Indianen tegen hen in aantogt was. Hunne eerste komst viel voor op den 3''*" Julij , toen zij eene be- zetting van twintig mannen aantroffen , die onachtzaam de wacht houdende ; hen lieten binnenkomen , hetgeen den ondergang van de helft van hen ten gevolge had. Vervol- gens viel eene kleine bende op het huis van dasiel galusha aan, die hen een tgdlang bezig hield, totdat den ouden man de moed ontzonk: zoodat hij zich overgevende hun den toestand van de bezetting openbaarde; hoe er een van de zijne gedood was en slechts twee mannen met een' jongen waren overgebleven j waarop zij rich ander- maal vereenigden met nog grooter moed dan te voren. Hierop ging er een met den jongen de achterdeur in , en liet jakob alleen over om de zaak te redden. Deze ver- dedigde zich dan ook een tijdlang manmoedig, maar voor de overmagt bezwijkende en van niemand hulp ontvangende, was hij genoodzaakt het op te geven en een goed heenkomen te zoeken : dan , voordat hem zulks gelukte , overviel hem de vyand nog eens, en hij ontkwam ten tweedenmale met vrij wat moeite. Hierop staken zij het huis in den brand, en des anderen riaags deden veertig van hen een' aanval op Ames- bury, alwaar zij acht mannen ombragten. Twee anderen, die in het veld bezig waren roet arbeiden, het gegil hoorende, haastten zich ter hulp te snellen, maar zelven ook vervolgd wordende, namen zij de wijk in een verlaten huis, alwaar zij nog twee oude snaphanen vonden, maar beide onbruikbaar: en al waren zy ook bruikbaar geweest, hadden zij noch kruid noch lood om die te laden. Ieder van hen nam er evenwel een van op en zij hielden zich zoo manmoedig als zij konden, hard sdhreeuwende, terwijl zij de geweerloopen uit de schietgaten staken: nDaar zijn zij ! geeft geen vuur voordat zg nader bij zijn;" waardoor de vijand zoo verschrikt werd, dat hij terstond aftrok." » Vandaar gingen zij naar Kingttown^ alwaar zij eene menigte vee doodsloeg«>ii en verwondden. Omtrent denzelfden tijd werd jose» %9Qutm. , die eeu Indiaansche vriend van hen was en met eeu ander man en diens vrouw van Dunttable naar Chelmsford ging, doodgeschoten. De vrouw werd daarbij gevangen genomen , maar de man wist het te ontkomen. Op den 8"*° Julij vielen vijf Indianen een weinig voor den avond op een huis een weinig buiten Reading aan , alwaar zij eene vrouw met acht kinderen vonden. Deze werd met drie van dezelve dadelijk afgemaakt en de andere in gevangenschap medegevoerd : maar een van dezelve , dat buiten staat was om hen te volgen , gaven zij een' slag op het hoofd en lieten het in een moeras liggen , dewijl zg meenden dat het dood was. Doch kort daarna werd het nog levende gevonden. De gansche nabuurschap op de been gerakende, was met den ochtendstond marsch vaardig, en hen op de hielen zittende, achterhaalde zij hen weldra, zoodat zij drie van de kinderen wederkreeg en den vijand zulk eene vrees inboezemde, dat hij niet alleen zijn' buit en zijne dekens, maar den anderen gevangene mede in den steek liet. Iets later werden er verscheiden aanvallen gedaan op Chelmsford, Sudbury en Groten, alwaar drie soldaten naar de kerk gaande door eene kleine bende op een' dwaalweg gebragt werden , welke er twee van doodsloeg en den anderen gevankelijk medenam. wTe Exeter hield eene bende van Franschc Mohawks , die een tijdlang op Kapitein r^/ I . M ' ir » R. sa - o a ^ '2 1^ 5== I AMERIKA. «7 HiLTow's garnizoen lag Ie loeren, bet oog op alles wat in- en uitging, en bespeurende dot eenige lieden met liunne «eiwen uitgingen om te maaijen , bleven zg in hinderlag«! liggen , en vielen op eens, terwijl ig met den arbeid beiig waren, op hen ann, en hunne wapenen wegnemende , doodden zij er vier van, kwetsten er een' en namen er drie ge- vangen, zoodat van het gaoache tiental slechts twee ontkwamen. Eeno pöoa daarna wisten twee der gevangenen, to weten de Heeren iduakd hall en samcel «tals te ont- inappcn; maar de vermoeijenis en de zwarigheden, die zij te boven hadden lo komen, (behalve de vrees van achterhaald te worden) waren bijkans ongeloofclijk : want drie weken lang hadden zij bijkans niets om van te beslaan behalve eenige wortelen en een weinig boomschors." Het zoude eene eindelooze taak zgn het lijden te beschrijven, waaronder vele te zuchten hadden op hunne langdurige togten door de hitte en de koude. Wanneer tg door gebrek aan voedsel op het punt waren van in flaauwte te vallen , kregen zij nog •likwijli een' slag op het hoofd. Zwangere vrouwen werden in koelen bloede opengesne- flen : andere aan palen vastgebonden en levende verbrand, en evenwel, Gods vinger was in vele gevallen zigtbaar, waarvan ik slechts het volgende voorbeeld wil bijbrengen: Rebecca taylok deed mij na haren terugkeer uit de gevangenschap het volgende ver- haal:— Dat zij naar Kanada gaande, achter de Rivier van Montraal door sampso» , haren bloeddorstigen meester, gewelddadig werd aangevallen, alzoo hij zonder de aller- minste terging besloten had haar op te hangen. Bij gemis van eene koord maakte hij gebruik van zijn' gordel, en dezen om haren hals hebbende vastgemaakt, poogde hij haar op te hijschen aan den tak van een' boom, die min of meer de gedaante van eene galg had: maar onder het ophijschen brak de zwaarte van haar ligchaam denzelven door midden , hetgeen den wreedaard zoo zeer verbitterde , dat hij eene tweede poging deed , met het oogmerk om haar, indien hem deze mislukte, op het hoofd te slaan; maar voordat hij de raagt had om dat ter uitvoer te brengen , schoot bovasekü er op toe , en ziende dat het treurspel op handen was, voorkwam hij den noodlottigen slag." D£ SCHOOI4 VAIV YAIiE TI2 mEWHATElV. De School van Yole of VaU College werd ten jare 1700, vijf en zestig jaren na het bouwen van het eerste huis in de Kolonie van Connecticut gesticht. Tien der voor- naamste predikanten , door de eenparige toestemming der Geestelijkheid benoemd, kwa- men te Newhaven bijeen, en vereenigden zich om eene School of een Collegie in de' Kolonie tot stand te brengen. By hunne tweede zamenkorast bragt elk van hen een' zeker getal boeken mede ten dienste der Bibliotheek , en in het volgende jaar ver- leende hun het bestuur eene aanstelling, krachtens welke zij benoemd werden tot »Opzieners van eene Leerschool in Zgner Majesteils Kolonie van Connecticut," .ifel. .-.3&-'., ■l'ïsipS:''-^ '*"-«sg'|"ssi.'>3p UK Ali£RUU. De voorn«am.tc weldo«ncr t«d die nie.iwo inriglinff wm de Wel-Eerwaurdo il.ho TAL. v„„ /W«, de Gouveroeur der O. I. Com,mg„ie. Hy .tarnde af v.„ cc, ge.I«cht «ut HaU, htlmAk vele j.ren gclodon dca .froadcjgondom van Ph. Gmnnow nabij kT- ;1* '^"' J-'^'^i; *"" '"*'"" "«-*• ^*'-« '«^•™ uit £«,Wa«rf m.K do eer.." Kotonuten .mN,^.Hé..n. Et.Ho, do Intero ffrondh-gffer ran de «hooi. kwam in d.e .Ud lor wereld, en werd in «ijn lionde jaar naar Engeland „cxondon. Vandaar ffin« luj naar H*né^tan . en werd na een verbiyi ,an twintig jaren tot Gouverneur van mI ./ra, benoemd. HU keerde met een aan.ienlijk vermü(ïen naar XW,« weder, werd tot Gouverneur van do O. I. Compagnie aangeateld en .tierf to /^.afo* in 1721 De Go^olucdschrijver van do «chool icfft: „Die edelman «ond in verschillende giften «00 P Ster! a«n dio school, en liet kort voor «yn' dood nog ter waarde van 800 P. Sleri' daorheen «ouden ; moar dew werden nimmer ontvangen. Tot dank voor lUne mildda- digheid noemden do Bestuurders hunne inri^ting naar .yn' «aam, waardoor vermoe- cleiflk de nagedachtenis van Eyne goede werken tot de verste geslachten lal worden overgebrogt." " '* Onder de andere bevorderaar, van deio instelling behoorde ook de Wel-Eerwaaidc D'. .MKiLtr, Deken van Darrt, in /*r/a«rf. en naderhand Bisschop van Clown,. Bi,. mtslekende Godgeleerde kwam in 1732 in Jm^rika met het oogmerk om op het eiland »»rmnda eene school tol stand te brengen : ecne onderneming waaraan hü vrn wat lüd . Ifohl en mocilo te koste legde. Het Ministerie had hem Iwinligduiiend Ponden belciw voor do vohooying van dien arbeid, maar het geld werd nimmer betaald en het ont- werp v.e m du.gon Toen kocht D'. ..aK.tKt eene pachthoeve te N.,cpon. op het ..Ion, fihoile, on aldaar wonende werd hij bekend met de bö«onderhodeu «ang,in«de np tr komen jaarhjks voorbeelden voor, dat het verlcH^nen van cc,. ;^ra ( ffoweij^e- 1 ^vo^dt en het bestuur over de zedelijkheid dor studenten laat - >„ «. w. chen ovo, Een van de beste voorregten van Kale College i, de voortrerte.yke zameuleving te \e,eha^^n, en de byzonderheid, dat de studenten tot dezelve woi-den toegelaten, üo stad bevat ten naasten bij tienduizend inwoners, zynde mee.t allen lieden van opvoedi«« d.e .„ eenge betrekking tot het Collegie slaan, of welgczcteue familiëu, die dooi- dè 'm'ms.^'m'"m "■— ..ijpti . m iiJpf^ I,*.. jk*^.ii»^::(ië&.,. ,.,; ,=ti:^ .-*:4^- ■ ■1 1 ■ 1 AMERIKA. fifl fraaiheid van de stad derwaarts gelokt worden. De hoogste rang der studenten heeft een' vrijen toegang tot die zamenleving, welke stellig zeker eene der beschaafdste van de gansche wereld is. Wellevende manieren en de toon om met de groote wereld om te gaan worden aldus te gelijk verkregen met de beschaafdheid van den geest ; en in een land gelijk dit, alwaar die voorregten niet door iedereen in zijn' vroeger(Mi leeftijd kunnen verkregen worden , is zulks een onschatbaar voorregt. De gebouwen der school van Newhaven zijn opmerkelijker uithoofde van hunne doelmatigheid dan om de -fraaiheid van hunne bouwkunst : doch omringd zijnde van bosschaadje en aan de helling van den groenen heuvelkant aangelegd, doen zij eene voortreffelijke werking , en spreiden een genoegelijk voorkomen van rust en afzondering ten toon. Er komen weinig vreemdelingen door Newhaven, die den wensch niet uiten van hun leven in de nabgheid van deszelfs schilderachtigen omtrek te mogen doorbrengen. #■ HET HUIS \AX WIM.EY, aP »E BliAIVKE BEROEIT. De bijzonderheden van hetgeen men gewoon is de Ramp van PFilley te heelen zijn aan al de lezers der nieuwspapieren overbekend. Dat huisgezin woondi* in de kloof der Blanke Bergen, en bestond uit negen personen. Zij hadden zich des nachts te bedde begeven, toen een zeer ongewoon gedruisch in het gebergte hen deed opstaan. Verschrikt over het toenemende geraas, verlieten zij ongelukkiglijk het huis en zochten hun behoud in de vlugt. Eene geweldige klomp aarde en klip- steen van de steilten boven hen losgebroken, kwam eensklaps langs den bergkant nederglijden , en alles voor zich heen wegvegende, verdeelde zij zich achter het huis, sloot zich vervolgens weder aaneen, het huis ongedeerd latende, en donderde naar beneden in de vallei , in haren loop de ongelukkige familie overstelpende. Het dag- verhaal van een' mijner vrienden, die tweemaal de plek bezocht heeft, geeft ons een verslag van derzelver tegenwoordig voorkomen op. «Binnen weinig oogenblikken kwamen wij aan het welbekende huis der familie WILLET, om hetwelk te beschouwen wij ons natuurlijk een weinig ophielden. Men kan zich niets eenzamers voorstellen dan deze afgelegene plaats. Aan weerskanten van het dal steekt het gebergte tot eene hoogte van vier- of vijf honderd voeten i„p. Üe winter- stroomen hebbeu diepe scheuren in deszelfs zijde gegroefd, en op vele plaatsen zijn de rotsen mijlen ver kaal gebleven door den loop der aardstortingen, die in het dal zijn nedcrge vallen. Hel huis, waarin de ongelukkige familie woonde, staat beneden de Westelijke bergketen, en de sneeu wstorting kwam bijkans van boven van derzelver top 70 AMERIKA. o.er de heuvel. b^J™ f ""' '" ™"™' '""«' «"' '««l» ko'ltje Lroken Moei „■ ie»cD ..„.„ei !„ '°°"''."" r?°' '«"'« »P«" "0"<1. "iet een' se- ller,.., l,e„elk S , " ;. ^' , " r« '" '""■ '""I" ">• ''i"»..' JIWP mm -^ i'il.i ■i«il>ILi|,liiii|liWi.i'J'''.*^«'j*^i'W)«wm^i^jipï'.«W m lflr-a^„;;.ft^-.--:-.^,dfcJj^i'^fa^-^ -isa) a K 63 3 is ö 3 .. ■lï^Ms'^^ët^^Ath '..... 1.^^.^-i, AMERIKA. 73 EEJir BOjSCHOEZIQT AAM HET HIEER OIVTARIO. Het gezigt over dit uitgestrekt bosch is genomen uit eene Indiaansche hut, welke lot eene soort van pleisterplaats dient voor de bezoekers van den Niagara. Wij kwamen aldaar teg ,n den middag aan uit een woud, welks schaduw onzen weg eenige mijlen lang verduisterd had, en ter regterzijde neerslaande, bespeurden wij dat wij eene hooge bergketen volgden, van welke zich een onafgebroken bosch over een' omtrek van veertig mijlen ver uitstrekte. Eene dunne zilveren streep onmiddellijk boven den horizon schitterde glanzigcr dan de lucht, en na eenig onderzoek bevonden wij, dat dezelve het Meer Ontario was , hetwelk met die glanzige streep de grenslijn uitmaakte van hetgeen overigens een voorwerp was, even zoo onmetelijk als de zee. Eene Indiaansche vrouw van ten naastenbij veertig jaren, zeer zindelijk gekleed , kwam voor den dag om ons eenige kleinigheden van Indiaansch maaksel te koop aan te' bieden, als b. v. voelschoeis'els , zakjes enz. en onder andere mede een fraai model van eene kano. Db kalm die in 1749 door deze landstreek reisde, geeft eene zeer omslag- t.ge beschrijving van het maken van zulk eene kano. Hij was op weg naar Kanada onder hel geleide van een' troep Indianen, die aan eene plaats komende van veer- tigmijlen lengte, alwaar zij verder overland moesten reizen, van de Hudsons rivier af naar het meer Champlain (alwaar thans een kanaal gegraven is) genoodzaakt waren liunne kano te verlaten en eene andere te bouwen. >.Het maken van die kano," zegt hij «heeft uen halven dag van gisteren en dien van heden geheel en al vcreischt. Om zulk eene boot te vervaardigen zoeken zij een- dikken hoogen berkeboom op met eene gladde schors en met zoo weinig takken als mogelijk is. Die boom wordt geveld, en men past zorgvuldig op dat de bast niet be- schadigd worde door het schaven tegen andere hoornen of tegen den grond. Daar- om vellen sommigen de boom niet, maar klauteren er tot boven in den top in, splijten den bast en schillen er denzelven af. Zoodanig althans ging er onze boolenmaker mede te werk. De bast wordt aan een' kant van den boom langs eene streep zoo lang als men de boot maken wil, gespleten: ten zelfden tijde wordt de bast omzigtig een kort einde wegs aan weórskanten van de spleet afgesneden , op dat hij des te ge- makkelijker van den stam loslate. Dan wordt er de schors zeer omzigtig van afge- schild, en men draagt vooral zorg dat er gcene gaten in vallen: dit gaat gemakkelijk wanneer de boom sappig is, en in andere jaargetijden wordt hij tot dat oogmerk door vuur warm gemaakt. ))De aldus afgeschilde schors wordt op eene efFeue plaats op den vloer uitgespreid met de binnenzijde naar onderen en de ruwer buitenzijde naar boven; en om die ie strakker (e spannen worden er eenige blokken hout of steenklompen op {ïczct, die AlIEniKA. 1 74 AMERIKA. er op drukken. Nu worden de kanten van de schors zachtkens naar boven gebogen on. de zgde van de boot te vormen. Vervolgens op een' afctand van drie of vfer voe- ten van elkander worden er eenige stokken in den grond gestoken, om de schors, d.l °K • Z A f °^'°' '° ^' ''°'"^«° »«" ^«'•««<=»» ^«° ^«''en eerder van- of digter bij elkander geplaatst. »De ribben van de kano worden van dikke takken gemaakt van eene soort van taai en bmgzaam hout. zy worden in verscheiden platte stukken gesneden van omtrent Tb^ T A "V u ''''"''^*'° '°"° ^^° ^' "^*^° S«^6«°' "««'• gel«°ff deze Iden d t"/ '"'""' ''^''''' "" -^^ ''«°« ^«»>"^-" *«-"-• »« bovenste emden der boorden aan weerskanten bestaan uit twee dunne palen van de lengte der boot, aan hunne platte zijde stijf tegen elkander vastgemaakt. Tusschen die twee palen wordt de kant van de schors vastgestoken en er aan vastgenaaid met de vezelen van eene taaije soort van schors of wortelen. »Al8 dit gedaan is worden de palen zamengenaaid en naar behooren geboden ziinde aan elk e.nde van de boot tot elkander gebragt en mer touw aan elkanderTebonden H.erna worden op den afstand van dertig of veertig duimen afetand van elkander dr^ of v.er dwarshouten van het eene boord naar het andere in de boot gestoken. «Alzoo de seniors aan de beide einden van do boot niet zoo digt in één kan gewerkt worden, dat de boot waterdigt blgft, worden e. de reten van met gestolenTpe stampte schors van den rooden olmboom gestoft, welke in dien staat naar werk hetwl fT "fr ^''^''' ''^'° ^' "*'*'«" ^«° «^^ boot gestoken zonder hetwelk de dunne en zwakke bodem met den voet zoude doorgebroken worden AU dus wordt de kant van de schors, die het naaste aan het hout'zit, de bultenT^e van «Her'boTw '':r ^'^'r ^"'•^"^ " ^" Seo^akkeiyker do;r het water' sL;; .e^t h!r .T """" ''""^ ^'"' "''' '^'^^ Saauw in zijn werk, want somtöds gebeurt het wel dat wanneer men den bast van een' olmboom heeft afgeschild bij nadere beschouwing blijkt dat dezelve vol scheuren en gaten is. of al te'dun om e -jn leven aan ,e ..agen. Die, welke wij vervaardigden, wa groot genoeg voo v.er personen met onze pakkaadje, cMe nog iets meer woog dan een man ' vnó; • t K Ï''''° u"" """"'" "'' ""*•'" """""^^ '«'^ boomschors moet meu alle a X'tk i:: TZ' ir r^'^- °°'^^ '^^ '^'' -^en .oude een stuk van een tak onder water de halve boot wegscheuren. Er in te loopen vereischt »ede eemge voorzorg, want de hielen kunnen gemakkelijk den bodem Lrappen.' ^■'yTWi.^.uiii "i^ffy"- f=3 © sa AMERIKA. 75 DE BRlief VAUf DE]lf SPOORWEe TlJj§iS€HE]V BAliTIMORE E]! irASHI]VGfTO]V. De Patuxent, weikc men hier zoo gemakkelijk door middel van eene brug overgaat, ïs met slechts eene fraaije rivier "voor het oog, maar zij is ook bekend in de Ge- schiedenis. Haar naam zal steeds in aandenken blijven, te gelijk met den roemrijken naam van barney, die, hoewel niet kunnende beletten dat hij ten laatste de nederlaag leed, evenwel veel gedaan heeft om de eer van zijn vaderland te handhaven, en daar- door de zijne onsterfelijk maakte. Terwijl het Engelsche eskader in den zomer des jaars 1814, de oostkust geblokkeerd hield, zeilde de Commodore bahnet uit Baltimore, met eene flotiile, bestaande uit één kotter, twee kanonneerbooten , eene galei en negen groote barges, ter beveiliging van de havens in de verschillende gedeelten van de baai. Op den 1»«" Juuij aan den mond van de Patuxent zijnde, ontdekte hij twee schooners, waarvan er eene achttien stukken voerde, en hij ging er terstond jagt op maken. Een groot schip evenwel kwam zich bij de schooners voegen, hetwelk een aantal booten tot derzelver bescher- ming afzond, en de Commodore zeilde de Patuxetit op, om niet van den Potomac afge- sneden te worden. De schooners en de booten volgden hem, zoodat hij er slaags mede geraakte en ze. terugdreef; blijvende toen op een' afstand van drie mijlen van den vier- enzeventiger geankerd liggen. Binnen weinige dagen werd de vijand nog versterkt door eene oorlogsloep, en zich bij deze voegende, volgden zij de flotiile tot in de St. Leonhardê Kreek , in welke Commodore barney zijne booten in linie van bataille stelde. Er volgde een vinnig gevecht op: de vijand koos het ruime sop, en de flotiile vervolgde hem tot digt onder het bereik van zijne vloot. In den namiddag deed de vijand op nieuw eene poging met twintig barges en schooners. Na een scherp gevecht werden de barges naar den .chooner van achttien stukkeu heengedreven , die trachtende weg te komen zoo deerlijk gehavend werd, dat hare eigene equipagie haar op strand zette en verliet. Op den 2G"- kwam een korps artillerie van Washington den Commodore Uis hulp en men deed een' wclberaamden aanval op het gansche eskader. Het ge- vecht duurde twee uren, na hetwelk de vijandelijke schepen van hunne ankerplaats verdreven werden en de rivier afzakten. Het staken der vijandelijkheden in Europa stelde het Engelsche bestuur in staat on. talrijke versterkingen naar zijne vlooten en legers in Amerika te zenden; en Sir ALEXANDER COCHRANE kwam wcIdra met dertig schepen aan, ettelijke duizend mannen aan boord hebbende onder bevel van den Generaal Majoor aoss. Die scheepsmagt zeilde de Chetapeak in, en men beraamde een plan van aanval op Washington, Alex- andrie en Baltimore. De Admiraal Cochrane zond op eene ridderlijke wijze den Secretaris der Staten het berigt, dat hij den last had ontvangen, om al de kustplaatsen 10* 76 AMERIKA. I te verwoesten, en spoedig daarop naderde de vloot in twee afdeelingen lanrs den Po- tomac en den Patuxent de hoofdstad. In gevolge de bevelen daartoe ontvangen deed de Commodore b4r«.y zijne flotille od den Patuxent xn de lucht springen en ging zich met zijne matrozen en zeesoldaten bij de armde van den Generaal wiNn^a voegen. Generaal koss zette zesduizend mannen aan land en de Generaal wieder trok deze met vijfduizend mannen tot nabij Bladenshurah te gemoet. Het gevecht begon op den middag. Commodore barnev was met zijne batterg geplaatst op den grooten weg dien de vijand afkwam, en na twee of drie vruchtelooze pogmgen om hem voorbij te komeu , deinsde de hoofdkolonne in verwar- ring af, en men oordeelde het noodig des vijands regterflank aan te tasten. Op al de andere punten evenwel van de linie was het voordeel aan de zijde der Engelschen- z,j wonnen grond en Commodore bar«eï bleef weldra met zijne geringe magt alleen stand houden. u u o De Generaal ross was thans bijna geheel meester van het veld. De kruidwa*rens waren m de verwarring in den steek gelaten en de Commodore had niet dan weinig kardoezen over Hij was daarenboven zwaar in zijne dij gewond. In dien toestand gaf h.j zgns ondanks het bevel tot den aftogt, en na een eind wegs medepevoerd te zijn, zeeg hij uitgeput van het verlies van bloed neder. Weldra werd hij gevanpen gemaakt en naar des vijands hospitaal gevoerd, alwaar hij op bevel van Generaal ross met de grootste deelneming verpleegd, en na zijne herstelling op zijn woord van eer vrijgelaten werd. ' Na zijne overwinning bij Bladen.hurgh trok de Generaal ro,s terstond tegen de hoofdstad op en begon al de openbare gebouwen, de boekerij, enz. in den brand te steken. fFathingto,* was toen even als nu, slechts eene diplomatieke hoofdstad, met eene geringe bevolking, en de weinige inwoners waren buiten staat om den allermin- sten weerstand te bieden. Het is onnoodig verder uit te weiden over eene handel- wijze, welke de Engelsche Natie zelve het allereerst heeft veroordeeld. De divisie van des vijands vloot, welke den Potomac opvoer, uit acht zeilen be- slaande, was bestemd om Jhsandrie aan te tasten. Die kleine stad gaf zich over en verkreeg op harde voorwaarden de belofte dat hare huizen niet vernield zouden worden Kapitein oordojc, die het bevel over het smaldeel voerde, zeilde weldra de rivier af met eene vloot van schepen voor de stad prijs gemaakt, en met een' aanzienlijken anderen buit. De lager aangelegde batterijen deden hem nog eenig kwaad, maar luj voegde zich bij het eskader op de Chejapeak en vergezelde hetzelve bij den min- der gunstig afloopenden aanval op Baltimore K Wij zijn van gedachte dat de «stad der Gedenkteekenen" zoo als de laatstgenoemde plaats geheeten wordt, een gedenkteeken ter eere van barsbv diende op te rigten. Zie het «xliktl Tin de KriJgszuU te Baltimore, bier Toor bl. 71. y ^. AMERIKA. DANKLIED DEN DAPPEREN GEWIJD. H«t doek mo|t ilnui'raa dei bloedig* tui: Hal ihgiwMrd rerroett in de wepenitil «ttin: ' Oeeo IDkiUpd wekken tib rtTea den nijd: Da •lUtt TwriD|ea 't ruaon Tin den elryd^ De vrede Teripreiden alom here rieugd: üe koo|ikindel tyn om haar Trijheid verhengd: De tangtoonen jiib'len en juichen in 't Teld: De blijdiflbap met roien omkranten den held: Tooh lullen , ala 't lein van alarm wordt gehoord , Op nieuw onta dapperen ilormen we4r Toort. De Tlag Tan de Trijheid lal wapp'ren omhoog: Hel oorlogatwaard flikk'ren den Tgand in 't oog: Unie adelaar rijten met alatige Tiagt: Aaaachouwen Tan boren 't geTecbt uit de lucht, En orer hem apreiden lijn wieken , die groot In heldenmoed itrijdt om de lege of den dood. En nooit wordt de drift Tan dien karapatrijd getuit: En nooit wordt de gloed ran dat Trraakruur gebluicht: En nooit wordt de kruiddamp Tan 't ilagreld gevaagd , Voordat Tan den Tyand de magt ii rerjaagd. Ala Vrede Tan d'Oorlog het leed doet Tergaan, Een rooije op het graf Tan den krijgsman lal ataan , Dan worden de lauw'ren , die Glorie hun Tleoht , Door Sohoonheid om 't hoofd Tan de braren gehecht, JVfinr rucivAi. »£ IUfDIAAMSICHE WATERVAI.. (teoen oveh de westkaap.) Het is eeu bekoorlgk afgelegen hoekje van de natuur, tusschen de klippen en bos- schen verholen, aan den oever van de Hudtaturivier, maar te gelijk met deszelfs -woestheid eene zoo smaakvolle vertooning opleverende, dat het bijkans de herinnering doet geboren worden van een' fraaijen aanleg in eenig vorstelijk Park. Een der ver- horgendste stroomen, die zyn water in deze fraaiste van al onze rivieren uitstort, zet 78 AMERIKA. zijnen loop langs een bogtig en bijkans onnaspeurlijk bed voort, en na over klippen te zijn beengebruisd , en mijlen ver in heldere waterkommen zijne golven ontlast te hebben, stort hij eindelijk van eene steilte van vijitig voeten afin de overschaduwde kom neder, die het voorwerp van deze schets uitmaakt. Zwaar geboomte omringt dezelve van alle kanten en blijft den stroom in zijn' loop omzoomen. In den zo- merlijd wordt hij van zijn' oorsprong af tot aan zijn' uitloop toe zelden door een' enkelen zonnestraal verlicht. De grond van de kom beneden den waterval is kei- zelachtig, het water koel en doorschijnend, de plek eenzaam en in allen opzigte door de Natuur tot eene plaats om zich te baden bestemd. Eene schoone en welbe- kende Ladij, welke een paar zomers aan de fFestkaap gewoond heeft, is er de eerste bekende bronnimf geweest, en de heldere kom heeft ook reeds zijn' naam naar den haren gekregen. Een vrij talrijk gezelschap in een gastvrij huis zijn verblijf houdende, alwaar ook de kunstenaar en zijn reisgezel gedurende de hitte van den laatsten zomer gulhartig ontvangen waren, stelde hem voor hem op zijn bcioek van den Indiaansche waterval te vergezellen. Voor dergelijke togtjes langs de oe.-ers van den Hudgon worden jiewoonlijk booten gebruikt: maar het was noodzakelijk eenige gezigtpunten van de tusscliengelegene hoogte af te nemen, en wij gingen naar de stallen om te zien welke rijtuigen en paarden wij krijgen konden. Een ruime wagen , naar de oude HoUandsche manier, welke te Nieuw-York nog in zwang is, — een log zwaar rijtuig, waarmede men zonder om te slaan klippen meende over te komen, welke ter naau- wernood ruimte genoeg voor een' kruiwagen opleverden, was het eenigste wat voor het gezelschap geschikt was. Met een weinig stroo op den vloer en met riemen waarin de banken hingen , kon het voertuig elf personen behalve den voerman bevatten. Nu moest er ook aan paarden gedacht worden, en daarmede geraakten wij dood verlegen. Eene onde gebrekkige merrie, welke den wagenmaker en den heelmeester gedurigen arbeid verschafte — en een sterk jong veulen waren het eenigste waar tusschen ons de keus overbleef. Hoezeer geen van beide geschikt waren ora alleen te gaan, hadden zij nooit zamen in het span geloopen, en de paardentuigen waren ook in een' erbarmelijken toestand. De voerman hield ons verstandig onder het oog ))dat de vracht te zwaar zoude zijn om mede door te gaan en dat indien de merrie sloeg of het veulen drong — of met é<5n woord, indien er iets gebeurde, behalve alleen ingevalle wij in een' afgrond mogtea nedervallen, dal wij slechts stil moesten blijven zitten en hun hunnen gang laten gaan." Wij lapten de tuigen overal waar het uoodig was, strooiden het stroo voor de dames neder en timmerden het achterste paneel vast, waarvan de spijkers losgegaan waren, «panden de beesten in c.t bragten langzaam het rijtuig voor de deur. De dames en Champagnewijn werden er in geladen; de voerman, die te Charing-Crott en in de Fleet-Street eenige ondervinding had opgedaan, nam de leisels in handen en klopte met zijn' zweep dat het door het gansche dorp klonk. De weg, die langs den fraaijen heuvelkant van de rivier tegen over de fVetthaap liep, was op sommige plekken ter naauwernood breed genoeg voor een los paard, li f1 •^i AMERIKA. 79 en by elke schrede troffen wij eene klip aan, die wg niet rekenden over te kunnen komen, Toordat wij er werkelgk overheen gehossehosd waren. De beesten liepen won- derbaarlyk wel: noch de dames, noch de Ghampagnewijn hadden eenig letsel gekre- gen voordat het de Duivel, die overal de hand in heeft, zoo bestuurde, dat onze eer- zuchtige voerman eene uitgestrektheid van een vierde eener mgl den weg voor zich uit veel vlakker zag. Een ligte slag met de zweep deed het veulen eenige spron- gen maken, bij den eersten waarvan het haam brak. De oude merrie zette het op een galop en terwijl het gebroken haam het veulen tegen de hakken slingerde, gingen zij zoo hard met den wagen door als het overig gedeelte van het tuig het slechts toeliet. Het achterpaneel vloog er uit en deed twee van de heeren, die er met al hunne zwaarte gerust tegen aan leunden , uit het rgtuig vallen , terwgl het gegil der dames zich bij het gehinnik van de oude merrie paarde. De riemen lieten mede los; de dames vie- len in het stroo, de voerman zat van den eenen naar den andereu kant van den bok te slingeren; de kurken vlogen van de Champagneflesschen af en zoo op eens, alsof wy door een' stormram tegen een' muur aan gebeukt waren , bleven wij na een zwaar gekraak, onbewegelijk stilstaan. Wg waren namelijk bij een' scherpen hoek van den weg gekomen, en de paarden denzelven niet kunnende omzwenken, hadden een laag steenen muurtje omvergeloopen , en hadden, alles ten onderste boven smijtende, ons met de wagen op zijde gevallen, laten liggeu, terwijl zij met de kneppelhouten achter zich aan het rijpe graan te pletteren trapten. De dames kwamen er hg geluk zonder zich te bezeeren af , en ouder het gebruik van nog eene enkele flesch Champagne, die het onheil overleefd had, volbragten wij te voet verder het uitstapje naar den waterval , en achtten ons gelukkig dat wij te water naar huis konden wederkeeren. D£ COIiVHBIABRUe}; OT£R DE ! Deze overschoone brug is anderhalve mijl lang en overspant alhier de gansche breedte van de rivier. De menigvuldige bogten van de Suti/uehanna maken hare on- diepte en onbevaarbaarheid mindfer belemmerende dan met een' regt loopenden stroom het geval zoude zijn; en de vindingrgkheid , gepaard met den ondernemingsgeest van het land en het aanleggen van kanalen, bruggen en ijzeren spoorwegen, laat voor het gemak der reizigers nieU te wenschen over. Het blijft nog steeds de vraag of het uitwmnen van tijd en vermoeijenis door den bewonderenswaardigen vooruitgang en de verbetering der manier van reizen kan opwegen legen het verlies van eene meer bgzondere kennis des lands door een naauwkeuriger onderzoek verkregen. Vergelgk I 80 AMEAIRJL eens de reis langs een' spoorweg tegen vijftien mijlen in elk uur berekend door de schilderachlig woeste vallei van de Susquehanna, met een' togt door diezelfde streek, negentig jaren geleden , zoo als die in petpr^ kalms reizen beschreven wordt. Hij was te paard en van Indiaanscbe wegwijzers vergezeld. »Met het ondergaan der zon klaarde het op, en wij legerden ons op den Oostelij- ken arm van de Susquehanmi. Gedurende den nacht donderde en regende het sterk, hetgeen ons slecht te pas kwam, want wij hadden ons nog geene beschutting tegen den regen gemaakt, en wij konden dien ook niet zien aankomen, voordat hij ons loodregt op het hoofd begon neder te vallen. «Een van onze Indianen sneed vier stokken af van vijf voeten lengte , stak er de beide einden van in den grond op twee voeten afstand» van elkander. Hier over sloeg hij zijn kleed heen , kroop er vervolgens onder en ging zijn hoogste deuntje zingen. Wij staken inmiddels schuinsche slokken in den grond en bonden er andere dwars tegen vast: hierover sloegen wij onze dekens en doken er onder met een vuur voor ons , en zoo vielen wij in een' diepen slaap. Een weinig na middernacht werd ik wakker en vond ons vuur bijkans uitgegaan ; ik nam eene bijl en kapte eenige jonge takken, welke ik op hetzelve stapelde en waarvan ik een helder vuur stookte, hoewel het stortregende: daarop legde ik mij andermaal neder en sliep den geheelen nacht gerust door, » 's Morgens nadat wij onze dekens hadden gedroogd, volgden wij den heuvelkant ' en sloegen de oogen rondom ons heen, waartoe wij uithoofde der bosschen in geene twee dagen de gelegenheid hadden gehad. De vallei verschilde van al wat ik ooit te voren gezien had in hare gemakkelijke helling — in hare uitgestrektheid, welke overal met fraaije en digte bosschen bezet was — maar vooral omdat er volstrekt geene steile rotsen nog barre klippen in gevonden worden." Een paar nachten later trof onze reiziger een' Indiaan van een zoo zonderling ka- rakter aan , als ik nooit elders heb beschreven gevonden : «Spoedig nadat wij ons te slapen hadden nedergelegd en ons vuur bijna was uitge- gaan, werden wij vermaakt door een' zonderlingen snaak, die zich in zulk een grappig gewaad gestoken had, als de dwaasheid van een' Indiaan in staat was uit te denken. Hij had een lomp, zwart geverwd momaangezigt voor, met een' neus van vijf duimen lengte, een' grijnzenden scheven mond, van langen tanden voorzien, rondom zijne oogen had hij kringen van glinsterend koper, omgeven van een' grooteren kring van witte verw. Over zijn voorhoofd hingen lange vlokken van buffelhaar, en langs zgn achterhoofd koorden , gemaakt van gevlochten schillen van Indiaansch koren. ))lk kan mij zijne gansche kleeding niet meer herinneren, maar weet wel dat de- zelve even potsierlijk was. In de eene hand hield hij een' langen stok, in de an- dere eene kalebas met kleine steentjes er in om hem voor een' ratel te dienen, zoo dik.irijls hij met zijn' stok onder die steenen roerde. Hij trad de wigwam (hut) aan bet benedeneinde binnen, en zijn hoofd opbeurende, maakte hij een geluid, hetwelk naar het giegagen van een' ezel geleek. Ik vroeg weisah, die even als ik zelf, digt nabij het portaal lag, welk geluid dat was. Shickalamt, het opperhoofd , die meende I 2 Ol CJ ^ b ai tl h 1 ;;] w-f o - n i ee ^■: q < s ,y > S a ■~ ?) t*i l * < S 0" e» ?5 n t m ^ ■■':; " e ':' » "v. L- fl ■~- \~ s .^ < ü ^ %' ét h. 33 ■c >. a b = M > p -," 0 S ö ^ il •^ i; :i3 A fc -;; a .% ■■ p: '..1 •4 ;■; a ^ '*■ P ■# AMERIKA. 81 dat ik Terachrikt was, riep uit: »Lig «til, jobr!" Ik had hem nog nooit te Toreu zoo veel Engelsch hooren spreken. »Than8 kwam de hansworst nader bij ons; hij bragl een' Indiaanschen knaap mede en rakelde ons vuur op, ten einde ons zijne glinsterende oogen en koddige posturen, terwgl hij rondom het vuur huppelde , te laten kijken. Somtijds schudde hij zijn buf- felhaar ter zijde om ons zgn leelijk aangezigt te beter te doen zie/i. Toen hg einde- lijk vermoeid was, (hetgeen eenigeu tird nadat hy ons reeds lang vermoeid had, hel geval werd) sloeg de jongen, dien hij had medegebragt, twee of driemaal tegen den vloer, waarover de potsenmaker verwonderd scheen; en na cene herhaling van- die manoeuvre, sprong hij de deur uit en verdween. »Ik vooronderstel dat zijn oogmerk was ons te vermaken en een weinig tabak te krggen; want somtijds, terwijl hij in de rondte danste, hield hij zijne hand uit om zulk een geschenk te ontvangen, waarvoor hg dan eene slinksche buiging maakte. Na de kluchtvertooning poogden wij weder te slapen, maar werden tegen den morgenstond op nieuw gestoord door een dronken wijf, hetwelk telkens in onze hut L^am om te zingen en ons haar compliment te maken." Wij twgfelen of er thans op dien spoorweg wel iets van zulk een aard zal voor- vallen. Het springen van een' stoomketel heeft er de plaats van vervangen. DE WATERTAIiliElV \AX DE efilVESSlEE, T£ RO€HEJ$T£R. In de uitgestrektheid der drie duizend mijlen tusschen den AtlantUehen Oceaan en het Klipgehergtê , kan men zeggen dat er drie groote waterstortvallen zijn, die door de verschillende hoogteliggingen van de Meren Ontario, Erie en het Bovenmeer ge- vormd worden. De Niagara en de Genettee rivieren maken den middelsten uit, en worden geschat vier honderd en tien voeten hoog boven het Meer Ontario te liggen. Men raag het er aldus voor houden dat de St, Laurenfiut rivier van he!: Klipgebergte af tot aan den Oceaan toe slechts drie sprongen doet — eene vlugheid, welke men zeggen zoude dat voldoende moest geweest zijn om dien heiligen martelaar van zijn' rooster te bevrijden. De bedding, over welke die twee vermaarde stortvallen nederbruisen , komt zeer ver uit Kanada af en loopt in eene bijkans juist Oostelijke rigting langs den oever van het Meer Ontario. Die van Genettee stort zich, even als die van den Niagara, tusschen de steilten van eene geweldige hergkloof neder , waarvan evenwel de grootheid de ziel der fabrijkanten geen' schrik schijnt te hebben kunnen inboezemen. Het welvarende Rochester ligt aan den rand van den val , en wanneer men deszelfs inwoners over de schoonheid van den waterval spreekt, stoppen 'zij u terstond den mond en verdooven uw AMKRlkA. 11 ! 88 AMERIKA. i. gehoor door eene optemming van al de mokers, de molenstcenen en katoenvcvergen, die hij in beweging brengt: wat hij dagelijks opbrengt; de gestadige toeneming der inwo- ners , i't ettera, et cêtera — het ecnigste Toorl)eeld in de bekende wereld van een' waterval, die zonder het verlies van een' enkelen droppel door de zakken der cijferaars heenstroomt. De Genetlet rivier ontspringt in het AlUghany gebergte , en indien dezelve al geene dichterlijke rivier is, komt zulks niet voort uit gebrek aan dichterlijke namen langs hare oevers. Haar oorsprong is tien mijlen beneden Nunda, tusschen het bovenwater van de rivieren Owago en Cawanitque , en zij stroomt honderd en vijftig mijlen voort, intui- schen de sciiaüing van den Canatearaya en Angelica kreeken en de riviertjes Caneeut en Hoticoye opnemende. Zij staat als zeer vruchtbaar bekend, en aan den kant van hare vallei ligt de vermaarde pachthoeve van den Heer wadswohth, den grooten land- bouwkundige, die in dit oord de plaats bekleedt van den Heer cok.e van holkha», thans Graaf van lvicestkr , in Engeland. De bergstroomen van de Gennstee beginnen eene mijl boven den stortval te Roeken- ter, en bruisen, wanneer er veel water is, met een groot geweld en met eene onge- meene fraaiheid naar beneflen. De eerste val is zcven-en-negeutig voeten loodregt omlaag, waarna bij langzamer tusschen de bergkloof door nederstort, die, waar zy niet met schuim bedekt is , er overal even donker nitziet — tot dat bij veertig roeden lager, op eene plaats, Carthago geheeten, een' sprong van honderd -en-zes voeten neemt. Wij poogden onzen gastheer onder het oog te brengen dat de stortval te Carthago naar den naam van h&rics behoorde genoemd te worden, maar hij zag het eigenaardige daarvan niet duidelijk in. De val van de Genetsee wijkt, even als die van den Niagara, langzamerhand achteruit. Men berekent dat de laatste om de drie jaren eene roede verder gaat. De eerste na- tuurlijk veel minder. Onder de aardrijkskundigen bestaat bijkans geen twijfel of de Genetiee stroomde te eenigen tijde zonder merkbaren val in het Meer Ontario uit, maar dat de stroom bij het zakken van het Meer, welks oppervlakte merkbaar luger is ge- worden, door de wrijving van den val achteruit begon te gaan, zoodat er thans drie mijlen afstand tusschen gevonden worden. Eene waterleiding van het groote Erie Kanaal loopt dwars over den val brj Rochetier en is aangelegd in de zekere verwach- ting dat de stortval in zijn terugwijken dezelftle bedaardheid zal blijven behouden. Die waterleiding is een werkstuk van ccnige beteekenis. Zij beslaat zeven honderd en vijftig voeten in de lengte, rust op twaalf beeren en elf bogen, waarvan er twee over molcnvlieten loopen. Aan den kant des kanaals is een pad met eene leuning afgeperkt, hetwelk een' bevalligen wandelweg over bet bed der rivier oplevert. De landstreek rondom de vallen van de Genestee was in 1812 nog eene wildernis, en thans bevat zij nagenoeg twintig duizend bewoners , en is eene der welvarendste gehuch- ten van de wereld. In 1830 vond men er zes nieuwsbladen; één alledaagsch, twee om de drie dagen, en drie weekbladen. In het jaar 1826 alleen werden aldaar 202,900 vaten koren uitgevoerd. Het schijnt zigthaar toe te nemen: de logementen zijn er voortreffelijk iogerigt en de inwoners om hunne gastvrijheid en hun' onder- nemingsgeest bekend. § ^ 5 ? Ni I T?' AMERIKA. 83 HET TEER BROOKIiYlT \ IVIEVW^YOHK. Brooklyn maakt, wat de gemeenschap aangaat, even zoo een gedeelte y&u Nieuw-York uit als 1 de Burg" het van Londen is. Om de vijf minuten varen êr stoombooten over den afsiaiid eener halve mijl, die hetzelve van de stad afscheidt: en in minder tijd dan men gewoonlijk noodig heeft om door den stoet der rijtuigen op de brug van Londen heen te dringen, rijden de smaakvolle etjuipagies der aanzienlijken in den namiddag naar Long Island^ en worden de morgeubezoeken onderling door de bewo- ners van beide plaatsen afgelegd: want inderdaad de oostelgkc oever van de Rivier is weinig meer dan de overzijde van eene straat. Brooklyn is de hoofdplaats van des Ronings Graafschap en waarschijnlijk in deze dagen, wat deszelfs bevolking aangaat, de eerste plaats na Nieuw-Vork. De waarde der landerijen is er binnen de weinige laatste jaren aanmerkelijk gerezen , en het is voor de handelaars te Nieuw-Vork modo geworden om op de fraaije en gezonde heuvels aan den kant der Rivier te wonen, alwaar zij nader bij hunne zaken zijn en veel beter ingerigt dan in den omtrek der stad zelve. Brooklyn beslaat den top en de helling eener hoogte aan den oever van de rivier, van welke men een der fraaiste uitzigten van Amerika geniet. Het bevat een groot gedeelte van den Oostkant der rivier, die vol schepen ligt, en vanwaar eene menigte stoombooten elkander in eene gestadige beweging opvolgen: van de stad Nieuw-Vork zelve, welker gebouwen zich zoo ver het oog reikt, uitstrekken: van de Hudtont rivier en de kust van Jersey over dezelve: van de baai met hare welige eilanden, en van een groot gedeelte van Long Island, en het Staten Eiland, benevens de hoogten van Neversink. Het is onmogelijk ergens een woeliger en belangrijker gezigtspunt te vinden. In de geschiedenis zal Brooklyn een' langen tijd gedenkwaardig blijven uit hoofde van het gevecht aldaar geleverd door de Britten en Hessen onder het bevel van Generaal howe en de Amerikanen onder dat van de Generaals I'UT^AM en scllivan. Het was een worstelstryd van een korps slecht geoefende soldaten tegen een dubbel getal van geregelde troepen , die ook met hunne nederlaag eindijjde : maar de aftogt onder den Generaal Washington redde het leger en strekte eenigzins tot vergoeding der onheilen van dien tijd. De legermagt der Amerikar«n bestond uit nieuwe rekruten en zij hadden zelfs geene dragonders om als veluuntdekkers te dienen. Zij stonden geschaard op eene heuvelrij , die van den Gelen Hoek af lot Hempstead toe liep : en de Engelschen van het veer tusschen het Staten Eiland en Long Island op de. vlakte tot aan het dorp Flatland. Van de laatstgenoemde plaats af trok eene sterke kolonne, door den < De benaming dour de Oude HoUindors «an dete plaala gcgercn nai Sreitkelen. VMT. li * 84 AMERIKA. Generaal giirton en Lord pkrgt aangevoerd op naar den weg van Jamaica, door een' onbezetlen bergpas, en omsingelde den linkervleugel der Araerikaansche armee. In hetzelfde oogenblik viel de Generaal qhaht den regtervleagel der Amerikanen door Lord STERLino aangevoerd aan , die nabij het veer stond , terwijl de vloot eene hevige kononnade opende tegen eene batterij op den Rooden Hoek om de aandacht der Ameri- kanen van den hoofdaanval door Sir herry clintok bestuurd, af te trekken. Zoodra de Amerikanen bespeurden dat de vijand hunne achterhoede had inge- haald, geraakten zij in verwarring. Hun Centrum door den Generaal sollivah en hun regter vleugel door Lord sterlibg aangevoerd, werden gelijktijdig aangetast, en die beide afdeelingen overhoop geworpen. Dt laatstgenoemde bevelhebber deed nog eene uiterste poging, welke hoezeer vruchteloos zijnde, evenwel diende om den aftogt van een gedeelte zijner troepen te dekken. Hy zelf werd gevaogea geromen zoowel als de Generaals süllivan en woodhull. Het getal der gesneuvelde Amerikanen werd op vier honderd geschat, en dat der gekwetsten en gevangenen op een duizendtal. De Generaal washihgtoic, die onder het heeUte van het gevecht van Nieuw-Vork naar Brooklyn was overgestoken, bespeurde dat er nidts konde gedaan worden om de kans te doen verkeeren en dat hun niets dan een aftogt overbleef. De Engelschen loerden slechts op een' gunstigen wind om hunne scheepsmagt den Oostdijken arm der rivier te doen opzeilen, en de volgende morgen zoude hen waarschijnlijk in het bezit', van het veer zien. Zij waren op een' a&tand van zes honderd ellen van hem af gelegerd en tot elf ure toe was hun de wind ongunstig. Toen begon hij te bedaren en •■en dikke nevel bedekte de rivier. Door dezen begunstigd 'oegon de insche- ping des legers, en de gansche krijgsmagt met al de ammunitie, de wagens, paarden en voorraad van levensmiddelen enz. kwam er ongehinderd over. Een half uur na den aftogt begonnen er de Engelschen de lucht van te krijgen , terwijl de Amerikanen nog bezig waren zich in te schepen. GEZIOT IfAX DfilV IJZEREJV SPOORWEG} HAAR VTICA. ^VAN DE «KLEmE WATERVALLEw" AF GENOMEN.) Vóór de voltoorjing van den ijzeren spoorweg, toen de reizigers naar het Westen met den bedaarden gang van de kanaalboot tevreden waren, kon men op de hoogte der Kleine fTateroallen een' Roman in de hand opnemen , en er den afloop van ge- lezen hebben wanneer de schipper te Utica uitriep: »Wij zijn aan de brug, Heeren!" Er waren toen vijftien mijlen af te leggen tusschen die beide plaatsen ; maar thans i i ■ 'T'fSf^w^lSSSi t4 m i o o 01 i ë AMERIKA. 85 zij (ten minsten voor iemand die geen duidelijk denkbeeld van een' aardrijkskundigen afstand heeft, of voor een' reiziger op den spoorweg) zoo naby elkander gelegen als een paar droppels op eene vensterruit. De afstand tusschen dptelve is geheel verdwenen. Dat alles is voor iemand, die haast heeft, allergenoegelijkst , en alzoo de meeste men- schen in ons werkzaam vaderland tot dat getal behooren , is het voor de blanken in het algemeen iels zeer vermakclijks. Er is eene klasse van bewoners der uitgestrekte vallei van de Mohawk , van wier lijden door de uitvindingen en ondernemingen der blanke menschen dit niet het eerste, hoewel mogelijk het laatste tijdperk zyn zal. De arme half naakte Oneida, die voorheen naast de kanaalboot om eene aalmoes liep bedelen, heeft, terwijl hem de wagentrein voorbijsnort , zelfs den tijd niet om zijne hand uit te steken! De Oneidas zijn niet lang bedelaars bij den weg geweest. Zij waren een der vijf stammen, zamen vereenigd onder de benaming van Irakezen j die er op roemden dat zij al vechtende het land der Mohawks bereikt, en midden onder deze hunne plaats gehand!' :..tfd hadden, terwijl de laatstgenoemde stam de onbetwiste eer genoot van een oorspronkelijk volk van dien grond te zijn. De Oneidas, hoezeer in zulk een bondgenootschap versmolten, hadden toch hunne eigene opperhoofden behouden, en behalve die hunne eigene fabelleer , welke uiet van belang ontbloot is. Het zal niet onvoegzaam zijn bij de schetsen der steden , die hunne oude woonplaatsen hebben vervnngen, een kort verslag te voegen van hunne denkbeelden aangaande den oor- sprong der aarde en des menschelijken geslachts. Volgens de Oneidas besloeg eens eene onbeperkte uitgestrektheid van water de ruimte van de thans bewoonbare wereld. Het menschdom bewoonde toen eene streek van de bovenlucht, welke alles opleverde wat tot het gemak en het genoegen des levens ver- eischt werd. Die bewoners kenden noch den dood noch zijne voorloopers, kwelling en ziekte, terwyl hun geest bevrgd was van de knagende hartstogteu van jaloezg, haat en wraakzucht. Eindelgk evenwel gebeurde er iets, hetwelk hunne rust stoorde en zorg en angst, hun tot dus verre onbekend, onder hen bragt. Men bespeurde dat zeker jongeling zich aan het gezellig genot van hunnen omgang onttrok; de eenzame wandelpaden van het bosch werden zijne geliefkoosde toevlugt. Kommer en verdriet stonden hem op het gelaat geteekend, en zijn ligchaam had door eene langdurige vasten voor zijne vrienden het voorkomen van een geraamte gekregen. Hunne bezorgdheid stelde vruch- telooze pogingen in het werk om de reden van zyne smart uit te vorschen , totdat hij eindelijk, naar ligchaam en ziel uitgeput, voor de dringende belangstelling zijner vrienden bezweek , en beloofde hun die reden te zullen openbaren , op voorwaarde dat zij zekeren witten pgnboom tot den wortel toe uitgraven , hem in zijne vacht gewik- keld naast den rand van den kuil leggen en zijne vrouw naast hem zouden doen neder- zitten. In een oogenblik waren alle handen bezig. De aangeduide boom werd om- vergehaald, en terwyl men daarmede bezig was, werd de aarde omgewroet en een toegang naar den afgrond onder dezelve geopend. De vacht werd nabij dat hol ge- spreid, de jongeling er op gelegd en zijne vrouw, welke zwanger was, ging er naast ^ AC, AMERIKA. ïilten. De menigte, nieuwsgierig om de reden van een coo conderling gedrag te ver- nemen, drong er omheen, toen hg eensklaps tot aller itchrik en verbaasdheid, zijne vrouw aangreep, en hals over kop naar beneden in de onpeilbare di ^ite smeet: vervol- gens van den grond opstaande, gaf hij aan de menigle te kennen dat hij sedert eeni- gen tijd de trouw van zijne vrouw verdacht hield, maar thans de reden van zijn ver- driet geopenbaard hebbendf> rrHdra zgne vorige gesondheid en vrolijkheid zoude wederkrijgen. Al de tweeslagtif Jioren, thans op deze aarde gevonden worden, zwierven toen door de watervlakte, naar welke de vrouw in haren val ncderstortte. Zij belegden eene raadsvergadering om over de manier te raadplegen op welke zij haar zouden ontvangen, in aanmerking nemende dat het schepsel hetwelk lot hen kwam, een men schelijk wezen was, voor hetwelk de aarde eene behoefte was. Het eerste punt vau overweging was thans wie haren last 7.o.\C:. « ,pL„,,, De zeebeer bood zich het eerst aan om eene proeve van zijne krachten te nemen. Oogenblikkelijk omringden hem de andere dieren en kinuterden op zijn' rug, terwijl de beer niet in staat om hun gewigt te dragen , onder het water zonk , en naar het een- parig oordeel van de gansche vergadering onbekwaam geacht werd om de aarde te torschen. Vele andere boden zich als Candidalen voor die eer aan , maar kwamen er eveneens af. Het laatste van allen en zeer langzaam deed zich nu de schildpad voor, en bood haren breeden bast aan tot een steunpunt voor de aarde, welke thans zoude gevormd worden. De dieren namen de proef van hare kracht door zich boven op haren rug te plaatsen, en bespeurende dat hunne vereenigde zwaarte niet voldoende was om haar beneden 'jet water te doen zinken , kenden zij haar de eer toe van de aarde te zullen ondersteunen. Dit aldus geregeld zgnde, was het tweede punt van beraadslaging hoe men zich aarde zou verschaffen. Vele der bekwaamste zwemmers doken naar den bodem der zee, en kwamen dood weder boven: maar de otter ten laatste, hoewel hij in den dood der overigen deelde, bragt een' klomp aarde in zijne klaauwen mede. Deze werd op den rug mn de schildpad geplaatst. De vrouw bleef intusschen al vallende en kwam eindelijk op den rug van de schild- pad neder. De aarde was reeds tot op de grootte van eeues menschen voet aan- gegroeid, en zij stond op dezelve, baar' eenen voet met den anderen bedekkenc^e. Weldra had zij ruimte voor hare beide voeten, en een weinig daarna konde zij zitten. De aarde voer voort zich uit te breiden, en toen hare oppervlakte met gras en krui- den bedekt was, en bewaterd door rivieren, die zich in de zee uitstortten, rigtte zij zich een woonverblgf aan het strand op. Niet lang daarna bragt zij eene dochter ter wereld, en wist zich te voeden van de vruchten die de aarde van zelve voortbragt, totdat het kind volwassen was. Toen werd die dochter door vele dieren ten huwelijk aangezocht, die de gedaante van jonge menschen aannamen: mahr zij werden alle door de moeder afgewezen, totdat de schildpad zich mede opdeed en aangenomen werd. Nadat zij zich te slapen had nedergelegd, plaatste de schildpad twee pijlen in de rigting van een kruis op haar AMERIKA. m ligchaam; den ecnen met eene steenon punt, en den anderen met eene punt van ruwe boomscliors. Op den behoorlijken tijd werd zij vun twee zoons verlost, maar stierf in liet kinderbed. De grootmoeder woedende over den dood van hare dochter, besloot ook de kindrren om te brengen en wierp die in de zee. Naauwelijks had zij hare mgwam bereikt, of de kinderen achterhaalden haar b^j de deur. Toen besloot zij hen in het leven te laten, en het lijk van hare dochter in tweeën deeleude, wierp zij de stukken om lioog naar dcu hemel, alwaar het eene de ion werd en het andere de maan. Nu eerst begon de verdeeling van dag en nacht. De kindci '■'■,"--»ip<»/i?i ■'^:^'T™»"-'■".'^'V"^^■^■•.^^^'™•»l^^^'^II^^B-'"^IF»r■.'-».^'^-|'f')>*,^^l|l I .. AiwaLhJ».. r„ 'f -yK', *1fP^^ ^•^?Viwj));iijW!ilPBpg^'^- AMERIKA. ^ Indianen van de Zes Stammen gingen op weg van het Fort Niagara om te jageu op een eiland, hetwelk midden ia den stroom eenige mijlen hoven den grooten katarakt ligt, omdat zich aldaar eene groote menigte van herten pleegt op te houden. Zjj namen een weinig Franschen hrandewijn uit het Fort mede, waarvan zij verscheiden teugen namen, terwijl zij hunne kano rondom de vallen stuurden, en toen zij in de kano zaten, namen zij telkens alweder een' teug en zoo ging het den stroom langs naar het eiland, alwaar zij van zins waren ter jagt te gaan: dan, slaperig zijnde geworden, legden zij zich in de kano neder, en deze los gaande dreef met den stroom al verder en verder naar beneden, totdat zij digt nabij het eiland midden in den val kwam. Toen werd een van hen door het gebruis wakker en riep den anderen toe dat het met hen gedaan was! — Zij deden al wat zij konden om hun leven te redden. Het eiland tusschen de vallen was het digtst*> bij hen en zij bereikten hetzelve met groote moeite. In het eerst verheugden zij ziel., maar toen zij alles wel beschouwden, hielden zij zich voor weinig beter af dan wanneer zij door den val waren medegesleept ge- worden: dewijl hun thans geene andere keus overbleef dan zich of aan denzelven ten prijs te geven of van honger te sterven. Doch de nood maakt vindingrijk. Aan het lager einde van hot eiland staat de klip loodregt en aldaar is eene scheiding in den val. Het eiland zeer begroeid zijnde, gingen zij terstond te werk en maakten van den bast van liudeboomen, die zeer taai en sterk is, eene ladder lang genoeg om tot aan het benedenwater te reiken. Het eene einde van dezelve maakten zg aan een' dikken boom vast, die aan den kant van de klip boven den val gegroeid was, en het andere lieten zg naar beneden in het water afzakken. ))Zoo klommen zij hunne nieuw uitgevondene ladder af, en toen zij in het midden van den val beneden gekomen waren, rustten zij een weinig uit: en naardien het water voort onder den val niet hard stroomt , wierpen zij zich in hetzelve met oog- merk om naar den oever te zwemmen. Naauwelijks hadden zij dit ondernomen of de golven van de branding dreven hen terug tegen de rots, welke zij verlaten had- den. Zij deden vruchtelooze pogingen, maar bezweken ten laatste van vermoeid- heid, en dikwijls tegen de klip aangeslagen, werden zij ook zwaar bezeerd, zoodat hun op vele plaatsen het vel van het ligcliaam werd gescheurd. Zij werden derhalve genooaza^k'; hunne ladder naar het eiland weder op te klauteren, en waren ten einde raid Eindelijk kregen zij aan de overzijde eenige Indianen in het oog tot welke zij om hulp riepen. Beze hadden grootelijks medelijden met hen, maar gaven hun weinig hoop op bijstand. Zij spoedden zich evenwel naar het Fort en gaven den Franschen Kommandant van hetzelve berigt waar twee van hunne broeders waren. Hij spoorde hen aan hun uiterste best te doen om de twee arme Indianen te helpen, en dat gebeurde op deze manier. Het water aan den Oostkant van het eiland 18 ondiep , en bruist met geweld over de klippen. De Kommandant liet palen maken en met ijzere punten beslaan. Twee Indianen besloten door middel van deze palen naar het eiland te gaan en de anderen te redden of zelve om te komen. Zij namen afscheid van iiunne vrienden , alsof zij naar hun' dood gingen. Ieder van hen had twee zulke palen om tegen den bodem van den stroom te zetten om zich overcinde en AHBHIKA. jo 00 AMERIKA. vaat te houden. Aldus bereikten zij het eiland en aan de arme Indianen aldaar insge- Igks zulke palen gegeven hebbende, bereikten zij allen veilig den vasten oever. De ongelukkige schepsels hadden negen dagen lang op het eiland doorgebragt en waren bijkans uitgehongerd." Op de plek alwaar de indianen overgingen, u thans eene brug gelegd. Als het ver- haal waar is, moet men in hetzelve zekerlijk een alleruitstekendst staaltje van moed erkennen. eHZI&T VAUf DKIV B£Re WASHKHefTOlir AF. Van eene der twee pogingen om een uitzigt van den top des bergs fFathington te gemeten, levert het dagverhaal, waaruit wg reeds eenige aanhalingen hebben bijge- bragt, een belangrjjk verslag op. Jammer dat dezelve door het ongunstige weder haar doel miste. ))De morgenstond voorspelde een' allergunstigsten dag om den berg te beklimmen. Wij ontbeten vroegtijdig en begaven ons een weinig voor zes ure op weg, met het oogmerk om eerst den berg Clinton en vervolgens dien van Wa*hingtol te bestij- gen. Voordat wij den top van den Clinton bereikten, had zich evenwel reeds een digte nevel over het gebergte verspreid, die al zwaarder en zwaarder werd. Waar de granietlaag begint, die den top van den berg Washington bedekt, werden wij door eene zware regenbui met een' feilen wind gepaard overvallen, en terwijl wij verder gmgen, nam dat slechte weder toe en de koude werd telkens vinniger. Na verloop van vier uren bereikten wij den top, door en door nat en zoo stijf als ijspegels. De regen sloeg met geweld tegen de kruin des bergs aan en wij hadden moeite om ons op de been te houden. Beneden ons zagen wij als in eene zee van mist: rondom ons huilde de storm, en ons bleef niets anders over dan eene schuilplaats te zoeken achter eene khp en ons to troosten met den kuapzak van onzen wegwijzer. Hoewel mijne handen zoo verkleumd waren van de koude, en mijne ledematen zoo verstijfd van' het water hetwelk door al de draden van mijne kleederen gedrongen was, dat ik niet dan met moe.le het eten naar mgne lippen konde brengen, deed ik nogtans mijn best om de kurk van eene floscli Champagne af te trekken, en derzelver vonkelend vocht schonk voor een oogenblik eene weldadige tinteling aan mijne aderen: doch toen dat oogenbiik voorbij was, gevoelde ik de koude nog snerpender dan te voren «Wij vonden zoo weinig behagelijks op den berg, dat wij weldra weder begonnen at te klimmen naar ethan crawfords huis, maar de storm woei zoo geweldig dat onze wegwyzcr niet dadelgk zijn' weg konde vinden. Wij gingen een half uur ver in de volslagenste onzekerheid of wij den berg zouden afkhmmcn dan of wij het geweld IK 5;i è i 4- ,%. ^^^> IMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-3) /o ^ <^^. <^ ; m AMERIKA. 91 van den storm den nacht door het hoofd zouden bieden. Eindelgk troffen tvö het regte pad en bereikten na een weinig afklauterens het bosch, welks vriendelijke lom- mer ons eene besobuttiog tegen het gure weder opleverde. Het was een allermoege- hlkst pad, zoo uit hoofde van den zwaren regen, als omdat het in stukken getrapt was door de hoeven der paarden van een ander gezelschap, hetwelk vóór ons den berp be- stegen had: maar te vier ure kwamen wij koud, vermoeid, doornat en hongerig aan de plaats vian onze bestemming. Eea ander pak kleederen, een helder brandend vuur en een smakelijk maal herstelden weldra onze goede luim." Wij ontleenen de volgende beschrijving van het uitzigt van den berg fTathington af u;t het berigt van eene beter geslaagde poging van dien zelfden tourut. «Door eenige dunne wolken heen brak het zonlicht en bestraalde het landschap beneden ons op zulk eene wijze, dat het ons al de hoofdpunten van de onmetelijke uitgestrektheid duidelijk deed onderscheiden. Digt in onze nabijheid, maar diep in de laagte, bespeurde wg aan den eenen kant de bergen Clinton, Pleatant, Mtmroe en Franklin: aan den anderen Jefferton, Adam» en Maddison. Ten Oosten en ten Wes- ten waren openingen tusachen het gebergte, waardoor ettelijke rivieren, welker oor- sprong op het gebergte lag, baren slingerenden loop naar de henedenstreek vervolg- deu. Ver in het verschiet deden zich van rondom fraage bergketenen voor, die nog weder door andere van achteren gedekt wnren, welker blaauwe kruinen zich met de lucht vereenigden en het bekoorlgke landtooneel omsloten. Op een' verren afstand zuidwaarts trof het Meer fTinipiteogee on» oog, hetwelk als een glinsterend juweel in een' ring van bergen gezet, het fraaije uitzigt boven mate verhoogde. Ten Westen staken de groene berg van Fermont en ten Oosten die van Maine boven den gezigt- einder uit en schenen als het ware den hemel te onderstutten. Van tijd tot tijd bieef eene enkele wolk voor eenige oogenblikkeu op de nabij — of verafgelegene bergtop- pen rusten, maar zoo lang ons bezoek duurde, schitterde de top van den ontzagwek- kenden berg fFathington in het heldere licht van een' wolkenloozen hemel." De berg fVathington werd in Julg 1784 door verscheiden geleerden beklommen. De berigtgever van dien togt vermeldt, dat een derzelve een' thermometer uit zijn' zak had gehaald, die op den graad van koortshitte stond, maar tot 44» zakte, en dat hem de koude, terwijl hg bezig was zgne weêrglazen te stellen, bijna van het gebruik zijner vingers beroofde. 12* 93 AMERIKA. »E BERGf WASWilSiGTWX MET DE BI^AITKE BERQEM. De Blanke Bergen mogen om twee redenen dien naam dragen: vooreerst omdat zg gedurende negen, tien, ja somtgds elf maanden ran het jaar met sneeuw bedekt zijn; en ten anderen, omdat op alle heldere dagen (als wanneer dezelve alleen zigtbaar zyn) witte vliesachtige wolkjes, die er op rusten, hun een wit voorkomen geven. Wanneer men ze van nabij beschouwt, zijn zg overal, behalve waar sneeuw ligt of de klippen bar zgn, in een nevelachtig azuur gehuld. Ten aanzien der hoogte van die bergen zgn de meeningen zeer uiteenloopende. Een geleerde, wiens natuurkundige opmerkingen veel aandacht verdienen, schat den top van den berg fTaihington op 7800 voeten hoogte boven het vlak der zee: dit is 72 voelen beneden het punt, hetwelk op de breedte van 44" 15' (die van dat gebergte) gehouden wordt voor het punt van altijddurende vorst op het Ooslelgke gedeelte van het vaste land. üit hoofde van de gestrenge koude der luchtsgesteldheid van Amerika, kan dit punt, zegt hij, dat van het klimaat van Europa niet overtreflEén, maar het moet minder zijn. Het klimaat van Amerika is op dezelve breedte gedurende den winter kouder dan dat van Europa, maar over het algemeen in den zomertijd ook veel heeter. Ook zgn de bergen van Nieuw Engeland nergens uitgestrekt en hoog genoeg om den graad van warmte, die aldaar over het algemeen heerscht, te verminderen. Daarom moet ook de kruin van den berg fTaahingtm altgd minder koud zijn door de opstijging der heete dampen van de beneden hem liggende streken. Alzoo het gansche land die hitte ■ ondervindt , moet dat opstijgende gedeelte des dampkrings, vanwaar het ook ontstaan mcge, in dezelfde temperatuur van warmte deelen. Het schijnt derhalve naauwelijks geloofbaar dat de temperatuur van den dampkring rondom den berg fVaahington gedurende den zomer niet merkbaar van de alom heerschende warmte zoude worden aangedaan: want men dient zich te herinneren dat het de eenigste berg der Fereenigde Staten is, die zoo nabij aan de luchtotreek der altoos- durende vorst komt. De volgende opmerkingen van Dr. ciitlbh schetaen den toestand af van den planten- groei op dit gebergte: »De groeikracht der planten kan gezegd worden bij het benedenste gedeelte van de kruin des beigs fVathington op te houden. Men vindt inderdaad op sommige der klippen zelfs tot op derzelver toppen toe, eenige planten van een mosaclilig voorko- men : maar ik geloof dat dezelve bestaan in van buiten komende zelfstandiglieden , welke zich bg toeval aan de rotsen gehecht hebben; want ik kon met mgne loupe niet ontdekken dat eenig gedeelte van die planten regelmatig gevormd was. De gren- zen der plantengroei aan het benedeneinde van dien top zgn even zoo duidelijk af- IMHi ö t5 e a 'WPfwp?«p'»«"'»"™'''ï''"w'i»iwwwf'iwwpr™»^^ wmmmmmmmmm 'm mfmmmmwm müH I ili.MHIllpilWiiWPH mmmmmmmmmm. ■PM^Mmpiiii » 2 P S P3 S tip u ^ > 0 d ï) a y t=i 01 H < k5 tf a« ^ al >!• M r- ^ * a t S S«a tt ■ -A [i -A ö ^ >e£ïk^i«^ . «I'lui'li »%lif I i < ■•Q AMERIKA. ;n gebakend ali die tussohen het onbepUnte en liet bosohrijk gedeelte. Het verschil ii 100 kennelijk, dat men op een' verren a£itand het denkbeeld opvat dat do plantengroei bij ceae «igtbare ign ophoudt, welke loo juist befwald is, als de schaduw en de halve schaduw van eene maan-eklips. De steenen, die ik van dien top af mcdenam, dragen het geringste biyk van mos niet aan xich. »De kruin is blykbaar in drie streken verdeeld — de boschachtige, de kale mosach- tigc streek, en die welke boven de plantengroei uitsteekt. Men heeft hetzelfde aan de ^Ipen en ulle andere hooge bergketenen opgemerkt. »Ik weet niet dat ik gras in de vlakte gevonden heb. De ruimten tussohen de klip- pen, in de tweede verdeeling en op de vlakte zijn vol van sparren en dennen, die er misschien sedert den tgd van den zondvloed hebben staan te groeijen, en echter heb- ben vele daarvan geene grootere hoogte dan van drie of vier duimen (?) bereikt: maar hunne uitgespreide kroonen zijn zoo digt en sterk, dat zij zonder de minste buiging bet gewigt van een mcnsch kunnen dragen. Op vele plaaUen der rotswanden troffen wij boschjes van die soort aan, in eene uitgestrektheid van ettelijke roeden, als wanneer wij op onze hurken gaande zitten , die gansche lengte naar beneden konden gigden. De toppen dier hoornen schenen als afgeschoren te zijn." Op den top van den berg fVathington ligt zelden of nooit veel sneeuw. Die welke men van verre uit de vlakte op den berg ziet, waai r van den top en van den Noordwestkant op af , en blijft alleen op de Zuid- en Zuid-Oostelijke zijde liggen, al- waar zg door de steilten van boven tegen alle gure winden gedekt, en gedurende de maanden Tunij, July, zelfs somtijds Augustus, aan de volle kracht van de zon bloot- gesteld ligt. HET PARK mx HET STADHVIS TE HflEVW-YORK. Het eerste Stadhuis van deze stad werd van steen gebouwd en stond in den beginne boven aan de Koentje» Reep tegen over de PareUtraat, naar den oostkant van de rivier. Hetzelve werd onder het Hollandsche bestuur in 1642 gebouwd , en was eene halve eeuw daarna zoodanig vervallen, dat de regering, welke aldaar hare zittingen hield, beval het Ie verkoopen en een ander te bouwen. In 1699 verkochten zij het oude gebouw voor 920 pond St. maar bewaarden de klok, het Koninklijke wapen en de boegen van de gevangenis. Het nieuwe gebouw moet in 1700 voltooid zgn geweest. Het stond boven aan de Breeds Straat, tegen over de fFalttraaiy en deszelfs benedenverdieping maakte een' open boog uit boven het voetgangers pad. Het was mede het Stads gevangenhuis en voor il AMERIKA. I ( J ! heuelve op de Bre^ Si^aai .tonden eene k«.k en een gee«lp«,l en« «e . ttin^en werden er gehouden van bet Provinda.1 Be.tu«r, yan het Hooge Oeregstbof en r n d" eden der Adnn„.hte.t, Naderhand werd het verbouwd omVot deTtingen ran ht; Congrea ^^e dienen; en gedurende dien tiJd wenJen de ge«ngen*n na.rL nieuwe gevangenhujs m het Park overgcbragt: maar toen bat Congre. zich „aar PAiladlZ bega* we«l bet andern.a.1 voor de bijeenkomsten van net Geregt.hof en tttt ciale Staten ingerigt. r™»iu , «Het was op de galerij van het oude Strdhui.' zegt watso, i„ rijne Jaarboeken »d.t w^HCKOTo. a!« eerste Voorzitter der r,re.ni,d. Sta,en word ingohuldi^r De eed werd hem m bet portaal van de Kaadkumer . ten aaohooren van eene groote menipte buyers afgenomen. Aldaar legde die edele man met zijne deftige ho^ng.Tl kleed van zwart fluweel, naar de ouderwet«5he manier gesneden, met een' degen met een stalen gevest omgord, met zijn haar ten deele gepoederd eo ten deeleTn een' haarlak gestoken, met zwarte zgden kousen en schoenen met zilveren gespen aan ziine belofte «f op een kwarto Bijbel, die nog bewaard wordt. Hoe opreMcliik be' langeloos en verstandig bij zich van zgn' pligt kweet, zul de Geschiedenis nimmer op- houden ter zijner eer te vermelden." Hel tegenwoordige Stadhui. werd in 180S gebouwd ten kosten van eene halve mil- hoen Spaansche daalders. De voorfront en de twee «ijden zijn wit marmer, en het ovenge van rooden .andsteen. Het is een fraai gebouw, waaraan niets ontbreekt dan dat het een wem.g hooger behoorde te staan. Zoodr^ het geboomte van bet Park in zgn volle blad staat, is bet moeijelijk hetzelve in zgn geheel te zien. Het Park is het middelpunt van Nieuw-Vork, en de twee fraaiste én meest bezochte toegangen van die plaaU maken daarvan de beide kanten uit. De Breede Straat de druk beloopen on zoo zeer geroemd. £reede Straat, het Cor.o, het TMdo, de liegent Straat van meuu,.rork, stort er ,J hare bezoeker, in uit, en juist bij het Park is haar gewoel het ergst. Sroadwa;, (de Breede Straat) is eene aanzienlijke straat, op welker breede oetpadea men alle. wat naar een' vreemdeling of een fotsoenhjk man peliikt k.n z.en wandelen - Schoonen bij dozynen en handelaars bij duizenden - maar behalve' alte andere verschijnselen van het vaste land treft men op JBroad^ay tweederlei klassen van wandelaars, d.e men op de voetpaden van andere plaaUen niet dan zelden ont- moet - lediggangers met eene blozende kleur en oorlogzuchtige hoenders. De eerste dringen u van den huizenkant af, en do laaUte glijden u. zoodra de vraag van aan den een of anderen kant voorbij te gaan, eenigzin. ern.tig wordt, met groote behen- dij^heid tusschen de beenen door. He^ =oude eene moeyelijke taak zijn voor een' enkelen dag de meent gezochte mode van Broadr'cy te beschrijven ; w.nt de mode is builen de mode geraakt, en cl., heer of cme kleedt zich, zoo als zijn oi haar vermogen het eiedebrengt. Dan zie hior eene schets v=n cc kleedmgen op de Broadway,, zoo als die eene eeuw geleden in zwang waren vDe mannen droegen driepuntige hoeden en pruiken, rokken met breede lubben en .verhembden uiet gesteven plooijen. De rok van een beau had drie of vier breede ploo.j«m m de panden met watten gevuld. De lubben waren tot aan de ellebofe-n ïi en do et vt ia n- ?n )e te n it i' ^^ItirJii^J^. i&'.t^'.a>b«. AMERIRA. M toe zeer breed, van beneden met een zoom gevuld met lood om ze hangende te houden. De kraag wa» dun en laag om de stropgesp in het oog te doen vallen. Aan de over- hembden zaten mouwen en aan de mouwen hembdsknoopen van kostbare steenen of van goud. De kleine jongen» droegen pruiken even als hunne vaders, en hunne kleeding was over het geheel aan die der mannen gelijk. Rokken van roode pluche waren leer in zwang en de broeken waren meestal van die sloffe vervaardigd." Wg verwijzen den lezer naar watsor's Jaarboeken, om een aantal bijzonderheden aangaande de kleederdragt der inwoners van Nieuw-Vork in het vroegste gedeelte van de laatst voorgaande eeuw te vernemen. DE T1¥EI2 JHEREIV WSX HET KUIS OP DESf BERG CATSKII.!.. Op deze hoogte zoude men midden in den zomer zich in wol kunnen kleeden en onder eene wollen deken slapen: maar dat is een aangenaam gevoel, waar men ten koste van vermoeijenis het vermaak gaat najagen. Er is geeue genoegelijker plaats te vinden dan het gebergte CaUkill, nadat men zich in de stad heeft laten duwen en stoten. Nieuw-Vork ligt aan het andere einde van dien langen stroom, die zuidwaarts van den voet van dat gebergte komt vloeijen, en evenwel kan men in zulk een' kor- ten tijd van luchtstreek veranderen , dat de meest van bezigheden overkropte hande- laar in de Wal- straat ten halve op het Caukill gebergte wonen kan. De koele bos- schen, de kleine glinsterende Meren, de watervallen , de bergtoppen, dat alles levert den natuurbeminnaar in de heete maanden het bekoorlijkste verblijf op, en tot eer van onzen smaak moet gezegd worden dat aldaar alles zeer verbeterd is — Cattkill is een oord van algemeeoe verlustiging geworden. Van het huis op den berg af ziet men den fraaijen ffudton voor de helft van zijnen loop voorfslingeren: — steden, lusthuizen, witte torenspitsen, welke zich in zgnen schoot spiegelen , sneeuwwitte zeilen en vrolflk beschilderde stoombooten wemelen langs zijne oevers. Het is een onafgebroken diorama van de levendigste schoonheid , en de reizi- ger, die dat alles ziet, wenscht er zijne woonplaats te kunnen vestigen. Eene geringer en minder woelige rivier zoude best voldoende zijn om een' zucht te stillen, die uit het verlangen geboren wordt. De Hudeon» rivier is van zulk een' aard, dat men op dezelve of geene afzondering vindt, of eene afzondering zoo volkomen, dat men er de gemakken des levens bijna geheel en al moet willen ontberen. Alwaar de stoom- booten (elke beladen met van é«5n tot zeven honderd passagiers toe) aankomen, is z|j ver g'j. ef van afgezonderd te zijn, maar iets verder van die aanlegplaatsen af vinden zeiü . icnstboden uw woonhuis te eenzaam, en uwe tafel is er zonder groot on- m ABIERIKA. gemak en z«rare onkosten^ sober ea armoedig. Doch die m^u, plaiHr. doen «ch tot m de hoofd.tad zelve der Wijsbegeerte gevoeJen. Wie i. er toch, die zonder kok of kamemer le.en en zeven maal 'sweek, kalfevleeach eten kan, zonder.nderen troost dan dien, welken de oeverboorden van eene rivier opleveren? Aan de kleinere rivieren heeft men daar minder last van: want in de landelijke en onbedorveno gehuchten dieper achterwaarts kan men dienstboden vinden, die aldaar geboren zgn en nergens anders verlangen te wonen. De prijs der eetwaren is er ook genngeren de maatsclmppij mmder blootgesteld aan de ondeugden, .lie uit eene te g,tK,te nabijheid van de hoofd«cad voortspruiten. Geenerlei plaats kan in do volle JêeTl n.s van dat woord W^/y* zgn, alwaar de stoomboot den dorpeling tusschen de^ middag en den avond medeneemt, en hem tusschen middernacht en den ochtend Z zth ZLr^\ k""' f .^'''""''''" "" ^' ^'"'""" "'"■*^ '^«'^^«" -^ «t^dehjks over zf Lfn r TT Ir "° '""'"■• '-"«PFH schijnt in tegenspraak te zijn. heVen dlTd ^ "' '""' "'"'"'' ^' •*°°" ''^«^^ «^^ afetand lusschen nen en ae stad weggenomen. Men moet hier aanmerken dat het Huis op den berg CaUkiU een prachtig Loge- ment .s. Hoe de eigenaar zoo vele benoodigdheden de rivier heeft weL op te kfl gen naar dat arendsnest, en daarmede nog voortgaat, is iets dat onze verwonder! wekt. Het IS zoo veel te vreemder omdat bg het beklimmen van den berg het gevod natuurlijk wordt, dat men kleinigheden achterlaat. De bergtop is zoo digt n bf den vau.i;mbbos.. Doch hier kan men eene keuze doen tu^chen witten of rooden Here- m.tag.e, Bourgogne, Madera .wijnen, Fransche geregtenin Fransche dansen, even alsof men te Capua gekampeerd lag. OE BOTI2]ir-VAI.l,i:]V VAU TRElTTOlir. Zij, die deze watervallen bezoeken in het jaargetijde, hetwelk het vermakelijkste voor den reiziger .s (m welk «ogenblik de teekening door den Heer B.ETLErr >enomen werd) zien dezelve wanneer er het minste water staat, en bij gevolg, wanneer zü als watervallen beschouwd, zich in hunne minste pracht voordoen. ^HeTis eve^'ilstf men eene harddraverij in den stal zag of een Linieschip met gegeide zeilen in eene haven. Het gebeurt somtijds dat na eene dier vreesselijke donderbuüen, waaraan dit klimaat m den zomer onderhevig is, de pracht van den katarakt zich voor eene poos hernieuwt en op d.e wijze de schoonheid van het loof in volle blad met de dinste- ring van het fraaije water paart; maar dit is eene kans. waarop de iourist zelden zal verlangen te wachten. Men moet dus bij het aanschouwen van dit plaatje in het oog ich ren en aar )ok ote le- len re- fer in. en 9- el m in >— ra i 15 «4 i s »5 k ? ^ " tl i B 3 'O ^ 1 t ¥ K S } ^'^ i 3 -^ ^ 9- R >; f ■é ^■N ^ s JX fc' ^ ■1 I^S^U», . \i AMERIKA. 97 % houden dat het aU het wïre een' Wow in zynen slaap Toontelt. De ateile rotnnuren aan weerikanten door de «prongen van den waterval uitgevreten, leveren een genoeg- zaam blijk op van hetgeen zeift tgn sluimerend geweld vermag. Zij die onder eene luchtslrcek wonen, alwaar zelden sneeuw ?alt, en alwaar dezelve nog veel minder een' zonn.gen dag lang ongesmolten blgft liggen, kunnen zich van een' waterval mJmérika slechts een flaauw denkbeeld vormen. Na de eerste sneeuw in December wordt de laag, welke den grond bedekt, met elke bui sterker en harder, en het afwisselend vriezen en dooijen maakt dezelve tot ijs, en onderschept de warmte van den grond Toor de sneeuwlage, welke er dagelyks bijkomt. Tot in het midden yan Maart of nog later misschien is de sneeuw hard en kroes. Dan nadert de zon de linie en met de nachtevenmg komen zwoele zuidenwinden, van gure noordsche buijen afgewisseld, die over het korstige bedeksel der natuur jagtsneeuw eu regen uitstorten, en het eerst van allen beginnen de kleine rivieren zachtkens onder het ijs te sijpelen: de wegen dwars over de groote rivieren beginnen te werken: men durft er zich niet meer op ver- trouwen, en de paardenhoeven zakken in den grond onder het bereizen der groote |> wegen. Wenneer de dagen lang worden, wordt ook de sneeuw weeker. Daarop volPt de voorjaarsdooi. In plaats van een enkel beekje schieten er honderd waterstroomen uit ai de kanten der bergen; al de wegen worden moerassen en elke holligheid van den weg een overstroomende vijver. Al de oeverboorden loopen over, en elke lage vlakte sunt onder water. Op de groote rivieren kraakt het ijs en barst los, en na de ont- kluistering van hare ijsboeijen stroomen zij onbelemmerd naar den oceaan voort. In- ' dien men watervallen begeert te zien, moet men er dit tjjdstip toe kiezen, hoewel er dan geen loof bg gezien wordt, en de hemel boven of het maanlicht rondom dezelve met zoo opwekkend .». Van al de katarakten blijft alsdan alleen die van den Niagara onveranderd. Deze blijft door al de jaargetijden heen dezelfde pracht ten toon spreiden Zijn water schijnt door het smelten van de sneeuw niet toe te nemen, noch door den gloed van de zon op te droegen. Indien hij al aan eenige veranderingen onderhevig IS, zgn dezelve onmerkbaar, of alleen te ontdekken in het afbrokkelen der klippen onder denzelven in sommige tijden des jaars. Trenton ligt in een wild en schier ontoegankelijk gedeelte van bet landj anders *' zoude het voor een' tourüt wel de moeite waardig zijn zich hier op te houden en deze fraaije watervallen in de lente te beschouwen. Ik ben er van verzekerd dat eene reeks van scheUen van dezelfde plek af genomen - dezelfde gezigtspunten door den- zelfden teekenaar vervaardigd, wanneer al de wateren ontboeid zijn, geheel en al ongelijk aan elkander zouden zijn. Voor een' kunstenaar althans zoude die proefne- ming wel eens de moeite waardig zijn. — % AMUIIU. 13 % M AMERIKA. DE TAI.I.EI TAM DE SHHEHJAITDOAH VAUf DE JEFFERSO%*S KlilP AF. Men vindt alhier eene der fraoiste vereenigingen van gebergten, dalen en rivieren uit geheel Jmerika. Wij 'weten niet of nr-n dezelve eerder schoon dan verheven dient te noemen. Doch hoe schoon de landtooneelen in deren omtrek ook z(jii, is de opmerk- zaamheid der tourhien eerst sedert korten tijd en dan nog wel slechts gedeeltelijk op dezelve gerigt geworden. Het Harpert Fetr i zal weldra een verlustigingsoord zijn voor de beminnaars der schoone Natuur uit alle streken, en weldra de eer genieten van even al» de watervallen van Trenton en de katarakt van den Niagara^ door alle reizi- gers beaocht te worden. De stoomvaart over den Mlanti$ehm Oceaan zal de schoon- heden van onze Nieuwe wereld in de vermaardheid der Piramiden doen deelen. Het Talt mij ten minste, wanneer ik op eene hoogte sta, vanwaar ik het uitzigt over een woest, maar nogtans voor een gezegend woonverblijf van mensehen bestemd land- schap heb, moeijelijk er het ontroofde erfdeel der roode menschen niet in te zien. De minder schilderachtig aangelegde gehuchten der Blanken, hunne molens en hunne fabrijken storten mijne ziel geen denkbeeld van geluk in, en ik betreur de verdrijving der oorspronkelijke omzwervers door deze wildernissen, die nooit hunne natuur besmetten door den rook, noch hare fraaiheid door steenen en dakpannen bederven. Het mede- gevoel voor die onderdrukte volksstammen schijnt sedert eenigen tijd te ontwaken, en het is niet ongepast somtijds onze eigene barbaarschheden zoowel als de hunne in het geheugen te herroepen. Wat zal men in vervolg van tijd denken van den moord der arme Conestogoes, zoo als die in de geschiedenis dezer binnenlanden van ons grondgebied vermeld wordt? »Bg de vroegste aankomst der Engelschen" «egt de verhaler, «troffen de afgezanten van dien Wildenstam een verdrag van vriendschap met den eersten grondbezitter wittiAa »BHH, hetwelk zoo lang zoude duren, als de zon scheen of het water in de rivier stroomde. »Dat verdrag is sedert meermalen hernieuwd, en tot nu toe noch door hen noch door ons geschonden geworden. Alzoo hunne velden langzamerhand verkocht wer- den, en de Blanken hen hoe langer hoe meer begonnen te omringen, wees hun de eigenaar landerijen aan in het distrikt van Coneetogoe, waarvan zij oL i j„tLn ufzien. Aldaar hebben zg jaren lang in vriendschap met hunne blanke nabmnn jtJeoï.l, die hen uit hoofde van hun' vredelievenden aard zeer beminden. «Men heeft altijd opgemerkt dat de Indianen, die in de nabijheid der Blanken wo- nen, niet in bevolking toenemen, maar van lieverlede uitsterven. Zoo ging het ook ' Zie helteWe hiej borev bl 60. A # ir r--i.^- ■ij^riipn' ^ © m UT © M ï ^ r w i^i '• .'■' r' ■ ?5 " -■ ^ ;' : a •'- < fe '' <■ fe. c • U 3 — . -^^ ■ S o ^ a -i n o; e ii 3= S ^ - S ü ■. §^ ? SI ^ ~: 't ■■ •^ -5 : SI ■I i -.-*^-^iL i-j.1L.. «!_ \ > fl t •^ w AMFiVOA. d9 met dezen volkMtam, ioodét er ten iitUte slechts twintigf mensdien ia Hön gehucht overbleven, té weten «even mannen, vgf vróuweii en acht kinderen , löo meisjes als jongens. «Onder deze was ook sbbhabs, een hoogbejaard man, die het sluiten had bijge- woond van het tweede verdrag met hen door Mr. pbwh in 1701 , en die sedert altijd een getrouw vriend der Engelschen gebleven was. Men zegt dat hg een zeer goedaar- dig mensch is geweest en van een' allerzachtzinnigsten aard. ))Die kleine maatschappij hield zich aan^ de gewoonte, welke zfj, talrijker zgtade, had ingesteld , van eiken nieuwen Gouverneur en eiken afstammeling van den eersten grond- bezitter te begroeten en in de Provincie te verwelkomen, hem van hunne getrouwheid verzekerende en om den voortduur verzoekende van die gunst en bescherming, welke zij tot dus verre genoten had. Zij had bij gevolg ook een adres van dien aard aan onzen tegenwoordigen Gouverneur (den heer jtohh pbhk) bg diens aankomst ingeleverd : doch hetzelve was ter naauwernood overgereikt toen het noodlottig voorval gebeurde , hetwelk wg thans zullen verhalen. Op Woensdag den 21'»" December 1763, kwamen zeven en vijftig mannen van een onzer grensdorpen , die de vernieling van de kleine volkplanting besloten hadden, allen te paard en met snaphanen, «abels en bglen gewapend, dezelve aanvallen, zijnde gedurende den nacht over de vlakte tegen het distrikt van Coneatogoe opgetogen. Z,ij omsingelden het kleine gohuoht der Indiaansche dorpen , en overrompelden hetzelve met het aanbreken van den da j. Slechts drie mannen, twee vrouwen en een knaapje werden thuis gevonden. De overigen waren onder de Blanken van de nabuurschap, sommige om de korfjes, bezems en bakjes te verkoopen, die zg vervaardigden, en anderen met andere bedoelingen. Die arme weerlooze schepselen werden terstond doodgeschoten, gestoken of gehakt! De goed- hartige SHAHAES werd na de 'overige op zgn bed in stukken gehouwen. — Zg werden vervolgens alien geskalpeerd en op allerlei manieren scbrikkelgk verminkt. Daarop werden hunne hutten in brand gestoken en meerendeels tot ascb erteerd. Het be- stuur van Laneoêtér liet de overige Indianen opzoeken, en om hen tegen verderen overval te beveiligen in de stad brengen; gaf hun, naar men zegt, zelfs zijn leedwezen te kennen over hetgeen gebeurd was, drukte hun de hand en beloofde hen te zullen beschermen. Zij werden in het werkhuis, hetwelk een hecht gebouw was, geplaatst, aizoo men hen daar het veiligste meende te zgn. Die bloeddorstige menscheu ver- zamelden zich op nieuw , en vernemende dat de overgebleven veertien Indianen zich in het werkhuis te Lancaster bevonden, verschenen zij eensklaps op den 27**"> December voor die stad. Vijftig van hen; even als te voren gewapend, stegen van hunne paar- den af, liepen onmiddellijk naar het werkhuis, braken er met geweld de deur van open^ en stormden er met de woede op hun gelaat te lezen , binnen. Toen de ong iukkige zielen zagen dat er geen bijstand voor hen te hopen was, en dat zij het onmogelijk konden ontkomen, daar zij zelfe geene wapenen hadden om zich te verdedigen, ver- eenigden fxch. al de huisgezinnen, terwijl de kinderen hunne ouders omklemd hiel- den. Zij vielen op hunne aangezigten neder, betuigden dat zij onscliuldig waren en de Engelschen lief hadden , en dat zij hun zoo lang zij leefden , nimmer eenig 13* 100 AMERIKA. "^ZtnTLf^""' !:;'*'^.»'r''"^-»-8«^«ü«"enden doodsteek! De mannen vrouwen en k.nderen werfen ,n koelen bloede op eene onn,en«.helijke wijze .ermZTv 1.0CKP0RT, AAX HET ERI£ KAJITAAI.. de7r°,pe>;„l '""'^ °""* '^'«'" «' »■" «■" ■^™'« '- -e ein- b.l«„d «M dl." T ' ™ "f """•'e''!-''- '-e..,. «Sn, ,oord.t he. l.„j «.«nd werd door de .Uimme„, d,e er de l.,t.te beritter. ,.„ «ai pewee.1 Od de den oZ l" i^^ ' ^ ° '^°' "'"«" ""«""«k'l'eid leo ,e.te,i door de raUei «n den O».., Uog. d,. ,.„ den Mi.^.ipi, ^ .«, .«.waan. heen „.ar X.J^ yil men j,re„ ,an een ,„lk, he,.elk „eden bewoonde door forten «rdedTj ,L "e de Europeanen gebonden. De omatreken ,.„ i»»,„ en Jl„„o,«. werden alleen Z ;»lL I f , \ t"° "■'■ ^»" """"S » 'lie «-.daeh. waardij. In J, «n ond Fort,"! t!,"""^ "' °"'"' '"'''"°«"'' ""' A-.».„,,4 ,ond h een oud Fort. Hetzelve bealoeg omtrent ze» aere. grond en had zea noorlen De wd« omheen bleek acht ,oetc„ breedte te hebben.'wa. op een,;; p aZ ^ .o^ ^°„urfe,^L"d . ' '"T ''""'">""■<« -"Seleird. De ,ierd! «'de werd 11 li p":» l„r """Benoe.erk.nt, aan „elk, .„et een fraljje wa.eraul^m liep. Die oe.erk.nt wa. waaraohijnlök door palisaden .ei.terkt BOweeat alzoo men ™ X ir.e"''J'"'°""d 't"" "" """' '°' " ■•»- "" - Ct::: Heer 2.«1 ° l,^""°T 7 ^°"'° "" "''° °™'- »" '" "'«' "' ""•"■» •!» Heer k,.«.,„ .oo, ,„,. ^„„j,^ j„^„ ^^^ ,_^ ^„^ ^^^^^^ ^^ ^^^^^ ^^ ^^ h ^1 ei té >9 -i ■< 'T. a 1 o u o AMERIKA. m zuiden vandaar en op een' hoogen lieurel vond hij sporen van eene andere oude versterkte stad, kleiner dan de vorige, maar waarvan de gracht dieper was en op een beter te verdedigen punt gelegen. Die verschansingen in oogenschouw hebbende geno- msn, keerde de Heer kihkiakd naar Kamwagea, terug, en hervatte vandaar zijn' togt westwaarts, totdat hij zich voor den nacht legerde op eene plaaU Joaica {Raeom) geheeten, aan de rivier Tanawande, ongeveer zeven en twintig mijlen van Kanawagea* af. Zes mijlen van die legerplaats af reed hij naar de opene vlakte, en bereikte eene plaau, welke de Seneca-Indianen Tegatainèaaghgwe noemen, hetwelk roo veel betee- kent als eene dubbel veraehantU stad, of eene stad met een Fort aan elk einde. Hij wandelde aldaar bijkans een half uur voort met een der Opperhoofden van de Sene- cas, om een der puinhoopen van die dubbelverschanste stad te bezien. Dezelve be- stond uit de overblijfeelen van twee Forten. Het eerste daarvan, hetwelk hij mede bezocht, bevatte vier acre» grond: het andere, waarheen hij insgelijks ging, en hetwelk nagenoeg twee mijlen vau het eerste af lag aan het andere einde van de oude stad besloeg tweemaal zoo veel grond. De wal rondem het eerste, welken hij naauwkeurip bekeek, was ongeveer vijf of zes voeten hoog. Een kleine waterstroom met een' hoogen oever omsloot ten naasten bij een derde gedeelte van den grond. Er bevonden zich sporen van zes poorten rondom den wal, en nabij deszelfs midden was een weg na«r het water heen gegraven. De grond aan de overzijde van het water was op eenige plaatsen bijna zoo hoog als die waarop het Fort was aangelegd , hetgeen misschien d.en bedekten weg naar het water noodzakelijk gemaakt had. Eene aanzienlijke menigte van groole eikenboomen was binnen den omlrek zoow,i uls tegen en boven op den wal gegroeid. Sommige daarvan schenen twee honr'.erd en meer jaren oud te zijn. De grond was er hard en keizelachlig, waaruit hij .pmaakte dat de wal veel hooger was geweest dan hij hem thans voorkwam. Nabij het noordelijke Fort, hetwelk op een' hoogen grond was aangelegd, vond hij de overblijfselen van den graf heuvel, alwaar de verslagenen, die in een gevecht, waarvan hierna gesproken zal worden, ge- sneuveld waren, begraven lagen. De aarde was aldaar zes voeten boven den grond op- gehoogd, en de heuvel besloeg een' omtrek van twintig tot dertig voeten middellijns. In de rondte zag men beenderen liggen en op sommige plekken staken zij boven den grond uit. Zijn' weg vervolgende naar de Buffel Kreek (het einde van zijn' togt) bespeurde de Heer kieiclahd weder de overblijfselen eener versterkte stad. Hij teekent die met af in zgn handschrift, maar naar den weg, dien hij beschrijft, kan men derzel- ver gedaante opmaken. »0p deze hoogte, nabij de oude versterkte stad, scheidt zich de weg in tweeën: wij lieten dien, die naar den Niagara leidt, aan onze regterhand liggen, en gingen zuid- westwaarts naar de üuffel Kreek. Nadat wij deze hoogte verlaten hadden, welke ons een uitgestrekt vergezigt aanbood, gingen wij zes of zeven mijlen ver eené fraaije landstreek door: kwamen vervolgens aan eene vlakte vol bonte eikenstruiken, eene opmerkenswaardige plaaU van ten naastenbg twee honderd aorts, en gingen een' steilen heuvel aan onze regterhand over, aan welks voet een klein Meertje Ugt, hetwelk een bewijs van de bijgeloovigheid der Indianen opleverde. De oude Indianen verzekeren dat oudtijds een booze geest onder de gedaante van m 1(« AMERIKA. een dra.k .n d.t Meer woonde, en dikwijl, geiien was terwijl hij gloeijende vuurbal. l«n «ubraakte. Dat hunne vaders om zijne gramschap te stüien, dikwijls groole offer- anden van tabak bij het Meer hadden gebragt. _ De vlakte, van welke wij boven gesproken hebben, .s bedekt met kleine witte sleenen, die naar kalk geljjken: en op eenige plekken z.et men op een' aanmerkelyken afstand geene aarde. NiettegensUande hare onvrufhtbaarhe.d v.ndt men er toch vrg wat boomen van matige hoogte. Aan het uiteinde van d.e barre vlakte kwamen wy weder bij de Tanawand. Rivier, en c oorwaodden dezelve omtrenf, twee mglen boven de Indiaansche stad van dien naam Dat gehucht bevat veertien huizen of hutten. Hun opperhoofd heet OASH*«.a«, bijf^e- naamd het Zwarte Opperhoofd. Aan den zuidkant van de Ta.u.u,andeKreekenop Ta '^T^r ^ "° '^"'*'' "'' "'" ""'^ "*^ff «P"''^» "^^ een« oude versterkte stad. De Heer KiaKLAHD merkt verder aan dat er zulke overblijfselen worden gevonden door het gansche uitgestrekte grondgebied der Zes Volksstammen, en naar het zej^Ren der Indianen op vele andere plaatsen: vooral een aan den arm der Delatcare Rivier hetwelk naar den groei van sommige der boomen op de wallen en aan de waterkan^ ten te oordeelen , bijkans duizend jaren schijnt bestaan te hebben. WASHIJV&TOIV'S 6RAF. De stroom van het leven schgnt in ^,nerika te snel om de ruimte van tijd toe (e TlT Z7'^\r "'"' ''''^''° ™'* ^^°'ff« mogelijkheid kan uitgesteld worden. De gedenkteekenen blijven onvoltooid op onze slagvelden staan: de graftombes onzer giootc mannen worden onkenbaar, voordat er een steenschrift op gesneden is en de hed.ge plekken, waaraan de vaderlandsliefde hare hulde behoorde te bieden, worden naar de waarde van hare afbraak geschat en aan de vernietiging ten prijs pepeven Het valt moegelijk bij een bezoek aan den berg r.^o„ aan eenig'zigLar tLlenT: tbtd of belangstelling te bespeuren dat Jmerika iets het minste aan de gewijde at,ch welke die berg omsluit, verschuldigd is. ^ ' ' bes"otnT!w ^f "^ ^'" ^■'^. ^'"•""" '^ ^^°' '•'"''• ^^"' 0"deugenden heiligschenner hTeft MenT r^ "'T "::''""''' '"'^" °°^ w.SH.«.xo«'s overblijfselen behouden dat 1 ;. K ''" ^"' ^°°^''' '""'•e^^*^'^ «*«" ^''S ^emon te koopen en bij som t ir oTtt"^^ r'* ''' '' '^^"^"- ''^^^^™ -^''' ^- "•«' S^d-' ' - ne- tenen van de. tlrtT" " " "'^ '°'''^" "" '^" ^«'^-'^ S™»J' het'her. e en van "''^''^'^'^^'^ ^'S^ die er van Mesandria af heen leidt, en het aan- stellen van vaste oppa^ers om de vreemdelingen over die plek heen den ^.^ te wijzen^ schien fZf!' "7™°^«'- --««--o^'s gebeente rust, ligt op een' afetand van mis! oude T 7" ''' '^"" ^'' ^" «"-•'^'^«"Ük aan den oever der rivier. Men dezelve f„ dl rr ^1''' "" ""^ begraafplaats kunnen uitdenken. Tusschen ezeive.n den Potomac ,n l.gt een r.igt bewassen bosch, hetwelk densteilen kant tot «*. "iWWWJ-' •,^mim^im' ^mfmnnv^Tini^^M WASrtjKGsrüK-[; GïiAï-,. aiF liaa üisaa «jcühüs. J AMERIKA.' i03 aan het water toe bcdekl, maar nogtans door het digtste van de lommer heen een uitz.gt op de ghnsterende rivier verleent. De graftombe zelve is omringd van een aantal zware aartsvaderüjke eikenboomen, die eerbiedwaardig door hun' ouderdom jaarlijks het graf met hunne herfstbladeren bestrooijen: eene allereigenaardipsle be- kleeding voor d.e plek en welke aan bet mefnento mori een' dubbelen indruk biizet. In bet midden der eiken ziet men een cederboschje de graftombe overschaduwen, welks altijd groene twijgen een bevallig contrast met de dorre en ontbladerde takken der eikenboomen opleveren; en terwijl het afvallende loof der laatste het verval des hgchaams aandui,'l, levert het eeuwige groen der eerstgenoemde een zeer voedzaam zinnebeeld van de onsterfelijke ziel op. wASHwaro^ bad veel op met de pewijde en zinnebeeldige cassia, en die bgzonderheid heeft mogelgk veel toegebragt tot de voor- keuze van eene plek, alwaar het wintergroen altijd bloeide. Eene der belangrijkste bijzonderheden, welke met Washington's graf in betrekkinj. staat, IS lafatbttb's bezoek aau hetzelve, zoo als het door mvasseüh verhaald wordt- «Na een togtje van een paar uren beriglten ons de kanonschoten van het Fort Washington dat wij het laatste verblijf naderden van den vader zijns vaderlands Op datplegtig sem, hetwelk de ons vergezellende stafmuzijkanten met treurmuzgk beant- woordden, begaven wij ons bovendeks, en de eerbiedwekkende grond van den ber^ FernonhQ voor ons. Op dat gezigt deed ons een onwillekeurig en plotseink revoel nederknielen. Onze booten landden aan, en wij betraden den grond zoo vaak door den Generaal washikgton betreden. De Generaal lafatbttk klom in een rijtuip, en de andere togtgenooten bestegen stilzwijgende het steile pad, hetwelk naar het eenzame woonhuis op den berg Fern,m heenleidde. Bij het binnentreden onder dit gast- vrije dak hetwelk bem beveiligd had, toen het schrikbewind hem met peweld aan zijn vaderland en zijn huisgezin ontrukte, voelde geohge lafatett. zijn hart hem bege- ven, omdat hg dien niet wedervond, wiens vaderlijke zorg zijne rampen had gelenigd terwgl zgn vader vol aandoening al de voorwerpen opzocht, die hem den deelpeooo van zijne roemvolle heldenfeiten konden herinneren. «Drie neven van den Generaal washingtoic begeleidden lafayette, zijn' zoon en mii- zelven naar die grafplaats van hunnen oom. Onze talrgke reisgezellen bleven thuis Binnen weinige oogenblikken verkondigde het kanon op nieuw bulderende dat la fattbtte zgne hulde aan de asch van Washington bragt. Even zoo eenvoudig en zediff als de held gedurende zgn leven was, wordt ook de grafplaate van den burper ter naauwernood te midden der cijpressen gevonden, die hetzelve omringen. Een laap verwelf - eene houten deur zonder eenige opschriften ~ eenige verdorde en proene festoenen wgzen den reiziger, die de plaats bezoekt, de plek aan, alwaar de sterke armen rusten, die de kluisters van zijn vaderland verbraken. Toen wij de deur nader den, werd dezelve geopend. Lafayette klom alleen in het gewelf af, en kwam eenipe oogenblikken daarna met betraande oogen weder. Hg nam zijn' zoon en mij bij de hand, en bragt ons naar het grafgewelf, alwaar hij ons de doodkist aanwees. Wii knielden eerbiedig naast dezelve neder, en opstaande wierpen wij ons in lafayettbs armen , onze tranen met de zijne vermengende." ^ É IM AMERIKA. DB ZWARTE BERO, AAlf HET e^EOReSjS IHEER. De bergen aan de oevers van dit bekoorlijk Meer beslaan uit twee rijen , die het- zelve van het noorden naar het zuiden omzoomen. De westelijke keten loopl west- waarts van de Noord-Westbaai, aan welker boveneinde een arm derzelve Zuid-Oost- waarts schietende het gansche schiereiland tusschen de baai en het Meer uitmaakt Die beide bergketenen naderen het Meer zoodanig, dat zij bij afwisseling een groot gedeelte van deszelfs oeverkanten uitmaken, en somtijds weder tot op een' afetaud van twee of drie mijlen van hetzelve terugwijken. De kruinen dier bergen leveren allerlei gedaanten op, van den boog af tot aan den stellen, stompen en scherpen kegel toe. Bij sommige zijn de toppen kaal, en ijzinpwek- kende, bij andere met bosschaadje bedekt. Het is eene bijzondere eigenschap van het Gcorg,, Meer, dat het, terwijl de gansche wereld van deszelfs be«aliigheid spreekt, nogtans van de meest grootsche en verhevene voorwerpen omringd is. De Zwarte Berg is er een van, en levert allerlei kloven, scheuren, spleten, kapen en punten, in een woord alles op, wat een schilder zoude kunnen verkngen tot de fraaiste ordonnantie eener berglandouw. De veranderingen van den dampkring gaan hier insgelijks bgkans altijd met woeste natuurverschijnselen gepaard, en de stormen zijn er zoo menigvuldig dat zelden een reiziger het George'* Meer in den zomer bezocht, die hetzelve niet onder eene donderbui zal gezien hebben. Een vreemdeling merkte ten aanzien van dit Meer op dat er de hoornen ondanks de weelderigheid van de natuur, zeer onaanzienlijk schijnen, en in die meening komen al de Engelschen eenparig overeen, die het gewone hout der bosschen langs den wep met de eerwaardige eiken vergelijken, welke sedert eeuwen lang in het fraaije EngelaZ hebben staan groenen. Het beste antwcord op die aanmerking is vervat in een' brief door een kundig schrijver van dit land aan een' vriend in Engeland gezonden : ' )>De grond van Nieuw Engeland is van de natuur even zoo rijk en vruchtbaar als die van Engeland. De willige groei en de ongemeene hoogte van ons zwaar hout in de bosschen levert daarvan een sprekend bewijs op. fFij vinden er, het i, waar, than* wemtg meer van die zwaarte: want bijkant al de oorspronkelijke boteehen van dit land zijn tedert lang geveld. Ik heb vele van die hoornen gezien en dezelve vergeleken met de opgave der bosschen in andere gedeelten van den aardbol, en ik ben verzekerd dat zij het bij zulk eene vergelijking zelden zullen v rliezen. Het mogen, die gewoon zijt zulke boomen in groot aantal geplant en met groote zorg onderhouden te zien vreemd voorkomen, dat de inwoners van dit land, zoo spoedig na deszelfs kolonisa- tie, hunne bosschen zoo ruimschoots geveld hebben. Doch deze is eene der menigvul- dige bijzonderheden, die de aandacht treffen, welke uit den staat van zaken alhibr voortspruiten, en aangaande welke een vreemdeling zicli natuurlijk moet vergissen \ T'^r'i?fW~f"'.T-7fr'C' ^ i4 ai 'S! AMERKA. • ^ Bfl het doorreden van Nimw Engeland zoude hij wel in het deukbeeld moeten gera- ken dat de hoornen aldaar de zwaarte van die in Europa niet hereiken. Hij zonde zien dat zjj wel wdig en boot ^ maar rank Tan (pitrek zijp. Ik yH nie^ bemuren dat zulks algemeen het geral ig, maar ten minste stellig zeker in het zuidelijkste gedeelte. Hij zoude daar geene reden toor weten te rinden , en het ondanks de welig- heid van den groei toeschrijven aan de dorheid van den grond, of in de diepzinnige taal van .ufton, aan het gemis van groeistof. Wanneer hij dan vernam dat de ware oorzaak daarvan in hun' ouderdom bestaat, dewijl zg alle jong zgn, zoude hg nog meer verlegen worden. Van den eenen kant «oude hij verbaasd slaan over de diraa.- heid van op zulk eene verkwistende manier de bosschen uitte roeijen zonder dat daar- voor cene blijkbare reden bestaat, en aan den anderen kant zoude hij niet in staat zgn te begrijpen hoe die hossohen zonder aanpooting zich zelve voortplanten. Doch dat alles laat zich gemakkelgk oplossen. Het hout is de brandstof van dit land. Een m Engelschman, die al de vuren van zijn land onderhouden ziet door steenkolen en turf, kan zich met wel een denkbeeld vormen van den voorraad van boot of, indien gg het zoo noemen wilt, van de menigte der hossohen, welke daartoe vcreischt wordt Hierbg komt de voorraad van timmerhout, die men noodig heeft tot het bouwen in een land , alwaar al de gebouwen genoegzaam van hout zgn, tot het afperken der lande- rgen, tot het vervaardigen der meubelen en tot den handel. Voegt hierbg al de bo^ schen, die in de nieuwe nederzettingen geveld worden, alleen met oogmerk om grond tpwinnen. Dit alles overwegende zal hij ophouden zich er over te verwonderen dat de bosschen m Nieuw Engeland zoo schrikkelijk vernield worden. Het zaad van die boomen ontkiemt eerder en gemakkelijker wanneer bet op de oppervlakte van den grond hfift, dan wanneer het van denzelven bedekt wordt, al ware bet ook op de allerge- nngste diejite. Eenig bedeksél behoeft het nogtans, maar dit ontvangt het van de af- vallene bladeren; en op die manier worden de bosschen door den Oppersten Regeer- der van het Heelal voorzien van de middelen om zich zelven steeds voort te planten. «Dan, dit 18 de eenigste manier niet waarop men het in dit land laat aankomen. Wanneer een bosch omgekapt u, komen er uit de stronken welige uitspniitsels op- schieten, die bun voedsel ontvangende van de wortel» der vorige boomen, zoo schielHk opgroeij' . als men het nimmer ziet van stammen, die uit het zaad gewonnen worden Een goeue grond zal op die wijze ééns om de veertien jaren een' genoegzamen ({roei voor brandhout voortbrengen. Vele landbouwers vellen daarom op die wijze hunne boomen: maar men moet erkennen dat de meeningen op dat onderwerp zeer vewcbiHen. Zeker is hel evenwel dat de bosschen in Nüuu> Engeland op die beide manieren steeds m aanwezen blijven en overvloedig in de ^ ihoefte van deszelfs bewonen voorzien. i/l AMERIKA. 14 % 10G AMERIKA. BE TAliI.121 VAUr BE cojvhtecticijt-ritier VAUT DEIV BERCf HO].YOH£ AF. De brecde opene vlakten of de tus,chenruimten , zoo als zij in dit land genoemd worden, welke de oevers der C' ^e kolonisten ve volgd en omtrent acht ««len boven Hatfield achterhaald, alwaar eene schermut- ónUrir .' T"'" ""Y "^ *•'" ^''°'^'" ^" ''' «° ^^'-^''e I^di-^e»» sneuvelden. Unm.ddell.jk daarop volgden verscheiden aanvallen op de nederzettingen, die altijd ten koste van een.ge Blanken werden afgeweerd , en op den 30— Mei 1676 viel w-^rl '^°^;7" f; f zevenhonderd mannen Hatfield andermaal aan. De mannen waren met den veldarbeid bezig, maar versterkt door eenige manschappen , die zich van Hadley hg hen kwamen voegen, braken zij door de Indianen heen en bereikten hunne e p« * fc c K >. £ S Si /* N? s B ï -■ S ^' 0 »■ * r g| . *■ Wf w ■ i ■-' t 'ï S -2 is c ? '" P ■' ^ ■'' > r ï ^ ^ 1 2 z i« r > -- "V- S n '^ja^stt^mii^^^i^ j. •^ '* * AMERIKA. m huisgeiinnen die zich lot meerdere veiligheid in de forten hadden opresloten Na een y hardnekkiffen xvederstand g^ktc het hun de Indianen uit de nederzetlinpen te drijven, die ook in het vervolg niet weder overrompeld zijn geworden Het gehucht Deerfield behoorde ouder dezulken, die het nicest von de eerste invallen der Indianen te lijden hadden gehad, zijnde de woonhuizen aldnar verbrand en het Cehucht verlaten gewo.den. Twee maanden te voren wnrcn de velden afgemaaid, en de oogst op mijten gestapeld zijnde ontkwam aon den brand. Ongeveer tachtip man- nen van de lagere nederzettingen kwamen op om do maaijer» te helpen, het graan on te laden, en omtrent drieduizend schepels tarwe werden gedorscht, op wagens re- laden en «onder stoornis tot aan het bovengemelde moeras gebragt. Hier hielden de kolonisten z,ch een weinig op om gras te maaijen, maar terwijl zij daarmede bezip waren, werden zij onverhoeds door eene bende van achthonderd Indianen aanfre- vallen. Kapitein LATH*or, die aan het hoofd der kolonisten was, beval zijne man- schappen de Indianen op hunne eigene manier te bevechten en zich door het geboomte te dekken; maar de inboorlingen, die er op afgerigt waren om van den eenen boom naar den anderen te loopen en zich met eene onnavolgbare vlugheid achter dezelve te verschuilen, hadden daarin veel boven de onze vooruit, en het gevecht was weldra ten hunnen voordeele beslist. Latorop sneuvelde reeds in het begin van het {revecht en van den ganschen troep maaijers en gewapenden bleven er negentig dood on dé plaats liggen. " ' Kapitein ho8.it, die zich te Deerfield bevond, rukte dadelijk met een detachement tot lATHHOPs hulp op, maar vond bij zijne aankomst de zaak beslecht, en de Wilden trot*ch op hunne overwinning bezig met de dooden uit te schudden. Hij viel met grooten moed op hen aan, en dreef hen ondanks hunne overmogt naar een moeras en brak hunne rijen door. Zij poogden hem toen van achteren aan te tasten maar door eene vlugge beweging voorkwam hij dat en brak hunne gelederen nog eens door Op die wijze werd het gevecht vijf uren lang volgehoudsn. Hij joeg hen ette- Igke mglen achteruit en slechu twee dooden en vijf of zes gekwetsten hebbende doodde hg zea en negentig van de Indianen , en keerde ongemoeid naar Deerfield terug' Op den volgenden morgen ging het troepje uit om de dooden te begraven en vond al de Wilden weder bezig met de dooden te begraven. Mosrlt joeg ben op nieuw wee en vervolgens zijne treurige taak volbragt hebbende, rigtte hij een gedenkteekcn van losse steenen boven de slagtoffers op en ging toen heen. De naam van het water het Bloed Moera», ia heden het eenigste gedenkteekcn van die ramp. ' IA * im AMERIKA. « OEZieT OP HET ERIi: KJüVAAl., BIJ DE KIiEIIVE WATERVA].l.E]|f. De vaart orer het kanaal onder den hoogen berg lang., die op deze plek van dea oever vaagde Moka^k opsteekt, i, een der fra.i«e van al ie fraaie gezigVunle^ dTe z.ch aan dea reu.ger op dien grooten .troom van het Westen o'pdoen. 'Tel7ul] kan op eene gehjke uitgestrektheid eene grootere «fwiMeling va'voorwe^" TZ knjgen dan op het kanaal tusschen S,,enee^ad, en Buffalo; en voorzeker zi I T nand dezelve met grooter gemak voor zich zelven. De ..ketboo.en zgn lange .a,el langt hg beweging, zoo kan hg eene wandeling doen over hei dek, en dat alles zon- der merkbare beweg.„g of stank van den stoom. Van al de reismanieren in Z- >: g, he: Zrai:''^™^^"^ ' "-- ^-^^ ^•"^«- '- --^««^J^- - -gtje te dl'n Eene der eigenaardige eigenschappen van het kanaal en in het geheel van ons land .s hetgeen men de Openingen noemt. Wanneer eene dier vlakten op een' " leJ afetand gezien wordt, maakt een reiziger, die het bo«3h uitkomt, de gevolltrekk n7oD dat dezelve het begm is van eene bebouwde etreek, en hij slaat onwiUekeurirtine^ ken op naar den kant alwaar hg de stad of het gehucht'meent te v nd ".Ta Zn 'h de bu.tenzgde uitmaakt. Hij kan dat denkbeeld niet van zich afzetten , en alaaï IM, hetzelve voor een oogenblik varen, het dringt zich bij hem op in Cw «a zgae overtuiging dat hij zich in het har.je der wildernis bevindt. ^Ten TelZ ti^Se maakt nch een gevoel van stilte en eenzaamheid, van «feonderingvan de wereld sterker dan hg oo.t ondervonden heeft, van zyne ziel meester, terwSl Hi Tllé afgelegene oorden rondzwerft. Zijn oog ontwaaït geen einde van d ze e 'en hoe zeer de vlakte rondom hem aan alle kanten begrensd .ch.jnt, zijn evenwel 'die in de dLn „. °'^'"^''" *"' '''^'" ^'•■'^''" •''hgnen uit te maken. Hij bewan- delt diensvolgen, met eene soort van romaneske verrukking die vlakten, en pe!oe t zTch rthtix^-;:: "^j^r "'^ -'^''^'^ - ^oesU^tS Dr. »w.o.T ,ooronder.lell dat hel eijcnaTdiBe voorkomen Tan -lie rlakten l,i.rj„™ mel,jk 01 de afgevallen bladeren, die «elden, bclial.o op zeep hooro piond™ T™ ««.oeg .„„ „„ ee„. „i,«e..„k.en brand te verwekken, en'dan no^ "«2 gronden .el,e zeer droog zgn. Van dien aard waren overal de rronden die TeHLn en Hnboomen beplant waren, en deze werden da„ ook j..rlSk.V:r;";t„:be.td: # Tg;* f'; y B 1 0 t I '•-!» AMERIKA. 'It- Die Tta dë beuk«n- en ahornboomen waren gcwoonigk te vochtig om verbrand IS worden. Vandaar dan ook dat de laatste eene laag groeiaarde hebben van zet dui- men tot een' voet diepte toe, terwijl dezelve op den eiken- en pijnboomengrond dikwijl, geen duim te boven gaat. Dat zulks het gevolg is van het vuur alleen, en niet van eefiig verschil m den aard der hoornen, blijkt uit de daadzaak dat op natte gronden, alwaar het vuuf ' niet kan doordringen, de: groeiaarde even diep onder de eiken- als onder de ahomboMchen ligt. Die groeiaarde is brandbaar en wordt door een heet vuur geheel en al verteerd. De bedoeling van dat verbranden was om frissche weilanden te winnen ten einde de herten te lokken naar de plaatsen alwaar die vuren gestookt waren. Onmiddellijk nadat de grond ,s afgebrand, spruit er eene soort van gras uit op, welke men somtijds het vuurgra, noemt. Dat gras is zeer roet, het zij uit zjjn' eigen aard of uit hoofde van de kracht des vuur., en wordt daarom zeer van de herten gezocht. Dewijl al het kreupelhout tegelijk verbrand is, worden die dieren op een' verren afetand gemakke- Igk ontdekt - iets wat niet gebeuren kan alwaar de bosschen niet verbrand zün. Zich van timmerhout voor eene u>iffwam (hut) en van brandhout te voorzien, was het eenigste gebruik hetwelk de Indiaan van zijne bosschen kon maken, en de aarde schonk hem niets dan eene plaats om te wonen, met een' hof, en daarbij zgn vild. Terwijl hij derhalve te gelijk de bosschen eo den grond verbrandde, trok hij er de m.est mo- gelgke partij van voor hem zelven. Wanneer die gronden dikwijls verbrand zijn geworden, zijn ook natuurlijkerwijze de zaden en pitten, waaruit de nieuwe boomen ontkiemd zouden zijn, door het vuur ver- meld. Het gering aantal boomen over deze vlakten of openingen verspreid, groeide op plekken, die mmdcr aan de verwoesting des vuurs blootgesteld waren, omdat zij ot vochtig of minder met afgevallen loof bedekt waren. <#> 4k # „ M HOOFDEIV, OP DU HlJDi§0]!iri§ RITIER, VAW »E]ir STIERBERQ AF OEZIEAT. Dit gezigtje over de Hudson, Rivier van tusschen de engte der ffoo/den door, vertoont ons op den voorgrond sombere klippen welker schaduwen zich dwars over de rivier heen boven derzelver oppervlakte schijnen te vereenigen: met een verschiet op het dorp Aewburgh en de heuvelachtige landstreek achter hetzelve. De blaauwe en verwijderde bergketen van CaUkill maakt aan den horizon de uiterste grenslijn uit. De vermelde heuvelachtige landstreek bevat allerverrukkelijkste tooneelen van kleine riviergezigten, benevens een' zeer romanesken stroom, de Moordenaart Kreek geheeten, die zich in den Uudton ontlast. De Heer pouldihg brengt in zijn «Nieuwen Spiegel voor de reizigers" ter verklaring van dien naam de volgende belangvolle Legende bij. i..^i,-i^^...jj^ll!^-M^ci, MO AMERIKA. # > »Ietó meer dan e«ie eeuw geleden woonde in het fra.ije oo.d, door dien «troom be- waterd, een kleine Indi..„«5he «lam, die aedert Inng uilge.l„rveu , o* hij ecnigen anderen Wddenatam tan het westen ingclflW ia. Drie of vier honderd ellen van d^ plek af alwaar de rivier fn den Hudson stroomt, had rich eene Blankenfamilic met name stac.t, m eene van ruwe houtblokken getimmerde hut Rov«,ligd, met de ,«1- 2w^g«Dde vergunning van den ganschen stam, aan welken sxiicKT door zijno bedre- venheid en het vervaardigen van allerlei kleine voorwerpen tot gerief der Wilden, lich aangenaam had weten te maken. Hij had in het bijzonder een vriend^hapsverhond aangegaan met een' ouden Indiaan, die «a^«a5 heette, dikwijls aan zijn huis kwam en er gastvrg ontvangen werd. Indianen vergeven geene beleediging en vergeten geene weldaad. Het hu,sge«n bestond uil «tact, zijne vrouw en twee kinderen , een knaapje en eei. meisje, het eersten vijf en bet andere driejaren oud." Het verhaal luidt verder dat haoma» uil dankbare vriendschap stac.t's vrouw heime- hjk waarschuwde dat men besloten had de blanken te vermoorden, haar een' eed van geheimhouding afvergde en te gelijk den raad gaf van dadelijk naar de over'.ijde der rivier te gaan vlugten. »De dagelijksche bezoeken van den ouden «aomai, en zijn meer dan gewone ernst bragten een.ge van den Wildenstam op het vermoeden van hetgeen hg gedaan had, en ZIJ begonnen diensvolgens zgne handelingen een weinig naauwkeuriger gade té slaan. Een der jonge Indianen, die op de wacht stond, ziende dat het huisgezin zich naar zijne boot heen begaf, ijlde naar het kleine Indiaansche gehucht, hetwelk er ten „aasten hg eene mijl ver van af lag, en gaf daar berigt van. Vijf Indianen begaven zich langs den kant der rivier alwaar hunne kanoos vastgemaakt lagen, sp^n- ^'"^''J"'/",i°"?'° "*'" ****"■ °"' **'" i"»»««hen een eindwegs vooruit was pe- raakt. Z,j haalden hem van zoo nabij iu, dat hij tweemaal sijn' riem nedersmeet en zijn geweer opnam. Doch zgne vrouw hield hem terug door hem onder het oog te brengen da. als hij vuur gaf en zij dan achterhaald werden, hun geene genade van de Indianen te wachten stond. Hij wederhield dus zgne drift en bleef voortroeijen , zoodat hem de zweeldroppelen op het voorhoofd stonden Doch al zijne moeite was vergeefech: op een afttand van honderd ellen van den oever af werden zij achterhaald en otóer een zegevierend gejoel teruggebragt. «Toen zij aan wal waren gegaan, stakei; de Indianen staceï's hut inbrand, en sleepten hem zelven met zijne vrouw en kinderen naar hun dorp mede. Aldaar ver- zamelden zich de oude mannen en kao«ai, onder hen, om te overwegen wat nu te doen stond. Hua opperhoofd verklaarde dat iemand van hunnen stam zich ontwgfelbaar aan verraad moest hebben schuldig gemaakt, door aan sxAcr, den blanke, het ooff- merk van den stam te kennen te geveu, zoodat zij bijkans ontsnapt waren. Hij stelde dus voor de gevangenen een verhoor te doen ondergaan om te vernemen wie hun het berigt gegeven had. De oude mannen keurden het goed en kaomai» gaf er mede zgne toestemming toe. Stact werd het eerst ondervraagd door een' der oude man- nen, die Engelsch sprak en hetzelve aan de «nderc vertolkte. STAcuf weigerde den- gene te noemen, die hem ten besten geraden had. Toen werd zijne vrouw onder- r* '"'^^^^^'^I^^S""" ^^B«fBPIpj^|H'i l"«f'i."i ■"^w>;*Wi»'«wj^"JHS"JTg %, :#■ K s a s fi a '; 9 -S 6a ^ ^ w* ^;h ^- AMERIKA. m' m vraagd, terwijl twee Indianen hunne tomahawks boren do hoofden van hars kinde- ren hielden, en drcigtlen toe te slaan ingovalle sjj niet bekende. Zjj pooffden de waarheid te ontduiken door te verklaren dat ijj den nacht te voren oen' droom had {jehad , on daarom iiarcn niun geraden had de vlugt te nemen. »De Groole Geest zal nimmer door een' droom lot een' Blanke spreken," xcido do oude Indiaan: «Wyfl gü hebt twee tongen en twee monden. Spreek do waarheid of uwc kinderen zullen sterven!" De beide kinderen werden toen digt bij haar gebragt, en de twee Wilden maakten zich gereed om het bloodig bevel uit te voeren. »Wilt gij den Roorthuid opnoemen" hernam do oude Indiaan , )>dio zijn' stam ver- raden heeft? Ik zal hot u driemaal vragen." De moeder gaf geen antwoord. wWilt gij den verrader noemen? Deze is de tweede keeri" De arme moeder zag haren man aan, vervolgens hare kinderen, en wierp toen een' zijdelingschen blik naar RAOMAir, die met een' storeloozon ernst zjjne pijp zat te rooken. Z,ij wrong hare handen en schreide, moar sprak niet. «Wilt gij den verrader noemen? Deze is do derde en de laatste keer!" Do angst van de moeder steeg ten top- zij zag andermaal kaoman uan, maar deze bleef koel en bewoog zich niet. Nog «5én oogenblik en de tomahawks glinsterden boven de hoofden der kinderen , die hunne moeder smeekten hen niet te laten ombrengen." »Slill" riep raobas uit. Aller oogen waren op hem gevestigd. wStil!" herhaalde hij op een' toon van gezag. «Blanke vrouw I gij hebt tot het laatste oogenblik loc uvv woord aan mij gehouden. Ik ben de verrader. Ik bob met dat blanke Christen volk zout gegeten; ik heb mij aan hun* haard verwarmd; ik heb hunne goedheid onder- vonden, en ik ben hel, die hen gewaarschuwd heb. Ik ben een bladerlooze, verwelkte stam: velt mij neder zoo gij wilt. Ik ben gereed! »Van allo kanten rees een getier van verontwaardiging op. Naomah rees van zijno kleine zitbank op, bedekte zijn gelaat met zyne beestenvacht, en onderwierp zich aan zijn lot. Door een' slag van de tomahawk getroffen, zeeg hij dood voor de voeten van de blanke vrouw neder." HET I^AITDHUIS AAIV DEIV HUDSOKT, IVABIJ WfiKHAWKEIV. Van deze verrukkelijke schoono plek afdoet zich de baai van Nieuw-York in al hare schoonheid voor. De stad zelve vertoont zich aan de linkerzijde voordeeligcr dan ergens elders: de vaartuigen zeilen er in allo rigtingen voorbij, hetzij oorlogschepcn , koopva»rders , sloom- en veerbooten; en in het verschiet strekt zich de haven met al het gewoel aon zeeplaatsen eigen uit. Het was aan dezen kant der rivier dat nunsoif, die de vijandelijke gezindheid der Manhattan-Indianen ondervonden had, oen' beter ^* 319 AMERIKA. gezindea volkistam aantrof en zijn eerste vriendschappelijk bezoek aan wal aflegde. De Indiaansche overlevering van dat bezoek, welke te gelijk de eerste bedwelming van den sterken drank, die zij ooit ondervonden hadden, beschrijft, is ten uiterste ver- makelijk. »Een geruimen tijd voordat de menschen met eene blanke huid ooit gezien waren, bespeurden eenige Indianen, die op eene plek vischten, alwaar het water breeder wordt, op eenigen afetand van zich af iets dat zich op het water lag te bewegen. Zij ijlden naar den wal , verzamelden hunne naburen , en keerden met deze terug om het zon- derlinge verschijnsel aan te staren. Niemand begreep wat het konde zijn. Sommige dachten dat het een groote vi«ch of een ander dier was: anderen hielden het voor een huis , hetwelk op de zee lag te dobberen. Ziende dat het op de kust afkwam oor- deelden de aanschouwers het noodig in verschillende rigtingen ijlboden heen te zen- den om het nieuws aan hunne verspreide opperhoofilen te beriglen, opdat deze ter- stond de hulp van hunne strijders mogten inroepen. Toen deze nu in groot aantal op- kwamen om de vertooning te zien , en bespeurden dat het voorwerp hen inderdaad naderby kwam (dat is, de rivier of de baai) gisten zij dat het een ontzettend groot huis zoude zijn, waarin de makitto of Groole Geest hun een bezoek kwam brengen. Zij waren zeer bevreesd, maar toch niet bang dat de Groote Geest hun eenig kwaad zoude doen. Zij aanbaden hem. De opperhoofden kwamen thans op het eiland Vark byeen, raadpleegden op welke manier zij MAicrrro zouden ontvangen: er werd eene offerande gereed gemaakt : de vrouwen ontvingen den last om de beste spijzen te Llk op de eerste ontdekking van dczelv. betrekking heeft. De volgende uittreksel, oeschrijven de straat zoo als dezelve trveehonderd jaren geleden was: onze schets stelt naar voor zoo als zij thans is. ^ • „Des middags te drie ure kwamen wij aan drie groote rivieren, Wg wilden er de p f 118 AMERIKA. Noordeiykste van inloopen en tneendea er reeds in te zgo , toen '«rij bespeurden dat er eene zware zandbank ?oor lag, alzoo «g slechu tien roeten trater hadden. Wjj wend- den toen zaidwaarts en vonden twee vademen, drie vademen en drie en een vierde, totdat w§ aan derzelver zuidkant vijf k zes vademen vonden en het anker uitbrag^gn. Wy zonden toen onze boot af om peilingen te bewerkstelligen: mea vond vier, v|f, zes tot zeven vademen water en kwam na verloop van anderhalfuur terug. Wg ligttiB toen het anker weder, en liepen boven vijf vademen alijkachtigen grond de riiler in, alwaar wg vele salmen, harders en zeer groote roggen vonden. - »Des morgens van den vierden, zoodra het dag was, zagen wg dat er hooger op eene goede ankerplaats was. Wij zonden onze boot om te peilen en vonden eene goede haven , soodat wij er invoeren. Toen ging de boot met de vischnetten aan land , en zij viugen tien groote harders van aaderhalven voet lengte en een' rog zoo groot dat vier matrozen hem aan boord moesten hgschen. Wg bleven er den ganschen dag lig- gen, s' Avonds woei de wind hard uit het noordwesten; ons anker geraakte los en wij dreven op strand, evenwel 6ode zij dank, zonder schade te krggen, want de grond was er week en modderig. De inboorlingen kwamen op dien dag bg ons aan boord, schenen blgdï ons te zien en bragtcn ons groene tabak in ruiling voor mesjes en koralen. Zg hadden iosse hertenhuiden om, die hun goed stonden. Zij hebben geel koper. Zij zijn grime gekleed en schijnen tamelijk beschaafd. Zg hebben mede een' grooten voorread van maïs of Indiaansche tarw, waarvan zg goed brood bakken. Het land is vol van zware en iiOCije eiken. ^ »0p den vijfden, des morgens zoodra het daagde, ging de wind liggen, zoodat wg onze boot zonden om de baai te peilen. Ons volk ging er aan '.and en zag vele mannen, vrouwen en kinderen die hun ttlkens als zg kwamen tabat gaven. Daarop begaven zg zich boschwaarts in en zagen er een groote menigte eiken en hier en daar eene soort van krenten. » 's Morgens op den zesden was het mooi weder en ooze Kapitein zond iohr ooi.u% met vier anderen in de boot naar den noordelijken oever om de andere rivier (de Straat) te peilen. Zg vonden er een' goeden ankergrond voor de schepen en eene smalle rivier ten westen (waarschjjnliik hetgeen thans »de Kil" heet of de doorvaart tusschen £ergen-Nek en het Staten-Eiland) tusschen twee eilanden in. Zg verhaal- den ons dat het land zoo schoon was en vol kruiden , bloemen en hoornen , als 29 er ooit een gezien hadden , en dat het er overal geurig van rook. Zg voeren een paar mijlen op en kwamen aaa eene openc zee, maar keerden toen terug: dooh onder het terugkeeren werden zij vervolgd door twee kanoos, waarvan de eene twaalf en de anderen veertien mannen voerde. De avond viel en het begon te regenen , zoodat hunne lont uitging. In het gevecht werd een Engelschmaa doodgeschoten. Hij heette touw golvar, en kreeg een' pgl in zgn' bals. Twee anderen werden nog ge- Het werd zoo duister dat zg dien avond het schip niet konden wedervinden, kwetst. maar den ganschen nacht op hunne riemen bleven drijven. »0p den zevenden was het schoon weder en zij kwamen weder aan boord , bren- gende hun' doode met zich mede, dien wij er aan land begroeven. H m ■■ê. t m y S 3 a s .»*■ AMERIKA. ders, die een paar mijlen verder woont, is bekend onder den naam van den nberg-kas- telein." Wij hebben het handschrift van een verslag eener voetreize naar den berg ff^athington voor ons liggen, waarvan de steller (een mijner vrienden, die zelf een kleine titan is , en wiens opgave van hunne spieren en zenuwen eum grano tali* moet opgevat worden) bijkans lacht om de beschrijving van den berg-kastelein. Na bet afleggen van dertig tot vier en dertig mijlen daags, meerendeeb over het gebergte heen, komt onze vriend met zijn' reisgezel aan het Kloofbuis. nOmtrent te één ure" luidt bet dagverhaal nbereikten wij het huis van f. g. ubaw- FORD, alwaar wij moeten big ven totdat wij den berg Washington kunnen beklimmen. Die CRAwroaos zijn zulke reuzen niet als men ons wel eens heeft diets gemaakt. Ethat» evenwel, den vermaardsten van het stambuis, hebben wg niet gezien. »Wij hebbeu in dezen nacht eene donderbui met zwaar weerlicbt gehad. De don- der is zeer zwaar en rommelt op het gebergte met een rndrukwekkend geraas. In den avond bezochten wij een' fraaijen katarakt, die nagenojg een halve mijl van het huis M 1 V] > ^/ i^ ^ ,'»'> >^^ /A II <^ .^"^ .. ^m *." -^L^ '^ ^i IMAGE EVALUATION TEST TARGET (MT-3) Photographic Sciences Corpomlion // .«* C V\^ A Z 1 i 1.0 ItiUe ||2.s : U m 12.2 1.4 1.6 I.I 1.25 A" ^ > ^ O 23 WIST MAIN STUeÉT WEBSTER, N.Y. 14580 (716) «72-4503 mmmmmmmmm ISO AMERIKA. af Ugt 'ton werden er zoo druipnat als -wg ooit geweest wareo. Het weder is heden ]o8 en wjj zullen niet voor morgen den togt wagen. Men beeft bier in de onmiddellgke nabgheid gelegenheid genoeg om zich eene week lang te vermaken. De fraage ver- scheidenheid der bergtooneelen in al de rigtingen zoude den vurigsten beminnaar tkn het wboone der natuur kunnen voldoen. Gkawiohd is een fiksch mau: zgn liuiB gemakkelijk ingerigt, zijne tafel voortreffelgk om bare malsche forellen, en zijne naburen zijn doodstilt Het album, hetwelk hij er op na houdt, is eene allerkoddigste Olla podrida van onzin en bewondering , vroomheid en sentimentaliteit. »Na den maaltijd gingen wij wandelen naar ithak ghawfobd's huis, en zagen toen den vermaarden berg-kastelein. Wg meenden een' reus in hem te zullen aanschou- wen , maar werden in die verwachting teleurgesteld. Hg is een forsch man en sterk gespierd, maar ik heb er iu mgne eigene woonstad honderd gezien, die forscher en üterker gespierd zgc. In zgne manieren of in zgne gesprekken heeft hij niets bijzon- ders of opmerkenswaardigs. Zijne stem klinkt als die van een' stbhtok, en zijne wgze van zieh uit te drukken draagt het kenmerk van ruwheid, gepaard met de bewustheid dat men iets buitengewoons van hem verwacht. Op onzen terugtogt hadden wg een fraai gezigt op den berg fFathington en de omliggende bergkruinen. De top van den eersten was van de wolken beneveld, terwgl al de andere zoo kaal stonden, alsof zij uit eerbied voor hem hun' hoed in de hand hielden." Een andere reiziger spreekt in dezer voege over de landschappen van deze plok : — »Wg reden zes mijlen verder op en kwamen bij eene landhoeve door zekeren cbaw- FORD bewoond. Aldaar heeft het gebergte het voorkomen van een uitgestrekt amphi- theater, van twaalf tot vgftieu mijlen in de lengte, vin twee tot vier mglen in de breedte, eu rondom bezet met kruinen van eene verbazende hoogte. Bg dit natuur- lüoneel vergeleken, worden al de kunstwerken van menschelgke handen, in het bgzonder dat van TiTts, door gibboh zoo fraai beschreven, tot poppenspel vernederd. Hier zouden zoo vele millioenen kunnen zitten als daar honderden, en ieder van die allen zoude onbelemmerd van de hoogte af over de vallei beneden zich kunnen nederzien. A De zuidoostelijke hoek van dien omtrek was eenige jaren geleden, de schouwplaats van een allerdroevigst voorval. Eene jonge vrouw, die te Jefferton in dienst van den Kolonel vtbipplb geweest was, had eene vurige liefdeverbindtenis aangeknoopt met een' jongeling die in dezelfde dienst was. Tegen het einde van den herfst kwamen zg overeen om naar Porttmouth te gaan. Voor hunne afreis werd zg om de eene of andere reden bewogen om naar Lancaster te gaan. Toen zij terugkwam vond zg hem onverwachts verdwenen en besloot hem op te sporen. Het was reeds ver in December; er lag veel sneeuw, en gedurende de eerste dertig mglen was er geen buis op den weg te vinden. Zg ging te voet been, en wandelde drie en twintig mglen ver van het huis af, hetwelk zg verlaten had. Aldaar legde zij zich waarschijn- Igk van vermoeijenis uitgeput, in haren mantel gewikkeld onder een' struik neder, alwaar zij eene maand later stgf doodgevroren wedergevonden werd." , f--. W k. ^mmm^nm" '" ' ' AMERIKA. Iff WIIiHESBARREt nv DE TAIiliEI TAM WYOmiUG. Die fraaye »tad ligt aaa den oostelijken oever van de Stuquehannah tegen OTer het dorp Wyoming, vermaard geworden door de •oirthjda" van c&mpbkll. E?en gelijk al de steden in die bekoorlijke, vallei , vindt men er een aantal fraaije gezigUpunten , en spreidt zg de rijkheid van den landbouw ten toon , die overal in de Fereenigde Staten zoo zeer contrasteert met de latere nooit te vergeten verhalen van derzelver oorspron- keiyke woestheid. Er is een boek, waarvan thans weinig afdrukken meer bestaan, ten titel voerende: «Opmerkingen door johk BAaxaAH gemaakt op zgne reizen door Pentyhaniè heen naar het Meer Ontario" hetwelk van dit gedeelte des lands in 1743 eene zeer woeste schil- derij ophangt. Zijne reisgenooten waren de Heer wbisae, zekere Heer evahs en een opperhoofd der Delawaren, shickallamt geheeten. Het doel van hunne reis was eenige geschillen bg te leggen die er onUtaan waren tusschen de Engelschen en de verschil- lende Indiaansche grensbewoners. Hunne waardigheid als afgezanten der Engelschen verschafte hun een minzaam onthaal, en zg waren getuigen van vele plegligheden welke door gewone reizigers zelden ge/üen worden. Bg hunne aankomst aan de oevers van de Sutquehannah werden zij do' een' troep jagende Indianen op een' gebraden beer onthaald. Met betrekking hie-.iOe beschryft hg het volgende bijgeloof: «Zoodra de beer gedood is, steekt de jager den steel van zijne pgp in zgn' mond, en door in den ketel te blazen, vervult hij zijn' mond en strot met tabaksrook. Dan smeekt hij den verscheiden geest van den beer zich de beleediging niet aan te trekken , welke zgn ligchaam wordt aangedaan, en hem daarom in het gunstig gevolg van zgne jagttogten niet in den weg te zijn. Alzoo hg hierop geen antwoord krggt , snijdt hg om te weten of zgn gebed verhoord is, het tongvlies van den beer in stukken. Krimpt dat vlies wanneer het in het vuur wordt geworpen , hetgeen met groole pleg- tigheid geschiedt, dan wordt zulks voor een bewgs gehouden dat zgne êohim bevre- digd is." Op den volgenden dag den bogtigen oever van den oostelgken arm der Sutquehannah volgende, kwamen zg aan een ladiaansch dorp, alwaar hen de inboorlingen met het slaan op eene ruwe trom verwelkomden. Terwijl zij hen hielpen hunne paarden af te zadelen , noodigden zij hen in de aanzienlijkste wigwam , sneden eenig lang gras af eu spreidden dat op den vloer voor hen om er op te gaan zitten. Vervolgens kwamen de Opperhoofden binnen met hunne pijpen (waarvan er een, zegt hij, zes voeten lang was met' een steenen kop en een' steel van riet) en onmiddellgk daarop werden zg onthaald op wildbraad, waarvan de nek voor de eerebeet gold, en hun als zooda- nig, tot overgrooten spijt van den Heer bahtkabi gegeven werd. Hicrbg greep an- AHERIKA. ^ö J ~Tiiiiii.i»liMiji) «I niWiyia ■MMiMi r «IMP 1M AMERIRA. (lermaal eene bijgeloovige byzonderheid plaau, waarTaa de beachrijviog alleropmerkens- waardigtt ia. »Zij sagdea eenige palen, dif x^ ia en' cirkel t«d ontrent vgl ?o«t«n middellgna in den grond steken , vervolgens met de punten van boven tot elkander vereenigen en in den vorm van een' oven zamenbinden. De waarzegger plaatst zich binnen den- zelven en zijne handlangers bedekken die hut met beestevachten. Om het nog be- naauwder in dezelve te maken worden er warme steeneo in gewenteld. Ru zet het de waarzegger op een schrecuwoa , beweegt zijn ligchaam in schrikkelijke verdraagin- gen, en wanneer de natuur ten laatste bezwgkt, wordt hem de geest meestal in de ge- daante van den een' of anderen vogel zigtbaar. Gewoonlijk wordt er alsdan een paal van vier voeten hoogte in den grond gestoken, en geschilderd, opdat er de lucht- Iwwoner op moge gaan zitten terwijl hij datgene openbaart, wat de raadplegende ver- langt te weten. Somtijds staat er een kom met water, waarin zg bgkans uitgeput van krachten zitten te kijken of de geest ook gereed is hun eenig antwoord te geven." Des anderen daags woont hg een ander sUaltje van b^geloof bij : »Terwgl wg op reis waren zagen wij aan onze linkerhand een' heuvel, alwaar de Indianen ons vertel- den dat koren , tabak en andere vruchten te krijgen waren. Een Indiaan van een' verwgderden stam, wiens vrouw hem ontloopen was, kwam hier om te j&gen, en had ten oogmerk zich yoor zgne vellen eene andere vrouw te koopen. By dezen heuvel komende zag hij eene jonge vrouw alleen zitten. Naar haar toegaande en haar vragende vanwaar zg kwam, kreeg hij ten antwoord dat zg van den hemel kwam om de ame Indianen van voedsel te voorzien , en dat hg na verloop van twaalf maanden op die- zelfde plek wederkomende aldaar voedsel vinden zoude. Hg kwam er dan ook en vond koren, vruchten en tabak, die van dit oogenblik af voortgeplant en door het land verspreid werden. Die zotte geschiedenis werd onder al de bewoners voor waar- heid aangenomen." Hg ging de vallei van de Sutquehawnah verder op door wouden alwaar, gelgk hij zegt, »de toppen der hoornen mijlen ver zoo digt nabg elkander waren, dat men niet konde zien naar welken kant de wolken dreven, noch bespeuren van welken kant de wind woei. Ja het scheen alsof de zon sedert den tijd der schepping aldaar nog nimmer den grond beschenen had." Het is eene beschrgviug van eene volslagen wildernis, totdat hg aan den oever komt van het Meer Ontario — eene landstreek , welke van den tijd af waarin hg schreef, negentig jaren geleden, van kanalen en ijzeren spoor- wegen als doorsneden is , en krioelt van steden vol van ngverheid en handelgeest. ^mmm^mK^^mmmmmmmm mmmmmm mm C3 u- WÊ < ' ' ' ^' ■'*■"■ ''■■■■> ' > 1 • '^IHhHj ' ■ •• ■ ■■.-■■•"■".*■ M ÊÊ jL ^ % ^ ^B r B ■■^^f» ».^fS H jH^^^HBw, ^v 'm; ■ 1 Jf^^B V "^-'''^ \ m. '^ f- r'J'" \ '."',-,■"■'■, " ^Bj^^^^^Ê .% T^i .% J AMERIKA. m HBT nUSER S*C|1JAW3i. D« Indiaantohe, maar nogtan. niet al te bevallige naam » ondor welken dit Moer bekend is, werd eens of tweemaal afgewjhaft, maar do kracht der gewoonle heeft bnkana oteral geiegevierd. Dr. »wio.t noemde het het Moer Sulthan naar dcu Generaal-Major sotuvAW, Toorheen Gouverneur tan dien Staat; en de nabygelegeuo wateren ran het Meer fTinipifOf» noemde hy het Meer fF,nlu,i>rth naar ccn' «..doren Gouverneur; doch die beide namen zyn in onbruik geraakt en de oorspronkelijke wedergekeerd. , , . , i Het voornaamste gebrek in de Amerikaonsche Meren is de uitgestrektheid van dei. waterspiegel londor eilanden of vooruitstekende landspitsen, waardoor xjj hot oojj eve.i ,00 zeer vcrmoeücn als de «ec. De Meren Squawm en fTinipUeogee maken daarom- trent uitzonderingen uit. lij worden door zulk eene naauwo landtong met elkander verbonden dat men, zoo als het zeggen luidt, voor de onkosten van v.jfhondcrd dol- lars de belde Meren zouden kunden vereenigen: en hunne eilanden zamcngenomen bedragen, naar men tegt, een aantal van drie honderd vijf en ze Ij. Dewijl men even- wel dat geul juist ook van andere Meren hoeft opgegeven, schijnt die opgave wel min of meer aan twijfel onderworpen. Men vindt rondom die beide Meren de allerbekoorlijkste landtooneelcn , en echter worden zn niet dan zelden bezocht. De landstreek rondom dezelve is vruchtbaar c.i «lenoeczaam bebouwd om het voorkomen van eene wildernis weg te nemen, hetwelk de menigte der bosschen en de rgke plantengroei aan dezelve zoude bijzetten: doch de bergen, die er van alle kanten den achtergrond uitmaken, en dezelve als een amphi- theater omringen, schijnen er den stroom der bevolking uit te weren. De Natuur is eene grillige schoone, en heeft gelijk meest alle andere schoonen, oogen- blikken waarin x« zich op het voordeeligste voordoet. Hoe schoon zü ook in den bloei der lente nabü het Meer Squawm wezen moge, is zij nogtans aldaar veel schooner wanneer de schitterende herfslkleuren haar sieren. De herfettinlen van onze bos- schen zijn iets hetgeen Jmmka in het bijzonder eigen is, maar er zgn eenige oor- den van ons vaderland, alwaar om bijzondere redenen dat natuurverschönsel veel meer in het oog loopt dan in andere. De vochtigheid van den grond rondom die Meren, en bn gevolg het welige van de sappen, benevens de plotselijke afwisseling der tempc- ratuur van de lucht, brengen veel tot derzelver luister h». De scherpe vorst van één enkelen nacht brengt dikwyls eene verandering mede, welke aan het wonderdadige grenst, en de spiegeling dier bonte kleuren in de omliggende wateren, de gulden, Purperen en roode tinten maken er een ufereel van, waarvan men zich vooraf geen denkbeeld konde vormen. W4 onüeenen uit een dezer dagen uitgegeven Werk, eene > Hot ond» Wijten-Meer. (vm.i Ifl iitriiïiiiiÉW»*»" ■■ " ri^T^' i'jrw^' .'••"'- m AMmiKA. beschrgving van dal natuurrerschgusel met veel opmerkzaamheid gadegeslagen en met bekvraaoiheid geschilderd- »De eerste telle vorct -was idgöTallen, en dt^ wönflërdfldige verandering, welke alleen in jimerika bekend is, over de bladeren gekomen. De bloedroode ahornboom met een loof zoo schitterend en teederder als eene Circassische lip, slrnd bier en daar in bet bosch gelijk des Sultans standaard in een legerkamp. De «ienzame en van verre zigtbare Koning der wildernis, de berk, omzoomde de kanteu der bosschen als met een boordsel van ligt goud: de breede wilde vijgenboom en de waaijerbladerige katalpa deden hun loof, als met goud besp'kkeld, in den zonneschijn fladderen. De majes-- tueuse eik, wiens kruin bladerloos w^s, stond er met zgnen stam vau de gloeijendste kleuren versierd, even als een gevelde monarch, die zicii in zijn' staatsiemantel wik- kelt om in zijn purperen gewaad op eene vorstelijke wijze te sterven. De ranke popu- lier met zijne spits van ziltniren bladeren stond, verbleekt als een bloodaard in het bonte woud, aaa bet geruisch van elk koeltje zijn klagend gesuis mededeelende. De gloeijende ueiKo. vaa den esch verhoogden door haren gloed het schoon van al de verschillende planten. De zsFierige tulpenboom, die weligste aller heesters , zoog nc,^ het bedwelmende licht van den middag in met bladeren sierlijker gekleurd dan het ooit de iij-pcn van een' Indiaanschen schelp waren. »De eenzelvige kleur van het loof in Engeland bij den herftt kan u vaa iets zoo wonderdadigs geen denkbeeld bijbrengen. Hier is de verandering trapswgze : in Jmerika. is zij het werk van eene enkele nachtvorst! - *: : -.a>, £n boait met de knodien en lUit op de trom, En lingt nitr de matt met een gooiend gebrom. Net iteTige leden en «trijkenden Toet Beweegt heei de i 'ing tioh elkitr te genoet , En xwatit met de wtap'nen en atampl op den grond, En danit met elkander het kamp in het rond Eerit wappert de Tederboa langtaam en laoht. Maar straka krijgt tgn golTiog wel meerdere kracht Wanneer de gebaren , den vijand ten hoon , Den oorlogaxang «temmen op tohelleren toon , Totdat het gegil Tan den krijgikreet den hoop Uit een doet TcrituiTen in ratenden loop. De Zondagtkaap levert een der schoonste van de menigvuldige fraaije gezigtspun- ten over het Meer op. Dezelve ontving haren naam van Lord amberst , die aldaar met zijn gevolg om te ontbijten op een' Zondag ochtend laadde. Zij ligt ongeveer vijf en twintig mijlen van hpt bovenste gedeelte des Meers af. EINDE VAN HET EERST£ OBEI.. i IIVHOIJD WAK HET EERSTE DEEI<. Gezigten in Amerika Blz. 1. De Niagara- Vallen « 4. Gezigt van de Wesikoap af op de Hudsomrivier. u 5. De Watervallen van Trenton a 6. Gezigt van den Berg Holyoke « 8. De Uitwatering van den Niagara u 10. De Pulisaden op de Hudsonsrivier » 12. De Bergstroomen boven den Niagara-Val w 13. Het Meer Saratoga « 15. De Kolonnade van het Badhuis » 17. Albany „19. Het Kroaijen-Nest van den Stierberg af gezien.» 21. Gezigt van de Tafelklip : Niagara-Val » 22. Het Meer Winnipiseogee. (De Oogappel der Indianen.) „ 20. Kosciusko's Grafieeken » 27. De Paardenhoef. Niagara-Val » 29. De Naauwe doorvaart bij het Suten-Eiland. . . u 31. Het Kapitool te Washington » 33. De Puinhoopen van Fort Ticondcroga » 35. De Statcnstraat te Boston » 37. De Niagara-Val , van Clifton House af gezien. . « 39. Gezigt van Fovt Putnam af Blz.41. Gezigt van Hyde Park af ovci de Hudsonsrivier.» 43. Het Dorp Sing-Sing ' „ 45. Gezigt van Ruggle's Huis af „ 46. De AHoop naar de Vallei van Wyoming » 48. Boston „50. Het Huis van , f^e AanlegplaaU van den Niagara-Val ,, 88. Geagt van den Berg Waahington af » De Berg Waihington met de blanke Bergen.» Het Park en het Stadhuis te Nieaw-York. . .» De twee Meeren en het Huis op den Berg CaukiU „ De Bovenvallen van Trenton „ ^_ De Vallei van de Shenandoah van de Jeffer- son's Klip af „ gg Lockport , aan het Erie Kanaal „ loo. Washington's Graf „ ij)2. 90. 92. 93. 95. 106. 108. De zwarte Berg, aan het George's Meer . . .Bli.104 De Vaflei van de Connectlcut-Rlvier van den Berg Holyoke af Geiigt op het Erle-Kanaal, bij de klein, Watervallen De Hoofden, op de Hudsons-Rlvier van den Stierberg af geiien „ ,qj Het Landhuis aan den Hudson, nabij Wee- ^^^^"^ » ni. Geiigt op Meredith. Nieuw Hampshire ., US. Het Badhuis te Ballston .» lis. De Invaart der Baai van Nianw^York „ n?. Het Kloofhuis. — Blanke Bergen u i 19. Wilkesbarre, in de Vallei van Wyoming. . . .« 121. Het Meer Squawm „ J23 De Zondagskaap. George'» Meer ,, 124.